Weet jij welke grond er in je tuin ligt?

Alles over grondsoorten in Nederland, hoe je erop tuiniert en over welke grond je in je tuin hebt

Alles begint bij de ondergrond. Niet iedere plant kan overal groeien en daar speelt vooral de bodemsoort een belangrijke rol bij. Geen groen zonder gezonde grond. Je vindt in Nederland grofweg 4 grondsoorten waarop je kunt tuinieren: veen, klei, zand en löss. In deze blog lees je hoe het zit met de grond in jouw (achter)tuin.

De kwaliteit en eigenschappen van de grond bepalen de plantengroei. De planten hebben dan weer invloed op hoeveel organisch materiaal aanwezig is in de bodem. En dat organische materiaal bepaalt de mate van bodemleven in je tuin. Eerder schreven we al over het belang van bodemdieren in je tuin: hier speelt de grondsoort dus ook een belangrijke rol. Een gezonde bodem heeft een gezond bodemleven.

Hoe zit het met mijn grond?

Pure grondsoorten, zoals hieronder beschreven, kom je in de meeste tuinen niet tegen. Door het afgraven en weer aanvoeren van grond wijkt de bodemsoort vaak af van de natuurlijke omgevingsbodem. Ook binnen de vier bekendste grondsoorten van ons land zijn verschillende samenstellingen mogelijk. Zo kan klei veel of weinig zanddeeltjes bevatten. 

Hoe weet je welke grondsoort in in je tuin ligt? Door het houden van een simpele bodemtest:

  1. Maak wat grond in je tuin vochtig, maar niet te nat. De grond mag niet aan je vingers plakken.
  2. Neem op 10-20 cm diepte met een eetlepel een schepje grond uit je tuin en probeer deze te kneden in je handen.
  3. De vorm die het kneedsel aanneemt, vertelt je grofweg met welke grondsoort je te maken hebt.

Zandgrond vormt zich tot een bergje op je hand, klei laat zich daarentegen heel makkelijk tot een gladde plak kneden. Veen is zo broos dat het tot niets te kneden valt en direct uit elkaar brokkelt. Hieronder kun je per bodemsoort lezen welke eigenschappen deze heeft en hoe je er het beste op tuiniert.

De ideale tuingrond

Als je achter op een zak tuin- of potgrond kijkt, zie je dat deze vaak bestaat uit een mengsel van grondsoorten. Veel mixen bevatten veengrond voor het vasthouden van water, gemengd met zand voor structuur en compost voor voeding (en dus bodemleven). Als je eenmaal weet welke grond er in je tuin ligt, kun je deze optimaliseren voor je planten door te kijken naar de natuurlijke eigenschappen die hieronder per grondsoort beschreven staan.

Wil je betere afwatering in je kruidentuintje? Voeg dan wat zand (en gruis) toe aan de bodem. Wil je juist water langer vasthouden? Voeg dan wat klei of veen toe aan de grond. Juist door soorten te mengen kom je vaak tot een ideale voedingsbodem voor plantengroei.

Utrechtse bodem

Hiernaast zie je de grondsoortenkaart van Nederland van de universiteit van Wageningen. Zoals je ziet, komt er een mengelmoes van grondsoorten voor in de provincie Utrecht. Rondom de stad Utrecht vind je zowel klei, veen-, als zandgronden. Wat dat betekent voor het laten groeien van planten vertellen we je hieronder per grondsoort.

1. Veen – Frisse, natte spons

  • Kleur: donker, bijna zwart
  • Structuur: sponsachtig
  • Voordelen: nauwelijks water geven, makkelijk te bewerken
  • Nadelen: zuurstofarm, weinig mineralen
  • Komt voor in: kleine gebieden door heel Nederland
  • Ideaal voor: zuurminnende planten als Rododendrons en Hortensia’s

Veen is een opeenstapeling van compact, organisch materiaal en ontstaat in gebieden waar het grondwater hoog staat, waardoor grote hoeveelheden ijzer aan de oppervlakte komen. Hierdoor hopen plantenresten zich op die maar heel langzaam composteren door het lage zuurstofgehalte in het aanwezige roestwater.

Gedroogd veen is goed brandbaar. In de middeleeuwen is men daarom begonnen met het winnen van turf (gedroogd veen). Er is nog maar weinig veen over in Nederland. Heel veel grasland waar koeien nu op grazen was ooit veenmoeras. Tegenwoordig is veel oorspronkelijk veenlandschap bedekt met jonge klei.

Bron: Verantwoorde veenhouderij | Twee grote kluiten veengrond waar je nog duidelijk plantenresten in terug ziet

Tuinen op veengrond zijn vaak nat en zompig. Ook verzakt veengrond snel, zeker nu door onze droge en hete zomers het grondwaterpeil daalt. Huizen verzakken hierdoor sneller, met grote schade tot gevolg. Wie tuiniert op veengrond zal vaak zijn tuin moeten ophogen. Planten en bomen wortelen ondiep op veengrond, omdat ze nooit verdergaan dan het grondwaterpeil (want daar kunnen ze geen zuurstof halen).

