5 dieren die jij de winter door kunt helpen

Voor dieren is het best lastig om de winter door te komen. Het is koud en er is veel minder voedsel te vinden dan in de rest van het jaar. Daarom houden veel dieren een winterslaap. Hieronder bespreken we 5 dieren in je tuin die je kunt helpen in de winter. 


1. Vogels

Onze gevederde vrienden hebben misschien nog wel het meest te lijden onder het winterse weer. Ze kunnen vaak weinig voedsel vinden om hun lichaamstemperatuur op 40 graden te houden. Volgens de Vogelbescherming verliezen sommige kleinere soorten in een koude nacht soms wel 10 procent van hun gewicht.

Je kunt vogels helpen door zaden, fruit, vetbollen en/of pinda’s op te hangen. Hang het voedsel een beetje uit elkaar om conflicten tussen verschillende soorten vogels te voorkomen en let erop dat ze veilig kunnen eten, dus uit de buurt van huisdieren en mensen. Voederbakjes met een afdakje zijn ideaal, vooral voor zadenmengsels, zodat deze niet nat regenen. Maak het bakje regelmatig schoon, zodat er geen schimmel ontstaat.

Je kunt ook een open schaal of bak met water neerzetten om van te drinken en in te badderen. Ververs het water regelmatig. Als het flink gaat vriezen kun je beter geen water aanbieden, want dan kunnen de vogels bevriezen bij het badderen. Als er sneeuw ligt, kunnen de vogels in de sneeuw pikken om hun vochtgehalte op peil te houden. Ligt er geen sneeuw, dan kun je ijs fijn maken, zodat ze ijssplinters kunnen oppikken. Geef nooit water met zout of suiker erin, want zout is niet gezond voor vogels en van suiker gaan hun veren plakken als ze erin badderen. 

2. Egels

In de afgelopen 10 jaar is 50% van de egelpopulatie in Nederland verdwenen, dus jouw hulp is zeer welkom! Egels houden een winterslaap om deze koude periode door te komen. Tijdens die winterslaap neemt hun lichaamstemperatuur af van 35,5 graden naar 5 graden. Ook hun hartslag (van 180 naar 9 slagen per minuut) en hun ademhaling (van 45 naar 3 keer per minuut) gaan flink omlaag. Dit alles om energie te besparen. Het is daarom van levensbelang dat egels niet gestoord worden in hun winterslaap, want dat kost veel te veel energie.

Egels help je dus vooral door ze met rust te laten en door ze geschikte plekjes aan te bieden waar ze hun winterslaap kunnen houden. Laat je tuin lekker rommelig, met veel blad en takken op de grond, waar egels hun holletjes in kunnen maken. Of biedt een speciaal egelhuis aan. Op de website van de Egelbescherming kun je meer lezen over onderdak bieden aan egels.

Ondanks hun energiebesparende maatregelen verliezen egels tijdens hun winterslaap toch nog 25% van hun lichaamsgewicht. Als ze eind april wakker worden, gaan ze meteen op zoek naar voedsel. Egels zijn carnivoren. In de herfst kun je ze bijvoeren, met bijvoorbeeld kattenbrokjes. Geef ze nooit melk, maar alleen water. Kijk hier voor de precieze voedingstips van de Egelbescherming. 

3. Insecten

In de winter zie je maar weinig insecten, want ze zijn niet goed bestand tegen lage temperaturen. Sommige soorten vertrekken tijdelijk naar warmere oorden, andere wachten op een beschut plekje tot het voorjaar weer aanbreekt. Er zijn ook insecten die de winter niet overleven. Zij leggen eitjes, zodat hun nageslacht in het voorjaar weer vrolijk rond kan zoemen. Je helpt insecten door uitgebloeide planten te laten staan, en door tuinafval te laten slingeren in je tuin. Hopen met takken en bladeren zijn prima overwinteringsplekken voor allerlei soorten insecten. Een insectenhotel plaatsen is ook een goed idee! 

