Workshop – Botanisch schilderen

Workshop: Botanisch schilderen

Maak kleine abstracte kunstwerken met inspiratie uit de natuur, geschilderd op papier gemaakt van landbouwafval

Datum
15 oktober 2023

Tijd
10:00-12:30

Toegang
61,21 euro

Locatie
Steck

De workshop

Heb je behoefte aan het leegmaken van jouw hoofd? Of heb je gewoon zin om even lekker creatief bezig te zijn met verf? Dan is deze workshop voor jou!

Tijdens de workshop ga je diverse kleine kunstwerken maken met verschillende media. De inspiratie haal je uit de natuur om je heen. We beginnen de workshop met een rondje door de kassen en tuinen van Steck om tot rust te komen en om op zoek te gaan naar inspiratie voor het werk dat je later gaat maken. Door het gebruik van verschillende media gaan we abstracte en kleurrijke kunstwerken van klein formaat maken. Zet jouw kunstwerkjes als echt ‘eye cathers’ in huis of stuur ze op als ansichtkaart.

We gaan schilderen op papier gemaakt van landbouwafval zoals stengels en bladeren. Het papier heeft een lichte naturel kleur met wat kleine zichtbare vezeltjes en een glad oppervlak.op lichtgevoelig papier. Door belichting met een UV lamp ontstaan een unieke afdruk in blauw(tinten) en wit. Je gaat naar huis met zes afdrukken en een gebruiksaanwijzing om zelf thuis aan de slag te kunnen gaan.

Let op: het is erg verslavend! 

Overige informatie

De workshop duurt van 10:00 tot 12:30u en zal plaatsvinden in de Expo ruimte binnen Steck Utrecht. Bij goed weer zal de workshop verplaatst worden naar buiten, in de tuin van de Noordertuin (gelegen binnen Steck).

Over de workshopgever

Als grafisch vormgever en fotograaf is Renée met haar bedrijf Een & Ander elke dag bezig met creativiteit en het maken van mooie beelden. Om rustmomentjes in de drukte te creëren is zij na een lange tijd weer begonnen met schilderen. Niets bleek beter te helpen met het leegmaken van haar hoofd dan het schilderen van abstracte vormen en patronen die geïnspireerd zijn op de natuur. Deze ervaring wil zij nu delen met anderen. ​

Voor meer informatie over Renee en haar werk kun je kijken op https://www.eenenanderdesign.nl

Binnenkort bij Steck

Workshop – Botanisch schilderen

Workshop - botanisch schilderen

Maak kleine abstracte kunstwerken met inspiratie uit de natuur.

Datum
8 september

Tijd
13:00-16:00

Toegang
€61,21

Locatie
Steck

Heb je behoefte aan het leegmaken van jouw hoofd? Of heb je gewoon zin om even lekker creatief bezig te zijn met verf? Dan is deze workshop voor jou!

Tijdens de workshop ga je diverse kleine kunstwerken maken met verschillende media. De inspiratie haal je uit de natuur om je heen. We beginnen de workshop met een rondje door de kassen en tuinen van Steck om tot rust te komen en om op zoek te gaan naar inspiratie voor het werk dat je later gaat maken. Door het gebruik van verschillende media gaan we abstracte en kleurrijke kunstwerken van klein formaat maken. Zet jouw kunstwerkjes als echt ‘eye cathers’ in huis of stuur ze op als ansichtkaart.

We gaan schilderen op papier gemaakt van landbouwafval zoals stengels en bladeren. Het papier heeft een lichte naturel kleur met wat kleine zichtbare vezeltjes en een glad oppervlak.op lichtgevoelig papier. Door belichting met een UV lamp ontstaan een unieke afdruk in blauw(tinten) en wit. Je gaat naar huis met zes afdrukken en een gebruiksaanwijzing om zelf thuis aan de slag te kunnen gaan. Let op: het is erg verslavend! 

Over Renée

Als grafisch vormgever en fotograaf is Renée met haar bedrijf Een & Ander elke dag bezig met creativiteit en het maken van mooie beelden. Om rustmomentjes in de drukte te creëren is zij na een lange tijd weer begonnen met schilderen. Niets bleek beter te helpen met het leegmaken van haar hoofd dan het schilderen van abstracte vormen en patronen die geïnspireerd zijn op de natuur. Deze ervaring wil zij nu delen met anderen.

De Voortuinverkiezing Tuindorp 2023: de winnaars

Op 23 juni, een zonnige vrijdagochtend, stapt de jury op de fiets: klaar voor een ronde langs 18 voortuinen in groen en kleurrijk Tuindorp. Welke voortuin in Tuindorp is de mooiste? De wedstrijd werd georganiseerd door wijkvereniging Tuindorps belang. En de prijzen? Die stelde Steck ter beschikking. Op zaterdag 24 juni reikte wijkwethouder Susanne Schilderman de prijzen uit aan de drie winnaars.

De vorige voortuinverkiezing is alweer twee jaar geleden. Dit jaar was het voor de jury (inclusief Christian van Steck) opnieuw een feest om de voortuinen te beoordelen op verschillende criteria, zoals: hoe origineel en creatief is de tuin? Hoeveel aandacht heeft de tuin voor duurzaamheid en biodiversiteit? Hoeveel variatie in beplanting is er? Extra oog had de jury voor kleurgebruik in de tuin. Na de ronde door de wijk was het aan de jury: welke tuinen verdienen de eerste, tweede en derde prijs? Geen makkelijke keuze, maar de jury kwam eruit.