2. Klei – Zware jongen vol voedingsstoffen

  • Kleur: donker
  • Structuur: zwaar en compact
  • Voordelen: houdt voedingsstoffen en water goed vast
  • Nadelen: wortels kunnen er moeilijk in groeien, wordt hard bij uitdroging, lastig om te bewerken
  • Komt voor in: kustgebieden (zeeklei), Betuwe (rivierklei)
  • Ideaal voor: snelgroeiende gewassen als maïs en suikerbieten

Klei kan makkelijk water vasthouden. Het laat zich uitsmeren zodra het nat wordt. Het kan ook voedingsstoffen makkelijk aan zich binden, omdat het elektrisch geladen is. Er vinden veel (chemische) reacties plaats, wat ervoor zorgt dat er ontzettend veel mineralen en andere voedingsbronnen worden vastgehouden. Leg je klei onder een microscoop dan zie je dat het bestaat uit op elkaar geplakte laagjes vanuit chemische samenstellingen. 

Bron: Better Organix | Klei bestaat uit vele ‘schijfjes’ zoals goed te zien is onder de microscoop

Tuinieren op kleigrond kan een hele uitdaging zijn. Kleigrond is heel erg zwaar en houdt water lang vast, maar laat ook slecht nieuw water toe. Doordat het zo compact is, is het ook moeilijk te bewerken en hebben veel planten moeite om te wortelen in de soms ondoordringbare grond. Dit gebeurt vooral als er weinig organisch materiaal in de bodem zit. Als klei uitdroogt kan het keihard worden, je hebt vast weleens die kenmerkende scheuren in de grond gezien op het boerenland. 

Wil je gebruikmaken van de voedzame eigenschappen van kleigrond, dan moet je zorgen voor een goede afwatering. Je wil niet dat planten te lang met hun wortels in het nat staan. Op kleigrond komen vaak ook lastig te verwijderen onkruidsoorten voor, zoals kweek(gras), zevenblad en heggewinde. Is tuinieren op kleigrond dan alleen maar ellende? Zeker niet, Tuinseizoen geeft een aantal slimme tips.

3. Zand – Luchtige allesgroeier met verzorgingsbehoefte

  • Kleur: licht
  • Structuur: licht van structuur, korrelig
  • Voordelen: goed waterdoorlatend, makkelijk te bewerken
  • Nadelen: houdt weinig voedingsstoffen en water vast, schrale grond
  • Komt voor in: Noord-Limburg, Noord-Brabant en de Achterhoek
  • Ideaal voor: vrijwel alle soorten gewassen en planten, mits er genoeg water en voeding wordt gegeven

Zand is niets anders dan volledig uit elkaar gevallen steen. Daar gaat een enorm lang proces aan vooraf: stenen verweren door vorst en dooi, maar ook doordat ze botsen in snelstromende rivieren. Na duizenden malen herhaling van deze processen houd je grove zandkorrels over. Zand heeft een hele losse structuur en is van nature schraal en voedingsarm. Toch kun je prima dingen laten groeien op zandgrond door meststoffen en water toe te voegen.

Planten en gewassen die graag de diepte in groeien, zoals wortelknollen en wortelgewassen doen het heel goed op zandgrond. Ze kunnen ongestoord naar beneden groeien, omdat de grond vrij is van stenen en andere ‘blokkades’. Het is ook heel makkelijk om te oogsten op zandgrond: je haalt de groentes zo los uit de grond zonder deze te beschadigen. Ideaal ook voor asperges, die niet voor niets vooral op zandgronden geteeld worden.

Bron: 1Limburg | Asperges groeien niet voor niets op zandgronden. Ze kunnen hierin makkelijk wortels vormen en gestoken worden zonder te beschadigd te raken.

Tuinieren op zandgrond vraagt vooral om wat zorg en aandacht. Water spoelt snel weg, dus zeker in de zomer zul je vaak moeten sproeien. Ook raakt de grond snel uitgeput, waardoor je regelmatig compost of andere voedingsstoffen moet toevoegen aan de bodem. Meer tips voor het verbeteren van zandgrond vind je in het overzicht van Velt. 

4. Löss – De fijnste van het stel

  • Kleur: bruin
  • Structuur: zacht, bevat veel voedingsstoffen
  • Voordelen: compact, houdt makkelijker voeding vast
  • Nadelen: komt vrijwel nergens voor in Nederland
  • Komt voor in: Zuid-Limburg
  • Ideaal voor: vrijwel alle soorten planten en gewassen

Löss is heel fijn zand. Je vindt het maar in een klein deel van Nederland, van Maastricht tot Sittard. De grond is afkomstig van de bodem van Noordzee, toen deze nog droog stond. De grond is door de wind verspreid en is als het ware tegen de Limburgse heuvels ‘blijven plakken’. In dit gebied zijn de eerste boeren van Nederland 7000 jaar geleden terechtgekomen vanuit Oost-Europa en hier begonnen met de hedendaagse landbouw. 

