Hoe ontwerp je een mooie border?

Een goed ontworpen border is het hele jaar door een lust voor het oog. Bovendien scheelt het je een boel onkruid wieden. Maar hoe krijg je zo’n mooie border? Er zijn boeken en websites met kant-en-klare beplantingsplannen. Het voordeel daarvan is dat iemand al heeft uitgezocht welke planten goed combineren. Maar het leukst is om zelf een ontwerp te maken. Ben je onzeker over het zelf ontwerpen van een border? Begin dan met een kleine border of een deel van een border. Je zult zien dat je na een jaar al heel veel geleerd hebt!

Wat voor soort border wil je?

Je staat op het punt om een levend kunstwerk te creëren, met ontzettend veel mogelijkheden. Denk eerst na over hoe je border er globaal uit moet komen te zien. Welke kleuren en vormen moeten erin terugkomen? Vind je het belangrijk dat er in de winter ook nog wat groens te zien is? Wil je een of meerdere bomen in je border (en is daar ruimte voor)? De vorm van je border maakt ook uit: als je de randen laat golven, dan ziet het er natuurlijker uit. Of misschien hou je juist van een lekker strak design, dan maak je een hoekige border.

Bestaande border aanpassen

Je kunt een geheel nieuwe border maken, maar je kunt ook een bestaande border aanpassen. Als je daarvoor planten moet verplanten, dan kun je dat het beste in de rustperiode van de planten doen, als het niet vriest. Dat betekent in maart of april, of juist in de herfst. Onderzoek ook welke grondsoort je hebt. En kijk hoeveel zonlicht er door de dag heen op de border valt. Dat moet je weten bij het uitkiezen van de planten. 

Plattegrond tekenen

Voor het maken van een overzichtelijke plattegrond zijn allerlei onlineprogramma’s, maar het kan ook prima met potlood en (ruitjes)papier. Teken op schaal een plattegrond van de border. Je hoeft nog niet te weten welke planten je precies wilt planten. Als je dat al wél weet, dan kun je bij het tekenen uitgaan van de botanische kenmerken van deze planten. Die vind je op de plantenlabels, en in allerlei (online) plantenencyclopedieën. Verderop komen we hierop terug.

In dit voorbeeld gaan we ervan uit dat je nog niet zo veel planten kent. Je begint met een ontwerp op basis van gewenste grootte en vorm en daar ga je later de planten bij zoeken. Met een passer (of uit de losse hand) maak je cirkels die de grootte van de planten aangeven. Je gaat hierbij uit van de plant in volgroeide staat.

Eerst teken je de struiken en de bomen in, waarmee je de infrastructuur van je border aangeeft. Vaak is het handig om die achterin te plaatsen, maar een boom of een wat hogere struik voorin kan juist zorgen voor een speelser ontwerp. Vervolgens teken je hoge planten in die niet heel breed uitwaaieren, zoals bepaalde grassen. Die zou je als kegels kunnen tekenen omdat ze echte blikvangers zijn in je tuin. Daarna teken je planten die niet groter worden dan 1,5 meter, daarna planten tot 1 meter, planten tot 50 cm en tenslotte de bodembedekkers. Zorg dat alle planten samen in volgroeide staat de hele bodem bedekken. Dat ziet er mooi uit en je zult minder hoeven schoffelen.

Kleuren en vormen uitkiezen

Op je plattegrond zie je nu hoeveel planten je nodig hebt van welke grootte. Nu kun je kleur gaan inbrengen in je ontwerp. Geef de cirkels de kleuren die jij bij elkaar vindt passen. Vaak werkt het goed om met grote kleurvlakken te werken. Ook is het mooi om te spelen met verschillende vormen: wissel schermbloemen als venkel of ribzaad af met aarvormige bloemen als kattenstaart en Salvia nemorosa. Er zijn ook bolvormige bloemen (sierui en kogeldistel), pluimbloemen (Astilbe) en margrietachtige bloemen. Door te variëren in kleur, hoogte en vorm kun je prachtige plantcombinaties maken. Zeker bij de wat lagere planten is het mooi om meerdere exemplaren van een bepaalde plant bij elkaar te zetten. En om groepjes planten op andere plekken in je border terug te laten komen. 