Feestelijke uitreiking

Op 24 juni was het zover. Wie waren de winnaars van de allermooiste en allergroenste voortuinen in Tuindorp? Onder het genot van een hapje en drankje reikte wijkwethouder Schilderman de prijzen uit in De Pan. Net als vorige keer stelde Steck de prijzen ter beschikking.

De winnaars

Derde prijs

De derde prijs (een waardebon van € 100 te besteden bij Steck) was voor de Linnaeuslaan 48. Een fragment uit de beoordeling van wijkwethouder Schilderman: ‘De jury was meteen onder de indruk van deze tuin met als fraaie blikvanger de schitterende passieflora aan de gevel. Deze voortuin is met veel variatie opgebouwd en er is heel erg goed nagedacht over de inrichting van de tuin. De tuin heeft hele mooie vaste planten en mooie fruitboompjes.’

Tweede prijs

De tweede prijs (een waardebon van € 150 te besteden bij Steck) ging naar de Prof. Leonard Fuchslaan. Over deze tuin zegt de wijkwethouder onder andere: ‘Een hele mooie voortuin waar erg goed over is nagedacht. Mooi qua kleurgebruik, een wilde tuin, maar ook een slimme tuin met veel variatie in beplanting met bloei in verschillende periodes. Een duurzame en diervriendelijk tuin met onder andere een vogelnestje en paddenhuisje en aandacht voor aparte insecten als oorwormen. De jury roemt de mooie diversiteit, creativiteit, het werken met subtiele hoogteverschillen, de indeling en het kleurgebruik.’ Een tip had de jury ook: ‘Vervang het houten hekwerk door een fraaie heg of haag.’

Eerste prijs

En de hoofdprijs? De Steck waardebon van € 200 was voor de Burgemeester Van de Voort van Zijplaan 39, 41, 43. Over deze tuinen zegt wijkwethouder Schilderman onder meer: ‘Bij de eerste aanblik van de tuin van de winnaar – of beter van de winnaars – was de jury meteen betoverd door deze tuin. Een voortuin die oogt als een hele grote, mooie groenstrook, als een fraai geheel dat rust en ruimte uitstraalt. Een verrassing in de straat! Prachtig! De jury was ook zeer te spreken over het initiatief van de buren om de voortuinen samen te voegen, gezamenlijk te onderhouden en te verzorgen. Dit zorgt voor een fraai geheel en niet onbelangrijk ook voor een belangrijk sociaal element: samen de tuinen verzorgen.’ De jury gaf als tip: ‘Maak een ‘spreekwoordelijk’ raam in de haag als verrassend doorkijkje.’

Eervolle vermeldingen

Drie voortuinen kregen een eervolle vermelding. Lees een greep uit de beoordelingen die de jury over deze tuinen schreef:

  • De Doctor H. Th. s’ Jacoblaan 38: ‘De jury was aangenaam verrast door deze tuin en typeerde de voortuin als een hele mooie ecologische tuin.’
  • De Hugo de Vrieslaan 19: ‘De jury was meteen enthousiast bij de eerste aanblik van deze tuin. Een hele leuke tuin, praktisch en slim ingedeeld met veel kleur.’
  • De Prof. Dr. Magnuslaan 13: ‘Een hele mooie, groene tuin met een grote variatie aan beplanting. Een hele strakke tuin, indrukwekkend vormgegeven.’

Steck en Tuindorps belang feliciteren alle winnaars met hun prijs. En alle deelnemers: bedankt!

8 tips voor een vlindervriendelijke tuin

Vlinders die om je heen fladderen in een zonnige tuin, dat is toch wel het ultieme geluksgevoel. Helaas zijn er steeds minder vlinders in Nederland. Dat is niet alleen jammer voor ons geluksgevoel, het zegt vooral veel over de staat van de natuur. Vlinders hebben steeds meer moeite met het vinden van voedsel. Vooral rupsen – die zich later ontpoppen tot vlinders – zijn ontzettend kieskeurig. Als ze hun lievelingsplanten niet kunnen vinden, dan gaan ze dood. Met een vlindervriendelijke tuin of balkon kun je dit voorkomen. Hieronder lees je hoe je dat doet.

Eitje, rupsje, vlinder

Allereerst is het handig om te weten hoe de levenscyclus van een vlinder in elkaar steekt. Een vrouwtjesvlinder legt eitjes. Daar komen rupsen uit. De eitjes en de rupsen zijn bij elke vlindersoort anders. Een rups eet zich vol. Zo vol, dat hij moet vervellen om zijn huid mee te laten groeien. Dat doet-ie zo’n 5 keer. Bij de laatste keer vervellen, verandert de rups in een pop, met soms nog een extra cocon eromheen. Bij sommige vlinders duurt deze fase een paar dagen, bij andere kan het wel tot drie jaar duren! Uiteindelijk komt er een vlinder uit de pop. Een klein wonder.