Löss is heel compact en houdt daardoor, in tegenstelling tot ander zand, goed voedingsstoffen vast. Ze spoelen minder snel uit, wat het voor de akkerbouw ideaal maakt om op te verbouwen. Het voelt erg zacht aan.

Bron: Geoproeven | Löss is heel fijn zand en is daardoor heel compact

De smaak van de bodem

Nu weet je welke grondsoort je in je tuin hebt, en hoe je er het beste op kunt tuinieren. Maar wist je dat je de grondsoort ook kunt próeven in het eten dat er op geteeld wordt? In het NPO-programma Joel Lokaal gaat culinair journalist Joël Broekaert op zoek naar de ‘terroir’ Nederland. Een aanrader voor wie meer wil weten over de invloed van onze bodemsoorten op de smaak van ons voedsel.

Een beplantingsplan maken, hoe doe je dat?

Tuin met mooie border

Een goed ontworpen plantenborder is het hele jaar door een lust voor het oog. Bovendien scheelt het je een boel onkruid wieden. Maar hoe krijg je zo’n mooie border? Er zijn boeken en websites met kant-en-klare beplantingsplannen. Het voordeel daarvan is dat iemand al heeft uitgezocht welke planten goed combineren. Maar het leukst is om zelf een beplantingsplan te maken. Dat kan al met een kleine border of een deel van een border. Je leert er ook enorm veel van! Hieronder lees je hoe je zo’n beplantingsplan maakt.

Wat voor soort border wil je?

Je staat op het punt om een levend kunstwerk te creëren, met ontzettend veel mogelijkheden. Denk eerst na over hoe je border er globaal uit moet komen te zien. Welke kleuren en vormen moeten erin terugkomen? Vind je het belangrijk dat er in de winter ook nog wat groens te zien is? Wil je een of meerdere bomen in je border (en is daar ruimte voor)? De vorm van je border maakt ook uit: als je de randen laat golven, dan ziet het er natuurlijker uit. Of misschien hou je juist van een lekker strak design, dan maak je een hoekige border.

Bestaande border aanpassen

Je kunt een beplantingsplan maken voor een geheel nieuwe border, maar je kunt ook een bestaande border aanpassen. Als je daarvoor planten moet verplanten, dan kun je dat het beste in de rustperiode van de planten doen, als het niet vriest. Dat betekent in maart of april, of juist in de herfst. Onderzoek ook welke grondsoort je hebt. En kijk hoeveel zonlicht er door de dag heen op de border valt. Dat moet je weten bij het uitkiezen van de planten. 

Plattegrond tekenen

Voor het maken van een overzichtelijke plattegrond zijn allerlei onlineprogramma’s, maar het kan ook prima met potlood en (ruitjes)papier. Teken op schaal een plattegrond van de border. Je hoeft nog niet te weten welke planten je precies wilt planten. Als je dat al wél weet, dan kun je bij het tekenen uitgaan van de botanische kenmerken van deze planten. Die vind je op de plantenlabels, en in allerlei (online) plantenencyclopedieën. Verderop komen we hierop terug.

In dit voorbeeld gaan we ervan uit dat je nog niet zo veel planten kent. Je begint met een ontwerp op basis van gewenste grootte en vorm en daar ga je later de planten bij zoeken. Met een passer (of uit de losse hand) maak je cirkels die de grootte van de planten aangeven. Je gaat hierbij uit van de plant in volgroeide staat.

Eerst teken je de struiken en de bomen in, waarmee je de infrastructuur van je border aangeeft. Vaak is het handig om die achterin te plaatsen. Hoewel een boom of een wat hogere struik voorin juist kan zorgen voor een speelser ontwerp. Vervolgens teken je hoge planten in die niet heel breed uitwaaieren, zoals bepaalde grassen. Die zou je als kegels kunnen tekenen, omdat ze echte blikvangers zijn in je tuin. Daarna teken je planten die niet groter worden dan 1,5 meter, daarna planten tot 1 meter, planten tot 50 cm en tenslotte de bodembedekkers. Zorg dat alle planten samen in volgroeide staat de hele bodem bedekken. Dat ziet er mooi uit en je zult minder hoeven schoffelen.