Bloeitijd

Als je het hele jaar wilt genieten van een bloeiende tuin, let dan op de bloeiperiode van de planten. De meeste planten bloeien tussen juni en augustus, dus kijk specifiek uit naar planten die het bloeiseizoen rekken. Er zijn zelfs planten die al in januari bloeien, zoals bepaalde soorten van de kerstroos (Helleborus) en sneeuwklokjes.

Planten uitkiezen

Het uitkiezen van de planten is uiteindelijk het meeste werk, omdat je rekening moet houden met heel wat factoren: kleur, vorm, hoogte, bloeitijd. Er zijn heel veel boeken met plantenlijsten, waarin je alle nodige kenmerken terugvindt, zoals de zeer uitgebreide Tuinplantenencyclopedie op kleur van Modeste Herwig. Ook de online plantenencylopedie van de Tuinen van Appeltern is heel handig. Je kunt hier onder andere selecteren op plantkleur, standplaats en bloeiperiode.  Als je border in de (half)schaduw ligt, dan kun je de lijsten met zonneminnende planten links laten liggen en andersom. Dat scheelt! Hou er ook rekening mee dat de planten die je uitkiest het goed doen op de grondsoort in je tuin.

Inheemse planten

Wil je de natuur in Nederland een handje helpen? Zorg er dan ook voor dat je inheemse planten in je border zet. Dat zijn planten als bosrank, maagdenpalm en kamperfoelie, die van nature veel in ons land voorkomen. Insecten en vlinders hebben deze planten nodig om te kunnen overleven. In deze blog leggen we het belang van inheemse planten uit.

Zoek je inspiratie voor je ontwerp? De Tuinen van Appeltern en VT Wonen hebben veel voorbeelden van mooie borders op hun site staan. Hou je van vaste planten? Volg dan @pietoudolf op Instagram. Hij is een van de beste Nederlandse tuinontwerpers.

7 winterharde potplanten voor op je balkon

Een groen balkon kan zelfs de grauwste winterdag opfleuren. Maar veel planten kunnen niet goed tegen de kou. Zeker bij vorst hebben potplanten het zwaarder dan planten in volle grond. Gelukkig bestaan er genoeg wintergroene bikkels die de koude kunnen doorstaan. Zelfs in een pot! 

Verzorging

Hoe winterhard een plant ook is, er zijn een paar dingen waarmee je rekening moet houden om planten (en potten) goed de winter door te krijgen: 

  • Gebruik potten met een gat onderin, zodat overtollig water weg kan. Zo voorkom je dat de wortels gaan rotten. Zet er ook geen schoteltje onder, want dan blijft het water soms toch nog te lang in de pot staan. 
  • Kies voor vorstbestendige bakken. Potten die nat zijn, kunnen bij vorst gaan barsten en dat zou zonde zijn. 
  • Geef af en toe water op dagen dat het niet vriest. In de winter hebben planten veel minder water nodig dan in de zomer. Hoeveel dat precies is, is onder meer afhankelijk van de standplaats van je plant. Het is vooral belangrijk dat de grond niet helemaal uitdroogt. 
  • Pak de pot bij strenge vorst in met bijvoorbeeld noppenfolie of jute. 

De mooiste winterharde potplanten

1. Bergthee (Gaultheria procumbens)

In een lage, brede bak komt deze vrolijke bodembedekker helemaal tot zijn recht. De knalrode besjes tussen de roodpaarse blaadjes geven meteen sfeer op je balkon. Ondanks de naam is de gekweekte variant niet geschikt om thee van te trekken. In de inheemse groeigebieden in Azië en Noord-Amerika kan dat wel. In het voorjaar maakt de plant frisgroene blaadjes. In de zomer komen er lieve witte of lichtroze bloemklokjes aan. 