Vlinders rond Utrecht

Volgens de Vlinderstichting komen de volgende dagvlinders het meest voor rond Utrecht: bruin zandoogje, klein koolwitje, oranjetip, atalanta, boomblauwtje, gehakkelde aurelia en dagpauwoog. Hieronder zie je de dagpauwoog in al haar kleurenpracht:

Wil je deze – en andere – vlinders een handje helpen, zorg dan dat je je tuin of balkon zo vlinder- en rupsvriendelijk mogelijk inricht. Volg onderstaande tips en je bent al een heel eind op weg!

1. Zorg voor nectarplanten voor vlinders

Vlinders halen nectar uit bloemen. Dat is een zoete stof die planten aanmaken om insecten te lokken. Vlinders en bijen die de nectar uit de bloem halen, nemen in het voorbijgaan ook wat stuifmeel mee op hun lijf. Zo kan een plant zich gemakkelijk voortplanten, zonder dat deze zich hoeft te bewegen. Voorbeelden van nectarplanten die de Utrechtse vlinders lekker vinden, zijn: pinksterbloemen, margrieten, kamille, lavendel, ijzerhard, vlinderstruiken, seringen, klimop, zonnebloemen, koninginnekruid en asters. En nog veel meer. Atalanta’s houden ook van overrijpe vruchten, dus laat afgevallen fruit van je fruitbomen vooral liggen.

2. Zorg voor afwisseling in je tuin

Vlinders oriënteren zich in een tuin op basis van de begroeiing. Hoe meer verschillende bloeiende planten, des te aantrekkelijker de tuin is voor een vlinder. De variatie geeft ook meer kans op de nectarplanten die bepaalde vlinders lekker vinden. Sommigen zijn wat kieskeuriger dan anderen. Zorg voor planten van verschillende hoogtes, met verschillende vormen, zoals schermbloemen en aren.

3. Kies specifieke waardplanten voor rupsen

Rupsen hebben een heel ander dieet dan vlinders. Vaak lusten ze maar één soort plant. Deze planten noemen we waardplanten. Dit woord is afgeleid van de waard in een herberg, die zijn gasten voorziet van een hapje en een drankje. De rups van het bruin zandoogje leeft voornamelijk van siergrassen. Die van het klein koolwitje voedt zich met koolplanten, zoals witte kool, boerenkool en raapstelen. Brandnetels zijn favoriet bij de rupsen van de atalanta en de dagpauwoog. De rupsen van de gehakkelde aurelia vinden hun voedsel in bijvoorbeeld de wilg, populier en de gladde iep. En die van het oranjetipje voeden zich voornamelijk met kruisbloemige planten, zoals pinksterbloemen en look-zonder-look. Klimop is juist weer favoriet bij de rupsen van het boomblauwtje.

4. Kies een hoekje waar je de natuur haar gang laat gaan

Brandnetels en distels zijn over het algemeen erg geliefd bij vlinders en rupsen. Dat geldt ook voor andere inheemse planten. Laat wilde planten gewoon opkomen, al is het ergens in een hoekje van de tuin.

5. Zaai een bloemenweide in

In het voorjaar kun je vast een speciale bloemenhoek voor vlinders inzaaien in je tuin. Zaai verschillende soorten door elkaar, liefst van biologische zaden als die van De Bolster. Niet alleen is zo’n bloemenweide een waar fijnproeversrestaurant voor vlinders, ook is het genot om naar te kijken in de zomer!

Bloemenweide

6. Zorg voor warmte

Vlinders zijn koudbloedig en hebben zonnewarmte nodig om zich op te laden. Plant nectarplanten op de zonnige plekjes in je tuin, liefst uit de wind. Ook kun je een bordje met rottend fruit neerzetten in het zonnetje.

7. Help vlinders overwinteren

Een groot deel van de Nederlandse vlinders blijft in de winter in Nederland. Ze overwinteren als eitje, pop of rups, bijvoorbeeld tussen afgevallen bladeren, in uitgebloeide planten of ergens in het gras. Maak je tuin dus vooral niet ‘winterklaar’, want in een opgeruimde tuin zijn er te weinig schuilplekjes te vinden. Sommige soorten overwinteren zelfs als vlinder, zoals de dagpauwoog en de gehakkelde aurelia. Ze verstoppen zich in schuurtjes of rommelzolders. Je kunt ze helpen door speciale vlinderkasten op te hangen.

8. Kies voor planten zonder pesticiden

Gelukkig zijn de regels voor het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen inmiddels strenger geworden. Wil je zeker zijn van planten in je tuin die geen schadelijke stoffen voor vlinders met zich meedragen? Kies dan bijvoorbeeld voor de planten van Hello Garden bij Steck. Deze zijn in samenwerking met de Vlinderstichting uitgekozen. Maar ook de planten van ympa, de klimplanten van Van der Starre, de eetbare planten van Stekkers en van Fruithof zijn allemaal zonder pesticiden gekweekt.

Wil je meer weten over vlindervriendelijke tuinen? Vraag dan het gratis digitale boekje ‘Tuinieren voor vlinders’ aan op de website van de Vlinderstichting.

Waarom je inheemse planten in je tuin wil zetten

Waarom je inheemse planten in je tuin wil zetten

Je hebt vast weleens van de term ‘inheemse planten’ gehoord, maar wat betekent dat nu eigenlijk? Inheemse planten (of heemplanten) zijn planten die van nature groeien in een bepaald gebied. Bekende inheemse planten in Nederland zijn bijvoorbeeld Hazelaar, Gele Kornoelje, Veldesdoorn en Kattenstaart. Dit soort planten zijn enorm belangrijk voor de biodiversiteit. Hoe dat precies zit, leggen we hieronder uit!