Kleuren en vormen uitkiezen

Op je plattegrond zie je nu hoeveel planten je nodig hebt van welke grootte. Nu kun je kleur gaan inbrengen in je ontwerp. Geef de cirkels de kleuren die jij bij elkaar vindt passen. Vaak werkt het goed om met grote kleurvlakken te werken. Ook is het mooi om te spelen met verschillende vormen: wissel schermbloemen als venkel of ribzaad af met aarvormige bloemen als kattenstaart en Salvia nemorosa. Er zijn ook bolvormige bloemen (sierui en kogeldistel), pluimbloemen (Astilbe) en margrietachtige bloemen. Door te variëren in kleur, hoogte en vorm kun je prachtige plantcombinaties maken. Zeker bij de wat lagere planten is het mooi om meerdere exemplaren van een bepaalde plant bij elkaar te zetten. En om groepjes planten op andere plekken in je border terug te laten komen. 

Bloeitijd

Als je het hele jaar wilt genieten van een bloeiende tuin, let dan op de bloeiperiode van de planten. De meeste planten bloeien tussen juni en augustus, dus kijk specifiek uit naar planten die het bloeiseizoen rekken. Er zijn zelfs planten die al in januari bloeien, zoals bepaalde soorten van de kerstroos (Helleborus) en sneeuwklokjes.

Planten uitkiezen

Het uitkiezen van de planten is uiteindelijk het meeste werk, omdat je rekening moet houden met heel wat factoren: kleur, vorm, hoogte, bloeitijd. Er zijn heel veel boeken met plantenlijsten, waarin je alle nodige kenmerken terugvindt, zoals de zeer uitgebreide Tuinplantenencyclopedie op kleur van Modeste Herwig. Ook de online plantenencylopedie van de Tuinen van Appeltern is heel handig. Je kunt hier onder andere selecteren op plantkleur, standplaats en bloeiperiode.  Als je border in de (half)schaduw ligt, dan kun je de lijsten met zonneminnende planten links laten liggen en andersom. Dat scheelt! Hou er ook rekening mee dat de planten die je uitkiest het goed doen op de grondsoort in je tuin. Bij Steck vind je een uitgebreid assortiment tuinplanten. Kom gerust rondneuzen.

Inheemse planten

Wil je de natuur in Nederland een handje helpen? Zorg er dan ook voor dat je inheemse planten in je border zet. Dat zijn planten als bosrank, maagdenpalm en kamperfoelie, die van nature veel in ons land voorkomen. Insecten en vlinders hebben deze planten nodig om te kunnen overleven. In deze blog leggen we het belang van inheemse planten uit.

Zoek je inspiratie voor je ontwerp? De Tuinen van Appeltern en VT Wonen hebben veel voorbeelden van mooie borders op hun site staan. Hou je van vaste planten? Volg dan @pietoudolf op Instagram. Hij is een van de beste Nederlandse tuinontwerpers.

7 manieren om planten te beschermen tegen de vorst

Ondanks dat onze winters steeds warmer worden, is er nog altijd kans op een flinke vorstperiode in Nederland. Niet alle tuin- en potplanten kunnen daar goed tegen. De meeste vaste planten beschermen zichzelf tegen de winter: ze gaan een tijdje ondergronds en in de zomer groeien ze weer opnieuw. Maar er zijn ook matig winterharde en niet-winterharde planten die je een beetje moet beschermen tegen de vrieskou. Hoe je dat doet, lees je hieronder!

1. Blad laten liggen

Vroeger betekende je tuin ‘winterklaar’ maken vooral je tuin ‘netjes’ maken. Inmiddels weten we dat een rommelige tuin beter is voor bijvoorbeeld insecten en egels. Zo kunnen ze zich er goed in verstoppen. Met rommelig bedoelen we de blaadjes gewoon laten liggen in je borders en uitgebloeide planten laten staan. Dat laatste geeft vaak ook nog eens een mooi aanzicht. Blaadjes op de grond zijn goed voor het bodemleven én ze vormen een natuurlijk dekentje tegen de kou.

2. Vorstgevoelige planten extra beschermen

Voor veel exotische planten is zo’n bladerdekentje onvoldoende om een vorstperiode door te komen. Een beetje nachtvorst overleven ze vaak wel, maar als het echt kouder dan -5 graden wordt, dan kun je ze beter extra beschermen. Het gaat om planten als bijvoorbeeld palmen, Agapanthus, Eucalyphus en Amerikaanse Sering. Bij aanschaf van een plant staat de winterhardheid vermeld op het label. Heb je het label niet meer, dan kun je het opzoeken op internet. Elke plant die normaal in een warme streek groeit, heeft waarschijnlijk Eerste Hulp Bij Vorst nodig. Dit kan bijvoorbeeld door een constructie met kippengaas rond de plant te maken, waarin je afgevallen bladeren, stro en/of coniferentakken stopt. Bij heel strenge vorst kun je de bovenkant van de plant extra beschermen met een speciale beschermhoes voor planten.