Bergthee (Gaultheria procumbens)

2. Winterheide (Erica carnea)

Dit is ook zo’n mooie, compacte bloeier. Door de takken vol minibloemetjes zorgt de altijd groene heester voor een explosie aan kleur op je balkon. Zeker als je meerdere exemplaren bij elkaar in een bak zet. De bloemetjes bloeien tot april. Winterheide staat het liefst op een zonnige plek, maar doet het ook in halfschaduw.

Winterheide (Erica carnea)

3. Vedergras (Stipa)

Dit fijne gras geeft je balkon iets zomers in deze donkere tijden. In de wind gaat het gras golven. Er zijn verschillende soorten, zoals de Stipa tenuissima, een wat lagere soort met haarfijne sprietjes. De Stipa gigantea is ook erg mooi, met aren die meer dan een meter hoog kunnen worden. Vedergras komt uit warme streken als Spanje, Portugal en Midden-Amerika en staat daarom graag in de zon. Tegelijkertijd kan het exotisch aandoende gras prima tegen de vorst.

Vedergras (Stipa)

4. Skimmia (Skimmia Reevesiana)

Deze kleine struik is het hele jaar mooi. Van april tot juni kun je genieten van witte, pluimvormige bloemen. In de zomer worden dit witte besjes die in de herfst knalrood kleuren. En daar kijk je dan de hele winter op uit. De plant staat het liefst in de halfschaduw en wordt 50 tot 60 centimeter hoog.

Skimmia (Skimmia Reevesiana)

5. Druifheide (Leucothoe)

In de winter is het langwerpige blad van deze kleine, sterke heester glanzend rood. De plant is familie van de heide en komt voor in verschillende soorten. Ze is geen zonaanbidder, dus zet de struik het liefst in de schaduw. Heb je een zonnig balkon, zorg dan dat de bodem lichtvochtig blijft. In mei en juni verschijnen er aantrekkelijke trosjes met witte bloemetjes aan de plant. 

Druifheide (Leucothoe)

6. Huislook (Sempervivum)

Dat deze knappe vetplant heel sterk is, blijkt wel uit haar naam: sempervivum betekent ‘altijd levend’. Het is niet voor niets dat deze sedumsoort veel gebruikt wordt op groene daken. Sempervivum spreekt tot de verbeelding door de rozetvorm waarin de blaadjes groeien: een mooie toevoeging op je winterbalkon. Als je de plant goed verzorgt, dan trakteert ze je in de zomer op een prachtige bloem op een lange stengel uit het midden van het rozet.

Huislook (Sempervivum)

7. Kerstroos (Helleborus)

Vanwege de prachtige bloemen die al vanaf januari bloeien is de kerstroos een populaire tuinplant. Helleborus doet het het best in de volle grond, maar met de juiste aandacht kun je deze vroegbloeier gerust in een pot op je balkon plaatsen. Zet de plant in een ruime pot met een goede drainage. Helleborus houdt niet van natte voeten. Ook is ie niet zo’n fan van de volle (winter)zon en bij strenge vorst kun je hem het best even op een koele binnenplek zetten. Een ietwat kieskeurige plant, die toch wel écht de moeite waard is. Je wordt echt blij van die bloemen in januari!

Kerstroos (Helleborus)

7 prachtige winterbloeiers voor in je tuin

Vind je je tuin te kaal in de winter? Daar is van alles aan te doen! Bijvoorbeeld door een paar winterbloeiers te planten. Als de meeste planten in rust gaan, hun blad afwerpen en zich zelfs helemaal verstoppen onder de grond, staan deze planten juist te stralen met hun kleurrijke bloemen of bessen. We hebben de 7 mooiste winterbloeiers voor je op een rijtje gezet:

1. Kerstroos/Nieskruid (Helleborus)

Als de winter op zijn grijst is en alles lijkt kaal en koud, dan kunnen de eerste bloemen van de Helleborus je dag helemaal goed maken. Deze ijzersterke, vaste plant bloeit van januari tot in april. Kerstrozen zijn er in allerlei verschillende kleuren. Bij stevige vorst onttrekt de plant het water tijdelijk uit haar bloemen, zodat ze niet kunnen bevriezen. Het water wordt bewaard in de bladeren en wortels. De bloemen hangen even slap, maar als de vorstperiode voorbij is, dan pompt de kerstroos het water weer terug en staan de bloemen er al snel weer stralend bij. Je kunt de kerstroos het hele jaar door planten. De meeste soorten staan het liefst op een plek in de halfschaduw, op een vruchtbare, kalkrijke bodem waar overtollig water goed wordt afgevoerd. De kerstroos wordt zo’n 30 centimeter hoog. 