Wat is biodiversiteit?

Als er heel veel verschillende soorten (dieren, planten, schimmels, bacteriën) voorkomen in een gebied, dan heeft dat gebied een hoge biodiversiteit. En vaak geldt dat hoe hoger die biodiversiteit is, des te gezonder het ecosysteem. In de natuur staat alles in relatie met elkaar. De meeste planten zijn voor de voortplanting afhankelijk van insecten. Zowel die planten als de insecten worden gegeten door bijvoorbeeld kleine zoogdieren, die weer gegeten worden door grotere zoogdieren, enzovoort. Als er een soort wegvalt in het ecosysteem, dan heeft dat meteen gevolgen voor andere soorten in de kringloop van het leven. Gebieden met een lage biodiversiteit hebben vaak minder voedsel te bieden en zijn daarnaast ook vatbaarder voor plagen en pandemieën. Het natuurlijke evenwicht is weg, waardoor er van bepaalde soorten juist te véél kan ontstaan. Een voorbeeld daarvan is de eikenprocessierups die zomers al jaren hele gebieden in Nederland teistert.

Keizersmantel (vlinder) op braam
Keizersmantel (Argynnis paphia) op braam (Rubus fruticosus)

Afname insecten

Dat het niet goed gaat met de biodiversiteit, dat is inmiddels algemeen bekend. Wereldwijd is de insectenpopulatie de afgelopen dertig jaar bijvoorbeeld gemiddeld met een kwart afgenomen. Het aantal vlinders in Nederland is in die periode gehalveerd. Ecologen vermoeden dat door de afname van het aantal insecten ook bepaalde vogels zich nog maar weinig laten zien in ons land. De oorzaak van het uitsterven van insecten is divers: te veel stikstof, waardoor bepaalde planten uitsterven, verstedelijking, te veel maaien op boerenland, het gebruik van bestrijdingsmiddelen en noem maar op. Wat in elk geval duidelijk is, is dat insecten niet genoeg voedsel kunnen vinden en onvoldoende rust- of schuilplekken.

Inheemse planten in je tuin
En daar komen de inheemse planten om de hoek. De planten die al eeuwenlang in Nederland groeien, hebben zich in al die jaren aangepast aan de insecten die hier rondvliegen en andersom. Op elk potje past zogezegd een dekseltje, maar wel een heel specifiek dekseltje! In onze blog over plantenseks leggen we uit hoe dat zit. Rupsen zijn bijvoorbeeld hele kieskeurige eters: zij lusten vaak maar enkele plantensoorten. Als die er niet meer zijn, dan gaan de rupsen dood, en verdwijnt er (weer) een vlindersoort, die juist nuttig is voor de bestuiving van andere planten. Willen we voorkomen dat de insecten nog verder uitsterven, dan moeten we er op zijn minst voor zorgen dat er genoeg voedsel- en schuilplekjes voor hen te vinden zijn. En daar kun jij bij helpen door inheemse planten in je tuin te zetten!

Gelderse roos (Viburnum opulus)

Welke planten zijn inheems?

Er zijn een heleboel inheemse planten en bomen, hier noemen we er een aantal die je in elk geval bij Steck kunt kopen:

Bosrank (Clematis vitalba)
Hop (Humulus lupulus)
Kamperfoelie (Lonicera)
Maagdenpalm (Vinca minor)
Kluwenklokje (Campanula glomerata)
Gelderse roos (Viburnum opulus)
Framboos (Rubus idaeus)
Braam (Rubus fruticosus)
Veldesdoorn (Acer campestre)
Hazelaar (Corylus avellana)

Inheems en uitheems combineren
Het is overigens niet zo dat uitheemse planten níet goed zijn. Het merendeel van de uitheemse planten kun je prima in je tuin zetten en sommige insecten zullen daar ook wat van smikkelen. Let alleen wel op dat je uitheemse planten niet té succesvol zijn. Er zijn namelijk enkele invasieve soorten die, als je even niet oplet, je hele tuin overnemen en inheemse planten verdringen. De Japanse Duizendknoop is een van de bekendste voorbeelden hiervan. Wil je echt iets doen voor de biodiversiteit, zorg dan dat je in elk geval inheemse planten in je tuin hebt staan. Dat kan heel goed in combinatie met (niet-invasieve) uitheemse soorten. 

Weet jij welke grond er in je tuin ligt?

Schop bodem

Alles over grondsoorten in Nederland, hoe je erop tuiniert en over welke grond jij in je tuin hebt

Alles begint bij de ondergrond. Niet iedere plant kan overal groeien en daar speelt vooral de bodemsoort een belangrijke rol bij. Geen groen zonder gezonde grond. Je vindt in Nederland grofweg 4 grondsoorten waarop je kunt tuinieren: veen, klei, zand en löss. In deze blog zoeken we tot op de bodem uit hoe het zit met de grond in jouw (achter)tuin.

De kwaliteit en eigenschappen van de grond bepalen de plantengroei. De planten hebben dan weer invloed op hoeveel organisch materiaal aanwezig is in de bodem. En dat organische materiaal bepaalt de mate van bodemleven in je tuin. Eerder schreven we al over het belang van bodemdieren in je tuin: hier speelt de grondsoort dus ook een belangrijke rol. Een gezonde bodem heeft een gezond bodemleven.