4. Vleermuizen

Net als egels houden vleermuizen een winterslaap van vier tot zes maanden. Het liefst doen ze dat in donkere, vochtige ruimtes waar ze niet gestoord worden. In Utrecht leven ongeveer 10 vleermuissoorten, die je vooral ziet in de groene, waterrijke wijken, rond de meer dan 280 vleermuiskasten die de gemeente heeft opgehangen en in allerlei gaten en kieren van gebouwen. In het gebouw ‘de Inktpot’ overwinteren bijvoorbeeld duizenden vleermuizen! Je kunt vleermuizen onder andere helpen door vleermuiskasten te plaatsen. Het Vlaamse Natuurpunt legt uit hoe je die het beste plaatst.

Eekhoorn in boom in de winter

5. Eekhoorns

In Nederland is de rode eekhoorn (of gewone eekhoorn) een beschermde diersoort. Eekhoorns houden geen winterslaap, maar gaan in winterrust. Ze schuilen in bomen en komen af en toe tevoorschijn om het eten te zoeken dat ze in de herfst voor zichzelf hebben verstopt. Nu staat de rode eekhoorn erom bekend niet zo’n goed geheugen te hebben. Evolutionair gezien is dat niet heel handig. Je kunt de eekhoorn dus zeker een handje helpen door het plaatsen van voedselkastjes met bijvoorbeeld noten, zaden, appel, komkommer, wortel of maïs. En met een bakje water. Let erop dat de voedselkast schoon blijft, want anders kunnen eekhoorns ziek worden. De Eekhoornopvang heeft nog meer tips voor het helpen van eekhoorns in de winter

En vergeet de bodemdieren niet!

Behalve bovenstaande top 5-dieren in je tuin is er een hele groep minder opvallende dieren die ook de aandacht verdient: de bodemdieren! Zij zorgen voor een vruchtbare grond en zijn dus héél belangrijk voor je tuin. Regenwormen overwinteren diep in de bodem, zodat ze niet kunnen bevriezen. Daar houden ze een soort winterslaap. Je kunt de bodemdieren helpen je tuin gezond te houden door afgevallen bladeren en (kleine takken) in de herfst gewoon te laten liggen. De bodemdieren breken ze uiteindelijk af en zorgen dat de voedingsstoffen die ze eruit halen opneembaar worden voor je planten. Oh, the circle of life: mooi toch? En je hoeft er niks voor te doen.

Bij Steck vind je een uitgebreid assortiment aan vogelhuisjes, vetbollen, voedertafels, vlinderkasten, insectenhotels en eekhoornhuisjes.

10 tips om je kamerplanten te verzorgen in de herfst en de winter

In de winter is het vroeg donker. De zon staat overdag lager en straalt minder krachtig dan in de zomer. Net zoals wij ons terugtrekken met een dekentje op de bank, hebben planten ook meer behoefte aan rust in deze periode. Dat betekent dat je anders voor je planten moet zorgen dan in de zomer. Dat is belangrijk, want anders is de kans groot dat een aantal van je groene vrienden de volgende lente niet halen. Hieronder vind je tien tips waarmee je planten, net als jij, niets tekortkomen tijdens de donkere dagen.

1. Laat ze meer met rust

Net als veel dieren gaan ook veel planten in een soort winterrust. De dagen zijn korter en het licht is minder fel overdag. Doordat er minder licht is, remt de fotosynthese af. Planten produceren daardoor minder energie om actief te zijn. Het verzorgen van je planten moet in de winter daarom een tandje omlaag en daarmee begin je al in de herfst. Je planten wíllen niet groeien, dus doe daar dan ook je best niet voor. Sommige planten groeien tijdelijk zelfs helemaal niet. Dat je in deze periode wat bladuitval ziet, is vaak niet erg, zolang het niet te veel bladeren zijn.  

2. Let op de lichtinval

Doordat de zon lager staat in de winter, kan het zijn dat een plant die in de zomer behoorlijk wat licht ontving, nu ineens de hele dag in de schaduw staat. Als het een plant is die afkomstig is uit de tropen, dan vindt hij dat meestal niet zo fijn. Hij laat dit merken door zijn blad te verliezen. Kijk of je dit exemplaar op een lichter plekje kunt zetten, zodat je alsnog tegemoetkomt aan zijn lichtbehoefte. 

