The making of Steck

Een inkijkje in onze (duurzame) verbouwing |

Wie al bij Steck is geweest, weet dat er flink verbouwd is. Nog steeds komen er nieuwe stukjes bij, waardoor Steck steeds meer Steck wordt. Het verbouwen hebben we zo verantwoord mogelijk gedaan, want waarom zou je ‘slecht’ materiaal gebruiken, als er zo veel goeds voorhanden is? De verbouwing wordt geleid door Triomf, een creatief bureau uit Utrecht met veel ervaring in de festivalsector. David Hünneman, ontwerper en bedenker bij Triomf, vertelt over het materiaal dat je terugziet bij Steck en tuincafé Noordertuin (dat overigens ook gerund wordt door Triomf).

Oude decorstukken
‘Festivallocaties zijn tijdelijk en veel van de dingen die je er bouwt, gaan maar even mee. We hebben het altijd belangrijk gevonden om gebruikte decorstukken te bewaren. Niet alleen omdat je zo voordelig nieuwe decorstukken kunt bouwen, maar ook omdat het gek zou zijn om al dat materiaal weg te doen. We hebben een enorme loods, waarin we veel kunnen opslaan. Toen we begonnen bij Steck hebben we eerst gekeken naar welke materialen we nog hadden en wat we daarmee konden doen. De lichtgevende informatieborden (lichtbakken) met de productgroepen erop hebben we bijvoorbeeld gebouwd voor een festival. De touwhuisjes in de Tuinkas (waar je binnenkomt) komen ook van een festival vandaan. Verder zie je een aantal romneyloodsen (tunnelloodsen) op het terrein en als keukenruimte bij Noordertuin: die verhuren we normaal aan festivals, maar hier zijn ze ook heel handig. De houten wand achter de bar bestaat uit bielzen, die we in plakken hebben laten zagen door iemand uit ons netwerk.’


Europees hout en Ecoplex van populieren
‘Niet alles komt uit onze loods natuurlijk. Wat we niet van tweedehands materiaal konden bouwen, hebben we gehaald bij duurzame leveranciers als Van Vliet en Iboma. Van Vliet levert alleen hout uit Europa, voornamelijk van kastanjebomen, lariksen en douglassparren.

Onder andere de houten constructies op de parkeerplaats, bij de ingang, op het terras bij Noordertuin en bij de kassa’s zijn gemaakt van hout van Van Vliet. Het plaatmateriaal dat je bijvoorbeeld tegenkomt bij de ombouw van de tussendeuren, de klimaathoeken en de voorbeeldbalkons komt van Iboma. Het materiaal heet Ecoplex en is gemaakt van gekweekte populieren. Het voordeel van deze bomen is dat ze relatief snel groeien. Bovendien hoef je er geen oerbossen voor om te kappen. Voor elke populier die Iboma laat omzagen, planten ze een nieuwe in de plaats.’


Tweedehands en handgemaakt
‘Al het andere materiaal is tweedehands. Het meubilair op het terras van Noordertuin hebben we bij elkaar geschraapt op Marktplaats. Dat doen we heel veel: rondstruinen op Marktplaats. Daar is zo ontzettend veel bruikbaars te vinden. Ook het materiaal waar de bar mee afgewerkt is, is tweedehands. De grote stoffen lampen zijn handgemaakt door Sammie de Hommel van Bureau Kleurstof. Het is voor ons echt een sport om zo onze spullen bij elkaar te vinden. En het past ook nog eens perfect bij de doelstellingen van Steck.’

Benieuwd geworden naar hoe dit er ‘in het echt’ uitziet? Kom gerust kijken! En kom over een tijdje dan nog een keer, want we kunnen het niet vaak genoeg benadrukken: we zijn een stadsoase in aanbouw. En we zijn nog wel even onderweg. Het voordeel: elke keer als je komt, ontdek je weer iets nieuws.

“Kinderen groeien, fietsen niet”

Ontmoet BikeFlip bij Steck

In de Noorderkas, verstopt achter de Koopjeshoek, kom je ineens een boel fietsen tegen. Hier zit BikeFlip, een jonge start-up en een van de partners van Steck van het eerste uur. Ze knappen gebruikte kinderfietsen op en verhuren deze via een abonnementensysteem: zodra een fiets te klein is voor je kind, dan komt BikeFlip langs met een groter exemplaar. Ook trekken ze de wijk in met betaalbare fietsen, want, zo vinden ze, iedereen in Utrecht zou over een fiets moeten kunnen beschikken. We spraken oprichter Casparis Beyer en zijn compagnon Paul Remie over de plannen van BikeFlip.

