Een mooie, gezonde tuin begint bij een vruchtbare bodem. Dat betekent vooral: een bodem vol leven. In een goede bodem leven ontelbare bodemorganismen, die afval omzetten in voedingsstoffen voor planten. Deze organismen houden ook de bodem luchtig. Hierdoor kan deze beter water opnemen en kunnen planten goed met hun wortels bij de voedingsstoffen. Wil je ook dit jaar genieten van een stralende tuin, zorg er dan voor dat al die bodemdiertjes hun werk kunnen doen.
Ecosysteem
Bij het tuinieren is het belangrijk om je het volgende te realiseren: als je de natuur gewoon haar werk laat doen, dan ontstaat er een systeem dat in balans is. Op braakliggende terreinen groeien vanzelf bepaalde typen wilde planten (die wij meestal onkruid noemen) die kúnnen groeien op die plek. Wanneer er een tekort is aan voedingsstoffen, dan zijn dit type planten in staat om zich toch te voeden. Met hun lange wortels halen ze diep gelegen voedingsstoffen alsnog naar boven, waardoor er vervolgens ook andere planten kunnen groeien. Deze ontwikkeling stimuleert weer een actiever bodemleven. Ofwel: als je niks doet, groeit er tóch iets. En een weinig vruchtbare grond wordt (tenzij heel ernstig vervuild) op deze manier uiteindelijk alsnog weer vruchtbaar.
Natuurlijk tuinieren
De kunst is om de manier waarop je tuiniert zo dicht mogelijk bij het natuurlijke proces van plantengroei te houden. Hoe meer jouw tuin lijkt op een natuurlijk ecosysteem, des te minder werk je eraan hebt. Dat kun je onder andere bereiken door planten te kiezen die bij je bodemsoort passen en ze op de juiste standplaats te zetten, zodat ze de juiste hoeveelheid zonlicht krijgen. Werken via de principes van permacultuur, waarbij je rekening houdt met de verschillende plantlagen die voorkomen in de natuur, helpt ook. Verder is het belangrijk om zo weinig mogelijk te spitten, omdat dat het bodemleven verstoort. Liever help je de bodem een handje door bodemverbeteraars toe te voegen aan je aarde. Hieronder leggen we je uit wat je opties zijn.


Bodemverbeteraars
Voordat je aan de slag gaat, wil je eerst weten op welke grondsoort je tuiniert. Op basis daarvan kun je beter begrijpen wat je grond nodig heeft. Dat is voor elke tuin anders. Wat je uiteindelijk wil, is een luchtige bodem met een rijk bodemleven en met de juiste voedingsstoffen voor je planten. De volgende bodemverbeteraars kunnen je daarbij helpen:
Compost
Dit is de meest natuurlijke en milieuvriendelijke bodemverbeteraar. Compost bestaat uit plantenresten die op een gecontroleerde manier worden afgebroken. Het verbetert alle soorten grond die een niet zo ideale structuur hebben. In de natuur, waarin niemand afgevallen blad, fruit en uitgebloeide planten opruimt, gaat dit afbraakproces vanzelf. De vruchtbare bovenlaag die daarbij ontstaat noemen we humus. Door tuinafval zo min mogelijk op te ruimen, ontstaat er in jouw tuin ook een humuslaag. Humus en compost houden je bodem luchtig, zorgen voor voedingsstoffen en stimuleren het bodemleven.
Je kunt zelf compost maken met afval uit je eigen tuin en groenafval uit je keuken óf je koopt het kant-en-klaar. Het is voldoende om één keer per jaar een laagje compost door de bovenste grondlaag van je borders te mengen. Een laag van 1 of 2 centimeter compost volstaat, tenzij je grond erg arm is. In dat geval raden we 4 tot 6 centimeter aan. Je kunt ook een dun laagje uitstrooien over je gazon. De meeste mensen strooien compost in het vroege voorjaar, maar in de herfst kan ook prima. Wanneer je je het in de herfst doet, kan de vorst ook nog zijn positieve invloed uitoefenen op de bodemstructuur.
Meststoffen
Wil je je planten nog een extra zetje geven, dan kun je meststoffen strooien. Maar let op: bemesten heeft alleen zin als de structuur van je bodem al in balans is. Geef nooit te veel mest, want je planten worden kwetsbaarder als de bodem niet structureel is aangepast op hun snelle groei. De meeste planten hebben voldoende aan één keer bemest te worden, in het vroege voorjaar.