Een plant die halfschaduw staat in de zomer, kan in de winter min of meer in het donker komen te staan. Alle bladeren worden langzaamaan flets en geel en vallen op den duur uit.  Nieuwe blaadjes komen niet meer goed door en de stengels hangen slap. Dat zijn allemaal signalen van te weinig licht. Zet ook zo’n plant dichter bij natuurlijk licht. Een plant die in de zomer op het noorden of het oosten staat, mag in de winter zelfs best op het zuiden. Zet hem, zodra de eerste sterkere zonnestralen doorbreken in de lente, wel weer gauw terug op zijn oude plek. Anders verbranden de bladeren. 

Kijk hier voor 5 kamerplanten voor donkere hoekjes

3. Geef minder – en zeker geen koud- water

Planten hebben in de winter echt minder water nodig. Ga over naar één keer in de week water geven (in plaats van bijvoorbeeld twee keer in de week in de zomer). Planten die al minder frequent water nodig hadden, geef je per keer wat minder. 

Cactussen kun je gerust nóg minder water geven, zij zijn gewend om hun watervoorraad aan te spreken vanaf het najaar. De meeste cactussen kun je zelfs helemaal droog laten staan. Als je favoriete cactus nou heel erg gaat verschrompelen en/of krimpen, geef hem dan toch een klein slokje water. In de lente begin je weer met het opbouwen van de watergift. 

Twijfel je of een plant water nodig heeft? Steek dan je vinger 4 cm diep in de aarde. Als het daar nog vochtig voelt, wacht dan even met water geven. Pas hoe dan ook op met gedachteloos water geven. Geef planten ook geen water direct uit de kraan of van buiten. Het water is dan echt te koud. Laat het water eerst op kamertemperatuur komen. Een koude douche in de winter vindt niemand fijn, ook je planten niet.  

4. Laat plantenvoeding achterwege

Doordat er in de winter minder fotosynthese plaatsvindt, is een plant veel minder actief in deze periode. De wortels doen bijvoorbeeld niet zo veel, behalve de plant aarden en wat water opnemen voor de celspanning. Extra voeding blijft gewoon in de grond zitten, en daar doet het vervolgens meer kwaad dan goed. Ga je toch stug door met wekelijks plantenvoeding geven, dan heb je kans dat de wortels van de plant beschadigd raken door het teveel aan voedingsstoffen in de aarde. Ze gaan dan in het slechtste geval een onwenselijke chemische verbinding aan met andere aanwezige stoffen, waardoor wortels bijvoorbeeld kunnen verzuren. Kortom: plantenvoeding geef je alleen als ze extra voeding nodig hebben en dát is in de lente en de zomer. 

5. Zorg voor een goede luchtvochtigheid

We zetten onze verwarming lekker hoog zodra het kouder is, maar daardoor wordt de lucht in huis een stuk droger. De ideale luchtvochtigheid in huis ligt tussen de 40% en 60%. Dat vinden niet alleen onze ogen en huid fijn, maar planten ook. Veel van onze kamerplanten zijn afkomstig uit in tropische gebieden waar het juist heel vochtig is. 

Het is handig om een hygrometer in huis te halen, waarop je ziet hoe het met de luchtvochtigheid in je huiskamer is gesteld. Bij een te laag percentage zijn er allerlei dingen die je kunt doen om de luchtvochtigheid omhoog te brengen. Zo kun je van die ouderwetse waterbakjes aan je verwarming hangen (of bakjes met water los op je verwarming zetten), of je kunt een elektronische luchtbevochtiger aanschaffen. Je kunt ook je planten wat dichter bij elkaar zetten. Het weinige water dat de een verdampt, kunnen andere planten weer opnemen. Zo creëer je een mini-ecosysteempje. Wat ook helpt, is je planten regelmatig – liefst wekelijks – een sproeibeurt geven. Overigens moet je Begonia’s en planten met fijne haartjes op hun blad dan echt overslaan. Die krijgen hier lelijke plekjes van op hun blad. Vetplanten en cactussen hoef je ook niet te besproeien, liever niet zelfs. 