3. Planten in potten en bakken verhuizen of inpakken

Een plant in een pot of bak kan veel minder goed tegen de kou dan een plant in volle grond. Oleanders, vijgen- en olijfboompjes in een pot kun je het beste in een schuur of berging zetten voor de wintermaanden. Let erop dat er daglicht bij de planten kan komen en vergeet niet om ze af en toe water te geven. Heb je geen goede overwinterplek, pak dan je potplant in met jute, vliesdoek of een rietmat. Pak de pot mee in, want deze kan ook vorstschade oplopen. En dan maar hopen dat je plant het redt.

4. Zomerbloeiende bloembollen uit de grond halen

Zo goed als alle zomerbloeiende bloembollen zijn niet winterhard. Daarom kun je het beste je dahlia’s, ranonkels en gladiolen in het najaar uit de grond halen. Laat ze eerst goed drogen en bewaar ze daarna op een donkere, droge plek, waar de temperatuur niet onder de 4 graden komt. Na IJsheiligen (half mei) kun je ze weer terug in de grond doen.

5. Planten in een tuinkas plaatsen

Als een tuinkas hebt, dan kun je deze met noppenfolie en een klein elektrisch kacheltje vorstvrij houden. Op die manier is het een prima plek om je planten te laten overwinteren.

6. Emmer als bescherming

Mocht je worden overvallen door de vorst en zoek je een snelle oplossing om je planten te beschermen, dan kun je er een emmer overheen zetten. Dit werkt natuurlijk alleen bij kleine planten. Als de vorst voorbij is, haal je de emmer meteen weg, zodat de plant weer licht krijgt.

7. Drainage regelen

Planten sterven in de winter overigens eerder door een teveel aan water dan een teveel aan kou. In de winter regent het vaker, en als het water niet goed wegloopt, dan kunnen de wortels van een plant gaan rotten. Zorg dus dat je drainage op orde is! Potplanten wil je in een pot met een gat onderin hebben staan. In de zomer kun je hier een schoteltje onder zetten, maar in de winter haal je dat schoteltje juist weg.

Hopelijk komen je planten met deze tips goed de winter door. Veel succes!

7 prachtige winterbloeiers voor in je tuin

Hulst (ilex), een winterbloeiende tuinplant, bij tuincentrum Steck in Utrecht Overvecht in de winter

Vind je je tuin te kaal in de winter? Daar is van alles aan te doen! Bijvoorbeeld door een paar winterbloeiers te planten. Als de meeste planten in rust gaan, hun blad afwerpen en zich zelfs helemaal verstoppen onder de grond, staan deze planten juist te stralen met hun kleurrijke bloemen of bessen. We hebben de 7 mooiste winterbloeiers voor je op een rijtje gezet:

1. Kerstroos/Nieskruid (Helleborus)

Als de winter op zijn grijst is en alles lijkt kaal en koud, dan kunnen de eerste bloemen van de Helleborus je dag helemaal goed maken. Deze ijzersterke, vaste plant bloeit van januari tot in april. Kerstrozen zijn er in allerlei verschillende kleuren. Bij stevige vorst onttrekt de plant het water tijdelijk uit haar bloemen, zodat ze niet kunnen bevriezen. Het water wordt bewaard in de bladeren en wortels. De bloemen hangen even slap, maar als de vorstperiode voorbij is, dan pompt de kerstroos het water weer terug en staan de bloemen er al snel weer stralend bij. Je kunt de kerstroos het hele jaar door planten. De meeste soorten staan het liefst op een plek in de halfschaduw, op een vruchtbare, kalkrijke bodem waar overtollig water goed wordt afgevoerd. De kerstroos wordt zo’n 30 centimeter hoog. 

Kerstroos/Nieskruid (Helleborus)

2. Sneeuwbal (Viburnum tinus)

Alleen al vanwege de naam wil je deze heester in je tuin hebben. Hij dankt zijn naam aan de bolvormige roze-witte bloemschermen die – met enige fantasie – op sneeuwballen lijken. Heel veel sneeuwballen, want de heester bloeit rijk. Vaak al vanaf oktober tot maart/april. Viburnum tinus is een langzame groeier. Hij kan wel 2 tot 3 meter hoog worden, maar door snoei kun je hem op gewenste hoogte houden. Het is een makkelijke plant. Liefst staat hij op een zonnige plek uit de wind, met een goed doorlatende grond. 

Sneeuwbal (Viburnum tinus)

3. Skimmia (Skimmia reevesiana)

Van deze compacte heester heb je het hele jaar veel plezier. In de lente bloeit hij met sierlijke, witte bloempluimen. Vervolgens komen de witgroene besjes, die tussen oktober en februari knalrood zijn. Extra leuk voor de kerst, maar ook daarbuiten geven de bessen een mooi accent aan je tuin. Ook de vogels doe je een groot plezier met de besjes! De Skimmia reevesiana wordt 50 tot 60 centimeter hoog en doet het goed in de schaduw van bomen of grotere heesters. 