Kerstroos/Nieskruid (Helleborus)

2. Sneeuwbal (Viburnum tinus)

Alleen al vanwege de naam wil je deze heester in je tuin hebben. Hij dankt zijn naam aan de bolvormige roze-witte bloemschermen die – met enige fantasie – op sneeuwballen lijken. Heel veel sneeuwballen, want de heester bloeit rijk. Vaak al vanaf oktober tot maart/april. Viburnum tinus is een langzame groeier. Hij kan wel 2 tot 3 meter hoog worden, maar door snoei kun je hem op gewenste hoogte houden. Het is een makkelijke plant. Liefst staat hij op een zonnige plek uit de wind, met een goed doorlatende grond. 

Sneeuwbal (Viburnum tinus)

3. Skimmia (Skimmia reevesiana)

Van deze compacte heester heb je het hele jaar veel plezier. In de lente bloeit hij met sierlijke, witte bloempluimen. Vervolgens komen de witgroene besjes, die tussen oktober en februari knalrood zijn. Extra leuk voor de Kerst, maar ook daarbuiten geven de bessen een mooi accent aan je tuin. Ook de vogels doe je een groot plezier met de besjes! De Skimmia reevesiana wordt 50 tot 60 centimeter hoog en doet het goed in de schaduw van bomen of grotere heesters. 

Skimmia (Skimmia reevesiana)

4. Hulst (Ilex)

Nog zo’n heester met van die mooie, rode bessen! En met een hoge symbolische waarde. Zelfs de Romeinen versierden er al hun huizen mee tijdens het feest van de zonnewende op 21 december. Behalve als leuk Kerststukje in je huis, is hulst ook heel aantrekkelijk voor in je tuin of zelfs als haag. De plant is megasterk en heeft weinig onderhoud nodig. Ook vogels doe je er een plezier mee: de stekelige bladeren geven goede beschutting voor een nestje in het voorjaar. Appelvinken zijn dol op de besjes. Er zijn heel veel verschillende soorten hulst. De ‘gewone’ hulst heet Ilex aquifolium en die is ook in allerlei variëteiten te koop. Hulst groeit van nature in bossen en staat graag in de (half)schaduw. De heester kan metershoog worden, maar is goed te snoeien.

Hulst (Ilex)

5. Winterheide (Erica)

Deze vrolijke bodembedekker fleurt je tuin helemaal op. Winterheide bloeit van december tot begin april en trekt zich niets aan van vorst, sneeuw of koude wind. De bloemetjes zijn wit, roze of lila. Met een paar planten kun je al een waar kleurentapijt maken in je tuin. De uitgebloeide bloemetjes haal je weg door met je hand over de plant te strijken. Winterheide kan zowel in de halfschaduw als in de volle zon.  

Winterheide (Erica)

6. Toverhazelaar (Hamamelis)

Deze heester trakteert je in de herfst al op een goudgeel bladerfeest. Om vervolgens al zijn blad af te gooien en te vervangen door gele tot rode bloemen, die bloeien op het kale hout. De bloei vindt plaats tussen december en maart. De heester is op zijn mooist als je hem niet snoeit, maar hierdoor is hij minder geschikt voor een kleine tuin. Hij kan in volle glorie gerust 3 meter breed en 3 meter hoog worden. Als je die ruimte hebt, dan is het zeker een waardevolle aanvulling voor je tuin. Mét prachtige kleuren in herfst en winter.