Voor elke ouder met kinderen die om de haverklap een nieuwe fiets nodig hebben, moet zo’n circulair abonnement als muziek in de oren klinken. Hoe zijn jullie op dit idee gekomen?

Casparis: ‘Ik heb Sustainable Business and Innovation gestudeerd aan de Universiteit van Utrecht. Daar deed ik een onderzoek naar wat duurzame startups kunnen betekenen voor de grotere duurzaamheidstransitie. Die blijken een behoorlijke impact te kunnen maken, maar het probleem is dat veel talentvolle mensen worden weggekaapt door grote consultancybedrijven. Intussen had ik in 2019 met een paar andere studenten BikeFlip opgezet als afstudeerproject. De anderen haakten vrij snel af, maar ik dacht: het is een leuk idee en duurzame start-ups zijn nodig: laat ik het gewoon gaan dóen. Toen ben ik lekker gaan klussen aan fietsen in een anti-kraakpand. Ik was geen fietsenmaker, maar dat heb ik mezelf aangeleerd door veel uit te proberen. Op een gegeven moment werd het echt te druk om het in mijn eentje te doen. Toen heb ik Paul erbij gevraagd.’

Paul: ‘Ik werkte toen bij een gemeente op de afdeling Duurzame Mobiliteit, dus dat paste goed bij elkaar. Ik heb er nog geen moment spijt van gehad, want er gebeurt zo veel elke dag!’

Wat doen jullie nog meer, naast de kinderfietsabonnementen?

Paul: ‘We werken veel samen met gemeentes om mensen aan een betaalbare fiets te helpen. Zo staan we geregeld met een container fietsen in wijken waar relatief weinig gefietst wordt. We praten met buurtbewoners over de voordelen van het hebben van een fiets, zoals dat het goed is voor je gezondheid, beter voor het milieu en dat je er veel vrijheid door krijgt. Verder zijn we een leerwerkbedrijf: mensen die moeten re-integreren kunnen bij ons in de werkplaats aan de slag.’

Casparis: ‘Naast het duurzaamheidsaspect vinden het belangrijk om maatschappelijke impact te hebben. Bij alles wat we doen, denken we daarover na. Zo hebben we ook een project met een asielzoekerscentrum. Tegelijkertijd moeten we ook gewoon geld verdienen.’

Paul: ‘We willen laten zien dat die twee prima samengaan. Ondernemen én verantwoord bezig zijn. In feite verkopen en verhuren we fietsen, maar we zijn ook activistisch bezig.’

‘We willen iets doen met die 4 miljoen ongebruikte fietsen in Nederlandse schuurtjes’

En zo passen jullie ook goed binnen het gedachtengoed van Steck.

Casparis: ‘Precies! Op een gegeven moment kwam ik in gesprek met Bob Scherrenberg, de eigenaar van Steck. We zochten een nieuwe plek voor onze leerwerkplaats en al gauw bleek ons idee van verantwoord ondernemen heel goed op elkaar aan te sluiten.’

Wat maakt BikeFlip anders dan andere fietsenzaken?

Paul: ‘Er is nog zo veel te verbeteren in de sector. Daar willen we echt in voorop lopen. Uit onderzoek blijkt dat er zo’n 4 miljoen fietsen ongebruikt in schuurtjes staan. Tegelijkertijd worden er 1 miljoen nieuwe fietsen per jaar gekocht. Dat is zo zonde. De reststroom van oude fietsen wordt nu heel slecht benut. Hierin kunnen we echt van betekenis zijn. Mensen zijn er ook blij mee. Vooral ouders: die vinden het vaak zonde om een nieuwe fiets voor hun kinderen te kopen, die ze toch alweer binnen een jaar ontgroeid zijn. En de tweedehandsfietsenmarkt is soms behoorlijk schimmig. Bij ons weet je gewoon waar je aan toe bent: je betaalt een abonnement en je krijgt steeds een fiets die bij je past. Én die weinig impact heeft op het milieu, doordat ie steeds hergebruikt wordt.

Hoe zien jullie de toekomst van BikeFlip?

Casparis: ‘We zijn amper twee jaar bezig. Er is nog zo veel te ontdekken voor ons. We gaan nu eerst inzetten op het vergroten van onze naamsbekendheid. En we staan open voor mooie projecten die op ons pad komen. Ik heb er vertrouwen in dat BikeFlip hartstikke goed gaat lopen. Fietsen is van alle tijden én mensen vinden het steeds belangrijker om rekening te houden met de omgeving en met elkaar.’