Hoe zit het met mijn grond?

Pure grondsoorten, zoals hieronder beschreven, kom je in de meeste tuinen niet tegen. Door het afgraven en weer aanvoeren van grond wijkt de bodemsoort vaak af van de natuurlijke omgevingsbodem. Ook binnen de vier bekendste grondsoorten van ons land zijn verschillende samenstellingen mogelijk. Zo kan klei veel of weinig zanddeeltjes bevatten. 

Hoe weet je met welke grondsoort je in je tuin te maken hebt? Door het houden van een simpele bodemtest:

  1. Maak wat grond in je tuin vochtig, maar niet te nat. De grond mag niet aan je vingers plakken.
  2. Neem op 10-20 cm diepte met een eetlepel grond uit je tuin in je handen en probeer deze te kneden.
  3. De vorm die het kneedsel aanneemt, vertelt je grofweg met welke grondsoort je te maken hebt.

Zandgrond vormt zich tot een bergje op je hand, klei laat zich daarentegen heel makkelijk tot een gladde plak kneden. Veen is zo broos dat het tot niets te kneden valt en direct uit elkaar brokkelt. Hieronder kun je per bodemsoort lezen welke eigenschappen deze heeft en hoe je er het beste op tuiniert.

De ideale tuingrond

Als je achter op een zak tuin- of potgrond kijkt, zie je dat deze vaak bestaat uit een mengsel van grondsoorten. Veel mixen bevatten veengrond voor het vasthouden van water, gemengd met zand voor structuur en compost voor voeding (en dus bodemleven). Als je eenmaal weet welke grond er in je tuin ligt, kun je deze optimaliseren voor je planten door te kijken naar de natuurlijke eigenschappen die hieronder per grondsoort beschreven staan.

Wil je betere afwatering in je kruidentuintje? Voeg dan wat zand (en gruis) toe aan de bodem. Wil je juist water langer vasthouden? Voeg dan wat klei of veen toe aan de grond. Juist door soorten te mengen kom je vaak tot een ideale voedingsbodem voor plantengroei.

Utrechtse bodem

Zoals je hierboven kunt zien, kent de provincie Utrecht een mengelmoes aan grondsoorten. Zo vind je rondom Utrecht zowel klei, veen-, als zandgronden. Wat dat betekent voor het laten groeien van planten vertellen we je hieronder per grondsoort.

1. Veen – Frisse, natte spons

  • Kleur: donker, bijna zwart
  • Structuur: sponsachtig
  • Voordelen: nauwelijks water geven, makkelijk te bewerken
  • Nadelen: zuurstofarm, weinig mineralen
  • Komt voor in: kleine gebieden door heel Nederland
  • Ideaal voor: zuurminnende planten als Rododendrons en Hortensia’s

Veen is een opeenstapeling van compact, organisch materiaal en ontstaat in gebieden waar het grondwater hoog staat, waardoor grote hoeveelheden ijzer aan de oppervlakte komen. Hierdoor hopen plantenresten zich op die maar heel langzaam composteren door het lage zuurstofgehalte in het aanwezige roestwater.

Gedroogd veen is goed brandbaar. In de middeleeuwen is men daarom begonnen met het winnen van turf (gedroogd veen). Er is nog maar weinig veen over in Nederland. Heel veel grasland waar koeien nu op grazen was ooit veenmoeras. Tegenwoordig is veel oorspronkelijk veenlandschap bedekt met jonge klei.

Bron: Verantwoorde veenhouderij | Twee grote kluiten veengrond waar je nog duidelijk plantenresten in terug ziet

Tuinen op veengrond zijn vaak nat en zompig. Ook verzakt veengrond snel, zeker nu door onze droge en hete zomers het grondwaterpeil snel zakt. Huizen verzakken hierdoor sneller, met grote schade tot gevolg. Wie tuiniert op veengrond zal vaak zijn tuin moeten ophogen. Planten en bomen wortelen ondiep op veengrond, omdat ze nooit verdergaan dan het grondwaterpeil (want daar kunnen ze geen zuurstof halen).

2. Klei – Zware jongen vol voedingsstoffen

  • Kleur: donker
  • Structuur: zwaar en compact
  • Voordelen: houdt voedingsstoffen en water goed vast
  • Nadelen: wortels kunnen er moeilijk in groeien, wordt hard bij uitdroging, lastig om te bewerken
  • Komt voor in: kustgebieden (zeeklei), Betuwe (rivierklei)
  • Ideaal voor: snelgroeiende gewassen als maïs en suikerbieten

Klei kan makkelijk water vasthouden. Het laat zich uitsmeren zodra het nat wordt. Het kan ook voedingsstoffen makkelijk aan zich binden, omdat het elektrisch geladen is. Er vinden veel (chemische) reacties plaats, wat ervoor zorgt dat er ontzettend veel mineralen en andere voedingsbronnen worden vastgehouden. Leg je klei onder een microscoop dan zie je dat het bestaat uit op elkaar geplakte laagjes vanuit chemische samenstellingen. 