Toverhazelaar (Hamamelis)

7. Japanse roos (Camellia Japonica)

En last, maar zeker niet least: de Japanse roos. Van februari tot en met april schittert deze heester in je tuin met grote, roosachtige bloemen. De plant staat het liefst op een beschutte plek in de halfschaduw. Bij strenge vorst kun je hem het beste wat bescherming geven door een dikke laag bladeren onder aan de struik te leggen. De bovenste wortels zijn namelijk vorstgevoelig. De Camellia Japonica houdt van een zure bodem.

Japanse roos (Camellia Japonica)

Planten in de winter

Let wel: De herfst is het beste seizoen om planten in de grond te zetten. Maar als het niet vriest en de grond is niet te nat, dan kun je winterharde planten ook gerust in de winter in je tuin zetten. Hou ze wel extra goed in de gaten en bescherm ze eventueel bij strenge vorst.

7 manieren om planten te beschermen tegen de vorst

Ondanks dat onze winters steeds warmer worden, is er nog altijd kans op een flinke vorstperiode in Nederland. Niet alle tuin- en potplanten kunnen daar goed tegen. De meeste vaste planten beschermen zichzelf tegen de winter door een tijdje ondergronds te gaan en in de zomer weer opnieuw te gaan groeien. Maar er zijn ook matig winterharde en niet-winterharde planten die je een beetje moet beschermen tegen de vrieskou. Hoe je dat doet, lees je hieronder!

1. Blad laten liggen

Vroeger betekende je tuin ‘winterklaar’ maken vooral je tuin ‘netjes’ maken. Inmiddels weten we dat een rommelige tuin beter is voor bijvoorbeeld insecten en egels, omdat ze zich er goed in kunnen verstoppen. Met rommelig bedoelen we de blaadjes gewoon laten liggen in je borders en uitgebloeide planten laten staan. Dat laatste geeft vaak ook nog eens een mooi aanzicht. Blaadjes op de grond zijn goed voor het bodemleven én ze vormen een natuurlijk dekentje tegen de kou.

2. Vorstgevoelige planten extra beschermen

Voor veel exotische planten is zo’n bladerdekentje niet genoeg om een vorstperiode door te komen. Een beetje nachtvorst overleven ze vaak wel, maar als het echt kouder dan -5 graden wordt, dan kun je ze beter extra beschermen. Het gaat om planten als bijvoorbeeld palmen, Agapanthus, Eucalyphus en Amerikaanse Sering. Bij aanschaf van een plant staat de winterhardheid vermeld op het label. Heb je het label niet meer, dan kun je het opzoeken op internet. Elke plant die normaal in een warme streek groeit, heeft waarschijnlijk Eerste Hulp Bij Vorst nodig. Dit kan bijvoorbeeld door een constructie met kippengaas rond de plant te maken, waarin je afgevallen bladeren, stro en/of coniferentakken stopt. Bij heel strenge vorst kun je de bovenkant van de plant extra beschermen met een speciale beschermhoes voor planten.  

3. Planten in potten en bakken verhuizen of inpakken

Een plant in een pot of bak kan veel minder goed tegen de kou dan een plant in volle grond. Oleanders, vijgen- en olijfboompjes in een pot kun je het beste in een schuur of berging zetten voor de wintermaanden. Let erop dat er daglicht bij de planten kan komen en vergeet niet om ze af en toe water te geven. Heb je geen goede overwinterplek, dan kun je je potplant inpakken met jute, vliesdoek of een rietmat. Pak de pot mee in, want deze kan ook vorstschade oplopen. En dan maar hopen dat je plant het redt.

4. Zomerbloeiende bloembollen uit de grond halen

Zo goed als alle zomerbloeiende bloembollen zijn niet winterhard. Daarom kun je het beste je Dahlia’s, Ranonkels en Gladiolen in het najaar uit de grond halen. Laat ze eerst goed drogen en bewaar ze daarna op een donkere, droge plek, waar de temperatuur niet onder de 4 graden komt. Na IJsheiligen (half mei) kun je ze weer terug in de grond doen.  

5. Planten in een tuinkas plaatsen

Als een tuinkas hebt, dan kun je deze met noppenfolie en een klein elektrisch kacheltje vorstvrij houden. Op die manier is het een prima plek om je planten te laten overwinteren.