Skimmia (Skimmia reevesiana)

4. Hulst (Ilex)

Nog zo’n heester met van die mooie, rode bessen! En met een hoge symbolische waarde. Zelfs de Romeinen versierden er al hun huizen mee tijdens het feest van de zonnewende op 21 december. Behalve als leuk kerststukje in je huis, is hulst ook aantrekkelijk voor in je tuin of zelfs als haag. De plant is megasterk en heeft weinig onderhoud nodig. Ook vogels doe je er een plezier mee: de stekelige bladeren geven goede beschutting voor een nestje in het voorjaar. Appelvinken zijn dol op de besjes. Er zijn veel verschillende soorten hulst. De ‘gewone’ hulst heet Ilex aquifolium en die is ook in allerlei variëteiten te koop. Hulst groeit van nature in bossen en staat graag in de (half)schaduw. De heester kan metershoog worden, maar is goed te snoeien.

Hulst (Ilex)

5. Winterheide (Erica)

Deze vrolijke bodembedekker fleurt je tuin helemaal op. Winterheide bloeit van december tot begin april en trekt zich niets aan van vorst, sneeuw of koude wind. De bloemetjes zijn wit, roze of lila. Met een paar planten kun je al een waar kleurentapijt maken in je tuin. De uitgebloeide bloemetjes haal je weg door met je hand over de plant te strijken. Winterheide kan zowel in de halfschaduw als in de volle zon.  

Winterheide (Erica)

6. Toverhazelaar (Hamamelis)

Deze heester trakteert je in de herfst al op een goudgeel bladerfeest. Om vervolgens al zijn blad af te gooien en te vervangen door gele tot rode bloemen, die bloeien op het kale hout. De bloei vindt plaats tussen december en maart. De heester is op zijn mooist als je hem niet snoeit, maar hierdoor is hij minder geschikt voor een kleine tuin. Hij kan in volle glorie gerust 3 meter breed en 3 meter hoog worden. Als je die ruimte hebt, dan is het zeker een waardevolle aanvulling voor je tuin. Mét prachtige kleuren in herfst en winter.

Toverhazelaar (Hamamelis)

7. Japanse roos (Camellia Japonica)

En last, maar zeker niet least: de Japanse roos. Van februari tot en met april schittert deze heester in je tuin met grote, roosachtige bloemen. De plant staat het liefst op een beschutte plek in de halfschaduw. Bij strenge vorst kun je hem het beste wat bescherming geven door een dikke laag bladeren onder aan de struik te leggen. De bovenste wortels zijn namelijk vorstgevoelig. De Camellia Japonica houdt van een zure bodem.

Japanse roos (Camellia Japonica)

Planten in de winter

Let wel: De herfst is het beste seizoen om planten in de grond te zetten. Maar als het niet vriest en de grond is niet te nat, dan kun je winterharde planten ook gerust in de winter in je tuin zetten. Houd ze wel extra goed in de gaten en bescherm ze eventueel bij strenge vorst.

7 winterharde potplanten voor op je balkon

Druifheide (leucothoe fontanesiana), een winterbloeiende tuinplant, bij tuincentrum Steck in Utrecht Overvecht in de winter

Een groen balkon kan zelfs de grauwste winterdag opfleuren. Maar veel planten kunnen niet goed tegen de kou. Zeker bij vorst hebben potplanten het zwaarder dan planten in volle grond. Gelukkig bestaan er genoeg wintergroene bikkels die de koude kunnen doorstaan. Zelfs in een pot! 

Verzorging

Hoe winterhard een plant ook is, er zijn een paar dingen waarmee je rekening moet houden om planten (en potten) goed de winter door te krijgen: 

  • Gebruik potten met een gat onderin, zodat overtollig water weg kan. Zo voorkom je dat de wortels gaan rotten. Zet er ook geen schoteltje onder, want dan blijft het water soms toch nog te lang in de pot staan. 
  • Kies voor vorstbestendige bakken. Potten die nat zijn, kunnen bij vorst gaan barsten en dat zou zonde zijn. 
  • Geef af en toe water op dagen dat het niet vriest. In de winter hebben planten veel minder water nodig dan in de zomer. Hoeveel dat precies is, is onder meer afhankelijk van de standplaats van je plant. Het is vooral belangrijk dat de grond niet helemaal uitdroogt. 
  • Pak de pot bij strenge vorst in met bijvoorbeeld noppenfolie of jute. 

Zie ook dit filmpje van tuinieren.nl voor nog meer tips over potplanten beschermen tegen de vorst.