6. Zet je planten niet direct op de verwarming

Niet alleen droge lucht is een probleem voor planten in de winter. Ook stralingshitte van bijvoorbeeld de haard, kachel of verwarming is een gevaar voor je planten. De warmte is voor veel planten niet het echte probleem, maar de grote schommelingen in temperatuur wel. Planten met veel blad die direct boven of vlak bij een warmtebron staan, krijgen steeds een groot temperatuurverschil te verwerken als de verwarming in de ochtend of aan het einde van de dag aanslaat. Vetplanten en cactussen kunnen hier beter tegen, maar we raden aan alle planten die geen cactussen of vetplanten zijn in de winter uit de buurt te houden van alle warmtebronnen. 

Heb je geen mogelijkheid om je planten te verplaatsen en laat je ze toch boven de verwarming op de vensterbank staan, plaats dan een bakje met water naast je plant of op de vloer. Dat komt de luchtvochtigheid enigszins ten goede. Let er wel op dat er geen levende delen van de plant direct in aanraking komen met de verwarming. Die verbranden.

7. Zet ze ook niet op de tocht

Planten verafschuwen tocht. In de herfst en winter is het verschil in temperatuur tussen binnen en buiten groter dan in de zomer. Heb je enkelglas, haal dan je planten weg uit de vensterbank en zet ze (tijdelijk) op een tafeltje in de buurt van het raam. Dan hebben ze dezelfde hoeveelheid licht, zónder de tocht. Zij blij, jij blij. 

8. Controleer op plantenplagen

Op plantenplagen controleren doe je het hele jaar door. Ook als de zomer voorbij is dus. Hoewel veel insecten (en schimmels) niet van winterse temperaturen houden, houden ze zeker wel van onze broeierige, droge binnenruimtes. Wanneer je planten binnenhaalt die je in de zomer buiten hebt gehad, let dan ook even goed op of je geen luis of spint mee naar binnen haalt. Die kans is best groot. Het blijft helaas, ook in in de winter, een beetje opletten geblazen. 

9. Stel verpotten uit tot in de lente

Voor een plant is verpot worden een behoorlijk stressvolle bedoening. Wortels raken beschadigd en het herstel hiervan kost een plant veel energie. Door het gebrek aan zonlicht heeft hij daar in dit donkere seizoen weinig van. Voor verpotten kun je dus beter die eerste heerlijke zonnestralen afwachten, dan mag je weer. 

10. Raak niet in paniek (raak nóóit in paniek!)

Mocht je nu ondanks al je goede zorgen toch nog dorre bladeren aantreffen bij je planten of zien ze er niet zo fris uit als je gehoopt had, raak dan niet meteen in paniek. Veel planten kunnen best wat hebben. Ze hebben het dan gewoon moeilijk, maar ze gaan niet meteen dood. Blijf kalm en doe geen gekke dingen. Je zult zien dat een plant, net als veel mensen, zich in de lente weer herpakt. Ook voor een plant geldt: een goede (winter)slaap doet wonderen.

Steck heeft een uitgebreide collectie kamerplanten én de mooiste potten waarin je ze kunt laten shinen. Kom snel een kijkje nemen op Gageldijk 3 in Utrecht!

7 tips voor een geslaagde winterse dag in je tuin met vrienden of familie

In de winter zijn we een stuk minder vaak in onze tuinen te vinden dan in de zomer. Dat is best logisch, maar ook jammer! Je kunt namelijk zo veel leuks doen in je tuin in deze tijd van het jaar. Daarnaast heeft buiten zijn allerlei positieve effecten op je gezondheid, zeker in de winter waarin we nog meer geneigd zijn om binnen te blijven. Hieronder 7 tips voor een topmiddag met vrienden of familie in je tuin. En mooi meegenomen: deze activiteiten zijn behoorlijk coronaproof… 


#1: Samen vuur maken

Onze gevederde vrienden hebben misschien nog wel het meest te lijden Een goed vuur mag natuurlijk niet ontbreken op een middagje buiten. Niet alleen wil je je ergens aan kunnen opwarmen, maar ook heeft vuur al eeuwenlang een magische aantrekkingskracht op de mens. Mensen gedragen zich anders als ze bij een vuur zitten – gemoedelijker, aandachtiger – let maar eens op! Het is wel belangrijk dat je een vuur goed aanmaakt, in een vuurschaal of -korf. Gebruik bijvoorbeeld geen nat hout, want dat gaat enorm roken. Bovendien brengt het extra veel schadelijke stoffen de lucht in. Tjerk Romkema schreef een blog over hoe je een goed kampvuur bouwt. De blog gaat over het maken van een kampvuur bij je tent, maar de tips gelden natuurlijk ook voor een vuur in je tuin. In je tuin moet je wel extra opletten dat je buren geen last krijgen van de rook.