6. Emmer als bescherming

Mocht je worden overvallen door de vorst en zoek je een snelle oplossing om je planten te beschermen, dan kun je er een emmer overheen zetten. Dit werkt natuurlijk alleen bij kleine planten. Als de vorst voorbij is, haal je de emmer meteen weg, zodat de plant weer licht krijgt.

7. Drainage regelen

Planten sterven in de winter overigens eerder door een teveel aan water dan een teveel aan kou. In de winter regent het vaker, en als het water niet goed wegloopt, dan kunnen de wortels van een plant gaan rotten. Zorg dus dat je drainage op orde is! Potplanten wil je in een pot met een gat onderin hebben staan. In de zomer kun je hier een schoteltje onder zetten, maar in de winter haal je dat schoteltje juist weg.

 

Hopelijk komen je planten met deze tips goed de winter door. Veel succes!

 

Hoe plant je bloembollen in de herfst?

Als bloembollen plant in de herfst, dan kun je al vroeg in het voorjaar genieten van kleurige bloemen in je tuin. Voorjaar? Sneeuwklokjes bloeien zelfs al in januari! Om je te helpen bij het kiezen van bloembollen en het op een goede manier planten, hebben we hieronder de 9 meestgestelde vragen over bloembollen op een rij gezet. 

1. Welke bloembollen kun je planten in het najaar?
Er zijn twee soorten bloembollen: de voorjaarsbloeiers en de zomerbloeiers. De zomerbollen, zoals anemonen, dahlia’s en gladiolen, plant je in het voorjaar, na de laatste nachtvorst. De voorjaarsbollen plant je in de herfst, van september tot december, en in elk geval vóór de eerste nachtvorst. Deze bollen hebben de kou nodig om in de lente tot bloei te kunnen komen. De bekendste voorjaarsbollen zijn narcissen, sneeuwklokjes, krokussen, hyacinten en tulpen.

2. Wanneer bloeien de bloembollen die je in het najaar plant?
De vroegste bloembollen bloeien al in januari en de laatste houden het zelfs tot aan de zomer vol. Hieronder zie je de gemiddelde bloeitijd van de voorjaarsbollen:

Jan-feb: sneeuwklokje, winterakoniet
Feb- mrt: krokus
Mrt-april: narcis
April: hyacint, blauw druifje
April-mei: tulp, fritillaria
Mei-jul: allium

Met een mooie mix van bovenstaande bollen kun je een heel voorjaar lang genieten van extra kleur in je tuin.

3. Hoe plant je bloembollen?
Bekijk eerst wáár je straks graag bloemen wilt zien in je tuin. Wil je ze in groepjes bij elkaar zien, in je gazon, verspreid in je border? Het kan allemaal! Let er wel op dat er zonlicht komt op de plek waar je ze wilt planten: de meeste voorjaarsbloeiers staan het liefst in de volle zon of halfschaduw. Verder is het belangrijk dat de grond goed waterdoorlatend is, anders heb je kans dat de bollen gaan rotten. Als je dit allemaal hebt gecontroleerd, dan kun je de bollen gaan planten. Maak de aarde een beetje los en maak een gat per bol of een sleuf waarin je meerdere bollen kunt leggen. Als je veel bollen wilt planten, dan is een speciale bollenplanter aan te raden. De diepte van het gat moet ongeveer 2 à 3 keer de hoogte van de bol zijn. Hetzelfde geldt voor de afstand tussen de bollen. Plant de bollen met de punt omhoog. Gooi het gat dicht en geef water (tenzij de grond vochtig genoeg is). 

 

4. Kun je bloembollen in de grond laten zitten?
Zomerbollen kunnen niet goed tegen de vorst en die kun je daarom beter na de bloei uit de grond halen. Voorjaarsbollen kun je gewoon laten zitten. De meeste komen het jaar daarop gewoon weer omhoog. Sommige breiden zichzelf ook nog eens uit, zoals sneeuwklokjes, krokussen, narcissen en alliums. Als de voorjaarsbloeiers zijn uitgebloeid, is het verstandig om het blad niet meteen af te knippen (ook al is het soms een beetje lelijk): via zonlicht op het blad verzamelt de bol energie om het jaar erop weer te kunnen bloeien. Je kunt uitgebloeide bloemen wel meteen afknippen. Tenzij je wilt dat de plant zichzelf gaat vermeerderen: dan kun je er beter maar helemaal vanaf blijven. 