De mooiste winterharde potplanten

1. Bergthee (Gaultheria procumbens)

In een lage, brede bak komt deze vrolijke bodembedekker helemaal tot zijn recht. De knalrode besjes tussen de roodpaarse blaadjes geven meteen sfeer op je balkon. Ondanks de naam is de gekweekte variant niet geschikt om thee van te trekken. In de inheemse groeigebieden in Azië en Noord-Amerika kan dat wel. In het voorjaar maakt de plant frisgroene blaadjes. In de zomer komen er lieve witte of lichtroze bloemklokjes aan. 

Bergthee (Gaultheria procumbens)

2. Winterheide (Erica carnea)

Dit is ook zo’n mooie, compacte bloeier. Door de takken vol minibloemetjes zorgt de altijd groene heester voor een explosie aan kleur op je balkon. Zeker als je meerdere exemplaren bij elkaar in een bak zet. De bloemetjes bloeien tot april. Winterheide staat het liefst op een zonnige plek, maar doet het ook in halfschaduw.

Winterheide (Erica carnea)

3. Zegge (Carex)

Van dit vrolijk sprieterige siergras bestaan veel soorten die de hele winter groen blijven. Neem bijvoorbeeld Carex morrowii. Die vormt frisgroene pollen die zo’n 30 tot 40 centimeter hoog worden. Ze zijn extra mooi als er ‘s ochtends wat rijp op het langgerekte blad ligt. Carex oshimensis is een zegge-soort uit Japan. Daarvan zijn verschillende cultivars met gestreept blad. Een aantrekkelijke afwisseling van het groen op je balkon! Zegge groeit zowel op zonnige als schaduwrijke plaatsen.  

Carex oshimensis Evergold

4. Skimmia (Skimmia Reevesiana)

Deze kleine struik is het hele jaar mooi. Van april tot juni kun je genieten van witte, pluimvormige bloemen. In de zomer worden dit witte besjes die in de herfst knalrood kleuren. En daar kijk je dan de hele winter op uit. De plant staat het liefst in de halfschaduw en wordt 50 tot 60 centimeter hoog.

Skimmia (Skimmia Reevesiana)

5. Druifheide (Leucothoe)

In de winter is het langwerpige blad van deze kleine, sterke heester glanzend rood. De plant is familie van de heide en komt voor in verschillende soorten. Ze is geen zonaanbidder, dus zet de struik het liefst in de schaduw. Heb je een zonnig balkon, zorg dan dat de bodem lichtvochtig blijft. In mei en juni verschijnen er aantrekkelijke trosjes met witte bloemetjes aan de plant. 

Druifheide (leucothoe fontanesiana)
Druifheide (Leucothoe)

6. Huislook (Sempervivum)

Dat deze knappe vetplant heel sterk is, blijkt wel uit haar naam: sempervivum betekent ‘altijd levend’. Het is niet voor niets dat deze sedumsoort veel gebruikt wordt op groene daken. Sempervivum spreekt tot de verbeelding door de rozetvorm waarin de blaadjes groeien: een mooie toevoeging op je winterbalkon. Als je de plant goed verzorgt, dan trakteert ze je in de zomer op een prachtige bloem op een lange stengel uit het midden van het rozet.

Huislook (Sempervivum)

7. Kerstroos (Helleborus)

Vanwege de prachtige bloemen die al vanaf januari bloeien is de kerstroos een populaire tuinplant. Helleborus doet het het best in de volle grond, maar met de juiste aandacht kun je deze vroegbloeier gerust in een pot op je balkon plaatsen. Zet de plant in een ruime pot met een goede drainage. Helleborus houdt niet van natte voeten. Ook is ie niet zo’n fan van de volle (winter)zon en bij strenge vorst kun je hem het best even op een koele binnenplek zetten. Een ietwat kieskeurige plant, die toch wel écht de moeite waard is. Je wordt echt blij van die bloemen in januari!

Kerstroos (Helleborus)

Al deze potplanten zijn te koop bij Steck. Kom gerust rondsnuffelen en kijk ook tussen de winterbloeiers voor in de tuin!

Lees ook hoe je planten in je tuin beschermt tegen de vorst.

Workshop – Junglevibes: Planten tekenen en schilderen in Steck

25 november 2023 | 10:00 am 4:00 pm

€89,50

Workshop – Junglevibes: Planten tekenen en schilderen

Workshop - Junglevibes: Planten tekenen en schilderen in Steck

Maak in 1 dag een schilderij of tekening van een deel van de planten in het tuincentrum

Datum
25 november 2023

Tijd
10:00-16:00

Toegang
89,50 euro

Locatie
Steck

Houd jij ook zo van planten? En houd je van tekenen en/of schilderen? Doe dan een dag creatief mee in de binnenjungle van het tuincentrum. In 1 dag maak je op basis van een aantal gestructureerde stappen een tekening of schilderij. Je kiest zelf een plek in het tuincentrum dat je inspireert.

Workshopgever Marjet geeft je oefeningen om te kijken en ze leert je over tonaliteit, compositie en vorm. Of je nu beginner of gevorderd bent, Marjet begeleid je op je eigen niveau naar een eindresultaat. 