Er bestaan twee soorten mest: kunstmest en organische mest. Organische mest bestaat uit verteerde dierlijke uitwerpselen of plantaardige resten. Het is duurzamer dan kunstmest, omdat dit type mest naast het stimuleren van de plantengroei ook het bodemleven aan het werk zet. Dit zorgt voor meer evenwicht in de bodem.
Kunstmest is gemaakt van niet-organische stoffen en bevat hogere concentraten van stikstof, fosfaat en kalium: voedingsstoffen waar planten dol op zijn! Kunstmest richt zich echter volledig op de plantengroei en niet op het bodemleven. Kunstmest werkt hierdoor sneller, maar bij veelvuldig gebruik wordt je bodem er op de lange termijn niet beter van. Pas kunstmest dus met mate toe. Houd je aan de voorgeschreven hoeveelheid op de verpakking.
Kalk
Zand- en veengronden zijn over het algemeen wat zuurder dan kleigrond. Dit type bodem heeft onder invloed van het weer bovendien de neiging nog verder te verzuren. Zure grond vinden de meeste planten helemaal niet fijn. Om een zure grond te neutraliseren kun je jaarlijks kalk strooien in je tuin. Dit doe je het beste in het najaar of in het vroege voorjaar. Het merendeel van de kalksoorten kan overigens niet tegelijk met mest gestrooid worden. Er komt dan ammoniak vrij, wat een giftige stof is voor planten. Wacht daarom minstens drie weken met bemesten nadat je kalk hebt gestrooid.
Planten die wél van zure grond houden, zijn heide, azalea’s en rhododendrons. In plaats van de grond te neutraliseren, kun je er dus ook kiezen om dan juist deze planten in de tuin te zetten!
Tuinturf
Tuinturf is een veensoort en dus een relatief zure grondstof. Je kunt het goed gebruiken om de bodem voor zuurminnende planten te verbeteren. Tuinturf wordt helaas ook op grote schaal verwerkt in tuinaarde en potgrond. Dat is jammer, want tuinturf is een behoorlijk milieubelastend product. Door het opgraven van veen komt er onnodig veel CO2 vrij. In Europees verband wordt nu gekeken hoe het op grote schaal afgraven van veen in Europa tegengegaan kan worden. Hier staat goed uitgelegd waarom het precies zo schadelijk is. Gelukkig komen er steeds meer alternatieven voor tuinaarde en potgrond met tuinturf op de markt.
Tuinaarde
Voor de aanleg van een nieuwe tuin of voor het ophogen van borders gebruik je tuinaarde. De meeste tuinaarde bestaat uit een samenstelling van tuinturf en compost. Vaak zijn er ook meststoffen doorheen gemengd. Door de aanwezige tuinturf is tuinaarde een nogal zwaar product. Je moet het daarom echt mengen met de grond die al in je tuin aanwezig is. Je kunt ook kiezen voor tuinaarde zónder tuinturf, zoals de tuinaarde van BioKultura. Ook goed om te weten: Goedkope soorten tuinaarde bevatten nauwelijks extra voedingsstoffen, dus denk twee keer na voordat je je alleen door de prijs alleen laat leiden. In deze gevallen is goedkoop echt duurkoop.


Potgrond
Als je tuiniert in potten en bakken, dan heb je potgrond nodig. Dit is een luchtiger variant van tuinaarde. Ook zijn de voedingsstoffen speciaal uitgebalanceerd voor potplanten. Tegenwoordig bestaat er ook potgrond op basis van kokos, wat milieuvriendelijker is dan de gebruikelijke potgrond met turf. Daarnaast stelt het MPS-keurmerk bij potgrond voorwaarden aan de hoeveelheid turf die gebruikt mag worden en die grens is behoorlijk streng. Zowel Pokon als Ecostyle bieden een variant aan met dit keurmerk. De potgrond van BioKultura bevat een heel klein percentage tuinturf. Ze werken nog aan een variant zónder.
Als het goed is, weet je nu beter wat je moet kiezen als je weer eens in het tuincentrum voor al die zakken bodemverbeteraars staat. We wensen je een zeer vruchtbare grond toe.
Steck heeft een uitgebreid assortiment aan tuin- en potgrond en ook een grote keus aan bodembedekkers- en verbeteraars. Onze medewerkers geven je graag advies!