5. Moet je bloembollen bemesten?
Voor het eerste bloeiseizoen hoef je geen extra voeding toe te voegen, want een gezonde bol heeft voldoende energie in zich. Voor de jaren daarna geldt dat een gezonde, evenwichtige bodem belangrijk is. 

 

6. Kun je bloembollen bewaren?
Bloembollen zet je het liefst zo snel mogelijk in de grond nadat je ze gekocht hebt. Dan zijn ze op hun best. Als dat niet kan, dan kun je ze bewaren op een donkere, koele, droge plek, bijvoorbeeld in een garage of kelder. Let op dat ze niet vochtig worden, want dan is de kans op schimmel groot. Aan de andere kant is het ook belangrijk dat ze niet uitdrogen, want dan is het gedaan met je bollen. Zo snel mogelijk planten is het veiligst. 

7. Zijn biologische bloembollen beter

Biologische bloembollen zijn beter voor bijen, vlinders en andere insecten, omdat er geen chemische bestrijdingsmiddelen zijn gebruikt bij het kweken van de bollen. Wil je niet alleen iets moois voor het oog, maar ook iets moois doen voor de omgeving: kies dan voor biologische bloembollen. 

8. Kun je bloembollen in potten planten?
Jazeker! Er zijn een paar dingen waar je extra op moet letten: onder in de pot moet een gat zitten, zodat overtollig water vanzelf wordt afgevoerd. Je kunt ook nog wat plantenscherven of hydrokorrels onderin doen, zodat je zeker weet dat het goed zit met de waterafvoer. Zorg ervoor dat je niet te dicht bij de potrand plant, want dat verhoogt de kans op bevriezing. Verder gelden dezelfde regels voor de plantdiepte en de plantafstand. Als het flink gaat vriezen, dan moet je de pot beschermen door er bijvoorbeeld noppenfolie omheen te winkelen of door de pot tijdelijk in een schuur of garage te zetten. 

9. Wat is een bloembollenlasagne?
Door bloembollen in laagjes boven elkaar te planten, kun je op dezelfde plek in je tuin, of in een pot, langer genieten van kleurrijke bloemen. Je plant de laatbloeiende bollen onderin en de vroegbloeiende bollen bovenin. Lees meer over het maken van een bloembollenlasagne, voor in je border of in een pot. Kleurenpracht gegarandeerd!  

5 bijzondere weetjes over het seksleven van planten

Planten hebben een seksleven. Dat realiseer je je niet als je door je tuin loopt, maar in de natuur is love letterlijk in the air. Omdat planten niet naar elkaar toe kunnen lopen om elkaar te bevruchten, vertonen ze allerlei slimme trucjes om tóch te kunnen voortplanten. De wind of vliegende privékoeriers spelen hierbij een belangrijke rol. Hieronder lees je 5 bijzondere weetjes over het seksleven van planten. 

1. Bloemen zijn de geslachtsdelen van een plant

Sommige planten bestuiven elkaar via de wind (hallo hooikoorts), maar de meeste soorten gebruiken hun geslachtsdelen hiervoor: hun bloemen! Meer dan 90% van alle bloeiende planten is tweeslachtig. Dat betekent dat ze zowel mannelijke als vrouwelijke voortplantingsorganen hebben. Beide vind je in de bloemen van de plant: de meeldraden zijn de mannelijke delen. Die produceren stuifmeel. Dat stuifmeel moet terechtkomen op het vrouwelijke deel van de bloem: de stamper. De stamper leidt het stuifmeel naar het vruchtbeginsel. Als dit goed gaat, dan ontstaan er nieuwe zaadjes, die op hun manier weer verspreid worden. Bijvoorbeeld doordat ze in fruit zitten, dat door dieren wordt gegeten en elders weer wordt uitgepoept.