Wat ga je doen?
In de ochtend begin je met kijken en schetsen, je kiest dan 1 beeld om op verder te werken. Wil je schilderen? Dan maak je hiervan een onderschildering in licht/donker. Ga je tekenen? Dan ga je dit beeld verder uitwerken. Na de lunch gaan de schilders aan de slag met kleuren mengen en het schilderij verder opbouwen. Tekenaars gaan verder met detailleren of kiezen desgewenst nog een andere plek om te werken. 

Inbegrepen zijn de volgende materialen:

– 1 doek per persoon
– Acrylverf
– Houtskool
– Groot papier
– Oliepastelkrijt
– Kleurpotlood

Wat neem je zelf mee:

– Schetsboek, potlood en kneedgum
– Krukje of campingstoel om op te zitten (we verspreiden ons door het tuincentrum)
– Kwasten (als je van plan bent te schilderen)
– Plastic bakje om water in te doen (als je van plan bent te schilderen)
– Plastic bordjes om verf op te mengen

Mocht je gebruik willen maken van andere materialen zoals bijvoorbeeld olieverf, aquarel etc, neem die dan zelf mee. Ik kan je daarin ook begeleiden.

Overige informatie

De workshop duurt van 10:00 tot 16:00u. Je kunt zelf lunch meenemen maar deze is ook te verkrijgen bij tuincafe Noordertuin in Steck.

Extraatje: op de workshop dag zelf ontvang je 10% korting op het winkelassortiment van Steck.

Over Marjet - De workshopgever

‘Als beeldend kunstenaar vind ik mijn inspiratie in de natuur en dan met name in de wereld van planten. Ooit begon dat doordat ik zelf in een tuincentrum planten ging schilderen! Ik ben enorm onder de indruk van de prachtige vormen van bladeren en de spannende doorkijkjes die je in flora en fauna kunt vinden. Ik geef regelmatig binnen – en buitenworkshops waarin ik mensen begeleid in het tekenen en schilderen van de prachtige flora en fauna die we om ons heen kunnen vinden!’

Voor meer informatie over mijn beeldend werk, workshops en lessen kun je kijken op www.marjetvisscher.com

Binnenkort bij Steck

Workshop – Botanisch schilderen


15 oktober 2023


|


10:00 am



12:30 pm

€61,21

Workshop – Botanisch schilderen

Workshop: Botanisch schilderen

Maak kleine abstracte kunstwerken met inspiratie uit de natuur, geschilderd op papier gemaakt van landbouwafval

Datum
15 oktober 2023

Tijd
10:00-12:30

Toegang
61,21 euro

Locatie
Steck

De workshop

Heb je behoefte aan het leegmaken van jouw hoofd? Of heb je gewoon zin om even lekker creatief bezig te zijn met verf? Dan is deze workshop voor jou!

Tijdens de workshop ga je diverse kleine kunstwerken maken met verschillende media. De inspiratie haal je uit de natuur om je heen. We beginnen de workshop met een rondje door de kassen en tuinen van Steck om tot rust te komen en om op zoek te gaan naar inspiratie voor het werk dat je later gaat maken. Door het gebruik van verschillende media gaan we abstracte en kleurrijke kunstwerken van klein formaat maken. Zet jouw kunstwerkjes als echt ‘eye cathers’ in huis of stuur ze op als ansichtkaart.

We gaan schilderen op papier gemaakt van landbouwafval zoals stengels en bladeren. Het papier heeft een lichte naturel kleur met wat kleine zichtbare vezeltjes en een glad oppervlak.

Let op: het is erg verslavend! 

Overige informatie

De workshop duurt van 10:00 tot 12:30u en zal plaatsvinden in de Expo ruimte binnen Steck Utrecht. Bij goed weer zal de workshop verplaatst worden naar buiten, in de tuin van de Noordertuin (gelegen binnen Steck).

Extraatje: op de workshop dag zelf ontvang je 10% korting op het winkelassortiment van Steck.

Over de workshopgever

Als grafisch vormgever en fotograaf is Renée met haar bedrijf Een & Ander elke dag bezig met creativiteit en het maken van mooie beelden. Om rustmomentjes in de drukte te creëren is zij na een lange tijd weer begonnen met schilderen. Niets bleek beter te helpen met het leegmaken van haar hoofd dan het schilderen van abstracte vormen en patronen die geïnspireerd zijn op de natuur. Deze ervaring wil zij nu delen met anderen. ​

Voor meer informatie over Renee en haar werk kun je kijken op https://www.eenenanderdesign.nl

Binnenkort bij Steck

Workshop – Botanisch schilderen


8 september 2023


|


1:00 pm



4:00 pm

Maak kleine abstracte kunstwerken met inspiratie uit de natuur.

€61,21