Bron: Better Organix | Klei bestaat uit vele ‘schijfjes’ zoals goed te zien is onder de microscoop

Tuinieren op kleigrond kan een hele uitdaging zijn. Kleigrond is heel erg zwaar en houdt water lang vast, maar laat ook slecht nieuw water toe. Doordat het zo compact is, is het ook moeilijk te bewerken en hebben veel planten moeite om te wortelen in de soms ondoordringbare grond. Dit gebeurt vooral als er weinig organisch materiaal in de bodem zit. Als klei uitdroogt kan het keihard worden, je hebt vast weleens die kenmerkende scheuren in de grond gezien op het boerenland. 

Wil je gebruikmaken van de voedzame eigenschappen van kleigrond, dan moet je zorgen voor een goede afwatering. Je wilt niet dat planten te lang met hun wortels in het nat staan. Op kleigrond komen vaak ook lastig te verwijderen onkruidsoorten voor, zoals kweek(gras), zevenblad en heggewinde. Is tuinieren op kleigrond dan alleen maar ellende? Zeker niet, Tuinseizoen geeft een aantal slimme tips.

3. Zand – Luchtige allesgroeier met verzorgingsbehoefte

  • Kleur: licht
  • Structuur: licht van structuur, korrelig
  • Voordelen: goed waterdoorlatend, makkelijk te bewerken
  • Nadelen: houdt weinig voedingsstoffen en water vast, schrale grond
  • Komt voor in: Noord-Limburg, Noord-Brabant en de Achterhoek
  • Ideaal voor: vrijwel alle soorten gewassen en planten, mits er genoeg water en voeding wordt gegeven

Zand is niets anders dan volledig uit elkaar gevallen steen. Daar gaat een enorm lang proces aan vooraf: stenen verweren door vorst en dooi, maar ook doordat ze botsen in snelstromende rivieren. Na duizenden malen herhaling van deze processen houd je grove zandkorrels over. Zand heeft een hele losse structuur en is van nature schraal en voedingsarm. Toch kun je prima dingen laten groeien op zandgrond door meststoffen en water toe te voegen.

Planten en gewassen die graag de diepte in groeien, zoals wortelknollen en wortelgewassen doen het heel goed op zandgrond. Ze kunnen ongestoord naar beneden groeien, omdat de grond vrij is van stenen en andere ‘blokkades’. Het is ook heel makkelijk om te oogsten op zandgrond: je haalt de groentes zo los uit de grond zonder deze te beschadigen. Ideaal ook voor asperges, die niet voor niets vooral op zandgronden geteeld worden.

Bron: 1Limburg | Asperges groeien niet voor niets op zandgronden. Ze kunnen hierin makkelijk wortels vormen en gestoken worden zonder te beschadigd te raken.

Tuinieren op zandgrond vraagt vooral om wat zorg en aandacht. Water spoelt snel weg, dus zeker in de zomer zul je vaak moeten sproeien. Ook raakt de grond snel uitgeput, waardoor je regelmatig compost of andere voedingsstoffen moet toevoegen aan de bodem. Meer tips voor het verbeteren van zandgrond vind je in het overzicht van Velt. 

4. Löss – De fijnste van het stel

  • Kleur: bruin
  • Structuur: zacht, bevat veel voedingsstoffen
  • Voordelen: compact, houdt makkelijker voeding vast
  • Nadelen: komt vrijwel nergens voor in Nederland
  • Komt voor in: Zuid-Limburg
  • Ideaal voor: vrijwel alle soorten planten en gewassen

Löss is heel fijn zand. Je vindt het maar in een klein deel van Nederland, van Maastricht tot Sittard. De grond is afkomstig van de bodem van Noordzee, toen deze nog droog stond. De grond is door de wind verspreid en is als het ware tegen de Limburgse heuvels ‘blijven plakken’. In dit gebied zijn de eerste boeren van Nederland 7000 jaar geleden terechtgekomen vanuit Oost-Europa en hier begonnen met de hedendaagse landbouw. 

Löss is heel compact en houdt daardoor, in tegenstelling tot ander zand, goed voedingsstoffen vast. Ze spoelen minder snel uit, wat het voor de akkerbouw ideaal maakt om op te verbouwen. Het voelt erg zacht aan.

Bron: Geoproeven | Löss is heel fijn zand en is daardoor heel compact

De smaak van de bodem

Nu weet je welke grondsoort je in je tuin hebt, en hoe je er het beste op kunt tuinieren. Maar wist je dat je de grondsoort ook kunt próeven in het eten dat er op geteeld wordt? In het NPO-programma Joel Lokaal gaat culinair journalist Joël Broekaert op zoek naar de ‘terroir’ Nederland. Een aanrader voor wie meer wil weten over de invloed van onze bodemsoorten op de smaak van ons voedsel.

Meer weten over een gezonde (voedings)bodem? Bekijk ons thema Heilige Grond.

[1] Oostwoud, A. (Red.) (2015). Een kleine eetbare tuin (4e druk). KNNV Uitgeverij.

Hoe ontwerp je een mooie border?

Een goed ontworpen border is het hele jaar door een lust voor het oog. Bovendien scheelt het je een boel onkruid wieden. Maar hoe krijg je zo’n mooie border? Er zijn boeken en websites met kant-en-klare beplantingsplannen. Het voordeel daarvan is dat iemand al heeft uitgezocht welke planten goed combineren. Maar het leukst is om zelf een ontwerp te maken. Ben je onzeker over het zelf ontwerpen van een border? Begin dan met een kleine border of een deel van een border. Je zult zien dat je na een jaar al heel veel geleerd hebt!