#2: Marshmallows en broodjes

Als je vuur eenmaal goed brandt, dan is het tijd om allerlei lekkers tevoorschijn te halen. Marshmallows roosteren is natuurlijk een klassieker. Je rijgt een marshmallow aan een stok en houdt hem even boven het vuur om hem zacht te laten worden. Net zo lang totdat dat lekkere korstje eromheen zit. Ben je een zoetekauw en wil je méér dan dit, maak er dan s’mores van (afkorting van ‘some more’). Dat zijn koekjes met chocolade en geroosterde marshmallows ertussen. Om je vingers bij af te likken zo lekker! Hier lees je hoe je s’mores maakt. Je kunt ook broodjes maken, door brooddeeg om een stok te kneden. Wil je liever op de gezonde toer? Houd dan allerlei groentenspiezen in het vuur of maak de barbecue aan (zie tip 4).

#3: Gitaar erbij?

In de winter zie je maar weinig insecten, want ze zijn niet goed bestand tegen lage temperaturen. Sommige soorten vertrekken tijdelijk naar warmere oorden, andere wachten op Wie gezegend is met een muzikale vriendengroep heeft helemaal geluk. Niets zo gezellig als samen muziek maken bij het vuur. Het leukst is het als iemand de lead neemt met een gitaar. Print wat teksten uit van typische kampvuurliedjes en ga samen zingen. Enne, voel je vrij: het hoeft niet per se mooi te zijn. 😉

#4: Winterbarbecue

Buiten barbecueën is altijd fijn. Oók in de winter! Bovendien is het een stuk makkelijker om een maaltijd te bereiden op een barbecue dan in een open vuur. In de winter barbecueën is eigenlijk net als in de zomer. Alleen heb je door de kou waarschijnlijk behoefte aan andersoortig voedsel. Maak dan iets met seizoensgroenten als pastinaak, pompoen, paddenstoelen, prei of wortelen. Je kunt ze lekker grillen of verwerken in een salade. Voorbeelden van fijne recepten vind je op Culy.nl.

#5. Warme dranken

In Nederland is de rode eekhoorn (of gewone eekhoorn) een beschermde diersoort. Eekhoorns houden geen winterslaap, maar gaan in winterrust. Ze schuilen in bomen en komen af en toe tevoorschijn om het eten te zoeken dat Warme chocolademelk en glühwein maken je winterse buitendag helemaal compleet. Glühwein kun je kant-en-klaar kopen, maar je kunt het ook zelf maken. Hier vind je een eenvoudig recept. Warm de dranken op een kookplaatje buiten op, of gewoon in je keuken als je het simpel wilt houden voor jezelf.

#6 Dekentjes en warme kleding

Behalve bovenstaande top 5-dieren in je tuin is er een hele groep minder Warm blijven is de grootste uitdaging van je winterse bijeenkomst. Zorg dat je gasten weten waar ze aan toe zijn en dat ze zich goed warm aankleden. Warme schoenen met dikke zolen zijn een aanrader. Extra dekentjes neerleggen helpt ook. Let dan alleen op dat deze niet te dicht bij het vuur komen.

#7 Buiten spelen

Met of zonder kinderen: buiten spelen is voor iederéén leuk. Bedenk daarom leuke spelletjes voor je buitenmiddag. Van tikspelletjes of boompje verwisselen krijg je het snel lekker warm. Maar ook leuk (en misschien meer geschikt als je met alleen volwassenen bent) is bijvoorbeeld: Kubbs, jeu-de-boules, frisbeeën, balspelletjes of iets met een racket. Hier vind je meer ideeën voor buitenspelletjes in de winter.

We wensen je een fijne dag! En ’s avonds lekker met warme, rode wangetjes naar bed.