Wat voor soort border wil je?

Je staat op het punt om een levend kunstwerk te creëren, met ontzettend veel mogelijkheden. Denk eerst na over hoe je border er globaal uit moet komen te zien. Welke kleuren en vormen moeten erin terugkomen? Vind je het belangrijk dat er in de winter ook nog wat groens te zien is? Wil je een of meerdere bomen in je border (en is daar ruimte voor)? De vorm van je border maakt ook uit: als je de randen laat golven, dan ziet het er natuurlijker uit. Of misschien hou je juist van een lekker strak design, dan maak je een hoekige border.

Bestaande border aanpassen

Je kunt een geheel nieuwe border maken, maar je kunt ook een bestaande border aanpassen. Als je daarvoor planten moet verplanten, dan kun je dat het beste in de rustperiode van de planten doen, als het niet vriest. Dat betekent in maart of april, of juist in de herfst. Onderzoek ook welke grondsoort je hebt. En kijk hoeveel zonlicht er door de dag heen op de border valt. Dat moet je weten bij het uitkiezen van de planten. 

Plattegrond tekenen

Voor het maken van een overzichtelijke plattegrond zijn allerlei onlineprogramma’s, maar het kan ook prima met potlood en (ruitjes)papier. Teken op schaal een plattegrond van de border. Je hoeft nog niet te weten welke planten je precies wilt planten. Als je dat al wél weet, dan kun je bij het tekenen uitgaan van de botanische kenmerken van deze planten. Die vind je op de plantenlabels, en in allerlei (online) plantenencyclopedieën. Verderop komen we hierop terug.

In dit voorbeeld gaan we ervan uit dat je nog niet zo veel planten kent. Je begint met een ontwerp op basis van gewenste grootte en vorm en daar ga je later de planten bij zoeken. Met een passer (of uit de losse hand) maak je cirkels die de grootte van de planten aangeven. Je gaat hierbij uit van de plant in volgroeide staat.

Eerst teken je de struiken en de bomen in, waarmee je de infrastructuur van je border aangeeft. Vaak is het handig om die achterin te plaatsen, maar een boom of een wat hogere struik voorin kan juist zorgen voor een speelser ontwerp. Vervolgens teken je hoge planten in die niet heel breed uitwaaieren, zoals bepaalde grassen. Die zou je als kegels kunnen tekenen omdat ze echte blikvangers zijn in je tuin. Daarna teken je planten die niet groter worden dan 1,5 meter, daarna planten tot 1 meter, planten tot 50 cm en tenslotte de bodembedekkers. Zorg dat alle planten samen in volgroeide staat de hele bodem bedekken. Dat ziet er mooi uit en je zult minder hoeven schoffelen.

Kleuren en vormen uitkiezen

Op je plattegrond zie je nu hoeveel planten je nodig hebt van welke grootte. Nu kun je kleur gaan inbrengen in je ontwerp. Geef de cirkels de kleuren die jij bij elkaar vindt passen. Vaak werkt het goed om met grote kleurvlakken te werken. Ook is het mooi om te spelen met verschillende vormen: wissel schermbloemen als venkel of ribzaad af met aarvormige bloemen als kattenstaart en Salvia nemorosa. Er zijn ook bolvormige bloemen (sierui en kogeldistel), pluimbloemen (Astilbe) en margrietachtige bloemen. Door te variëren in kleur, hoogte en vorm kun je prachtige plantcombinaties maken. Zeker bij de wat lagere planten is het mooi om meerdere exemplaren van een bepaalde plant bij elkaar te zetten. En om groepjes planten op andere plekken in je border terug te laten komen. 

Bloeitijd

Als je het hele jaar wilt genieten van een bloeiende tuin, let dan op de bloeiperiode van de planten. De meeste planten bloeien tussen juni en augustus, dus kijk specifiek uit naar planten die het bloeiseizoen rekken. Er zijn zelfs planten die al in januari bloeien, zoals bepaalde soorten van de kerstroos (Helleborus) en sneeuwklokjes.

Planten uitkiezen

Het uitkiezen van de planten is uiteindelijk het meeste werk, omdat je rekening moet houden met heel wat factoren: kleur, vorm, hoogte, bloeitijd. Er zijn heel veel boeken met plantenlijsten, waarin je alle nodige kenmerken terugvindt, zoals de zeer uitgebreide Tuinplantenencyclopedie op kleur van Modeste Herwig. Ook de online plantenencylopedie van de Tuinen van Appeltern is heel handig. Je kunt hier onder andere selecteren op plantkleur, standplaats en bloeiperiode.  Als je border in de (half)schaduw ligt, dan kun je de lijsten met zonneminnende planten links laten liggen en andersom. Dat scheelt! Hou er ook rekening mee dat de planten die je uitkiest het goed doen op de grondsoort in je tuin.

Inheemse planten

Wil je de natuur in Nederland een handje helpen? Zorg er dan ook voor dat je inheemse planten in je border zet. Dat zijn planten als bosrank, maagdenpalm en kamperfoelie, die van nature veel in ons land voorkomen. Insecten en vlinders hebben deze planten nodig om te kunnen overleven. In deze blog leggen we het belang van inheemse planten uit.

Zoek je inspiratie voor je ontwerp? De Tuinen van Appeltern en VT Wonen hebben veel voorbeelden van mooie borders op hun site staan. Hou je van vaste planten? Volg dan @pietoudolf op Instagram. Hij is een van de beste Nederlandse tuinontwerpers.

7 winterharde potplanten voor op je balkon

Een groen balkon kan zelfs de grauwste winterdag opfleuren. Maar veel planten kunnen niet goed tegen de kou. Zeker bij vorst hebben potplanten het zwaarder dan planten in volle grond. Gelukkig bestaan er genoeg wintergroene bikkels die de koude kunnen doorstaan. Zelfs in een pot! 

Verzorging

Hoe winterhard een plant ook is, er zijn een paar dingen waarmee je rekening moet houden om planten (en potten) goed de winter door te krijgen: 

  • Gebruik potten met een gat onderin, zodat overtollig water weg kan. Zo voorkom je dat de wortels gaan rotten. Zet er ook geen schoteltje onder, want dan blijft het water soms toch nog te lang in de pot staan. 
  • Kies voor vorstbestendige bakken. Potten die nat zijn, kunnen bij vorst gaan barsten en dat zou zonde zijn. 
  • Geef af en toe water op dagen dat het niet vriest. In de winter hebben planten veel minder water nodig dan in de zomer. Hoeveel dat precies is, is onder meer afhankelijk van de standplaats van je plant. Het is vooral belangrijk dat de grond niet helemaal uitdroogt. 
  • Pak de pot bij strenge vorst in met bijvoorbeeld noppenfolie of jute. 

De mooiste winterharde potplanten

1. Bergthee (Gaultheria procumbens)

In een lage, brede bak komt deze vrolijke bodembedekker helemaal tot zijn recht. De knalrode besjes tussen de roodpaarse blaadjes geven meteen sfeer op je balkon. Ondanks de naam is de gekweekte variant niet geschikt om thee van te trekken. In de inheemse groeigebieden in Azië en Noord-Amerika kan dat wel. In het voorjaar maakt de plant frisgroene blaadjes. In de zomer komen er lieve witte of lichtroze bloemklokjes aan. 

Bergthee (Gaultheria procumbens)

2. Winterheide (Erica carnea)

Dit is ook zo’n mooie, compacte bloeier. Door de takken vol minibloemetjes zorgt de altijd groene heester voor een explosie aan kleur op je balkon. Zeker als je meerdere exemplaren bij elkaar in een bak zet. De bloemetjes bloeien tot april. Winterheide staat het liefst op een zonnige plek, maar doet het ook in halfschaduw.

Winterheide (Erica carnea)

3. Vedergras (Stipa)

Dit fijne gras geeft je balkon iets zomers in deze donkere tijden. In de wind gaat het gras golven. Er zijn verschillende soorten, zoals de Stipa tenuissima, een wat lagere soort met haarfijne sprietjes. De Stipa gigantea is ook erg mooi, met aren die meer dan een meter hoog kunnen worden. Vedergras komt uit warme streken als Spanje, Portugal en Midden-Amerika en staat daarom graag in de zon. Tegelijkertijd kan het exotisch aandoende gras prima tegen de vorst.

Vedergras (Stipa)

4. Skimmia (Skimmia Reevesiana)

Deze kleine struik is het hele jaar mooi. Van april tot juni kun je genieten van witte, pluimvormige bloemen. In de zomer worden dit witte besjes die in de herfst knalrood kleuren. En daar kijk je dan de hele winter op uit. De plant staat het liefst in de halfschaduw en wordt 50 tot 60 centimeter hoog.

Skimmia (Skimmia Reevesiana)

5. Druifheide (Leucothoe)

In de winter is het langwerpige blad van deze kleine, sterke heester glanzend rood. De plant is familie van de heide en komt voor in verschillende soorten. Ze is geen zonaanbidder, dus zet de struik het liefst in de schaduw. Heb je een zonnig balkon, zorg dan dat de bodem lichtvochtig blijft. In mei en juni verschijnen er aantrekkelijke trosjes met witte bloemetjes aan de plant. 

Druifheide (Leucothoe)

6. Huislook (Sempervivum)

Dat deze knappe vetplant heel sterk is, blijkt wel uit haar naam: sempervivum betekent ‘altijd levend’. Het is niet voor niets dat deze sedumsoort veel gebruikt wordt op groene daken. Sempervivum spreekt tot de verbeelding door de rozetvorm waarin de blaadjes groeien: een mooie toevoeging op je winterbalkon. Als je de plant goed verzorgt, dan trakteert ze je in de zomer op een prachtige bloem op een lange stengel uit het midden van het rozet.

Huislook (Sempervivum)

7. Kerstroos (Helleborus)

Vanwege de prachtige bloemen die al vanaf januari bloeien is de kerstroos een populaire tuinplant. Helleborus doet het het best in de volle grond, maar met de juiste aandacht kun je deze vroegbloeier gerust in een pot op je balkon plaatsen. Zet de plant in een ruime pot met een goede drainage. Helleborus houdt niet van natte voeten. Ook is ie niet zo’n fan van de volle (winter)zon en bij strenge vorst kun je hem het best even op een koele binnenplek zetten. Een ietwat kieskeurige plant, die toch wel écht de moeite waard is. Je wordt echt blij van die bloemen in januari!

Kerstroos (Helleborus)