2. Planten doen zo min mogelijk aan incest

Wetenschappers dachten heel lang dat planten aan zelfbestuiving deden, omdat hun voortplantingsorganen zo lekker dicht bij elkaar zitten. Maar eind achttiende eeuw ontdekte de Duitse veldbioloog Christian Conrad Sprengel dat planten gebruikmaken van insecten om hun stuifmeel juist bij andere planten van dezelfde soort te krijgen. De zaailingen die zich ontwikkelden uit deze kruisbestuiving, waren veel sterker dan de zaailingen die uit zelfbestuiving ontstonden. Sprengels ontdekking werd lang genegeerd en kreeg pas navolging toen Charles Darwin er een halve eeuw later meer onderzoek naar ging doen. Zelfbestuiving, of incest, komt wel voor, maar planten sturen zelf voornamelijk aan op kruisbestuiving.

3. Op elke bloem past een bepaald type bestuiver

Darwin ontdekte ook dat niet alle bloemen dezelfde insecten (of andere dieren) aantrekken. Elke plant heeft haar eigen kleur, geur, vorm en plaatsing van de bloemen die past bij een bepaald soort liefdeskoerier. Waar de ene bloem speciaal ontwikkeld is voor het aantrekken van dag- of nachtvlinders, is de ander juist bedoeld voor bijen of hommels. Vingerhoedskruid is bijvoorbeeld zo gemaakt om bijen aan te trekken. En bepaalde cactussoorten die ’s nachts bloeien, verspreiden een speciale geur om vleermuizen te lokken. De belangrijkste bestuivers zijn bijen en hommels, maar ook dag- of nachtvlinders, wespen, vliegen, kolibries en vleermuizen worden ingezet voor het seksleven van planten.

4. Nectar is het ultieme liefdeselixer van planten

Een van de belangrijkste verleidingstechnieken van een plant is het gebruik van nectar. Insecten zijn er dol op, dus komen ze met alle liefde een bezoek brengen aan de plant in kwestie. De nectar zit meestal ergens onder in de bloem verstopt, zodat bestuivers zich langs de meeldraden moeten wurmen. Al wurmend krijgen ze tegelijkertijd wat stuifmeel op zich. Als ze naar een andere bloem vliegen voor nog meer nectar laten ze intussen ongemerkt wat verkregen stuifmeel achter op het bovenste deel van de stamper (de stempel) en bevruchten ze op deze manier de plant.  

5. Planten halen de gekste capriolen uit voor een menage a trois

Het verleiden van bestuivers is dus een zeer belangrijk onderdeel van het seksleven van planten. Ze trekken werkelijk alles uit de kast om hun stuifmeel mee te geven aan een passende liefdesboodschapper. De Trichoseros (een orchidee) heeft bijvoorbeeld bloemen die lijken op een hitsig bijenvrouwtje. Een mannetjesbij die hiermee probeert te paren, krijgt een dot stuifmeel op zijn kop, en vliegt daarna verder, op zoek naar een vrouwtje dat wél wil paren. Als hij zich daarna nog een keer door een nepbijenbloem laat verleiden, laat ie het stuifmeel achter op de stamper van deze bloem.

Er zijn zelfs bloemen die net doen alsof ze nectar te bieden hebben, terwijl dat in werkelijkheid niet zo is. Een voorbeeld hiervan is de groene antilope-orchidee, die bijen in de maling neemt en vervolgens verandert van uiterlijk, zodat de bijen er gerust nog een keer in trappen. Dit is superslim van deze plant, want op deze manier hoeft ze geen nectar te produceren – wat nogal veel energie kost – terwijl ze wel bevrucht wordt. 

Niet alleen nectar wordt ingezet als lokkertje. Er zijn bijvoorbeeld ook planten die bromvliegen aantrekken voor de bestuiving. Dat doen deze planten met zogenaamde aasbloemen. Deze zien eruit als rottend vlees en stinken ook zo. Bromvliegen leggen hier hun eitjes in, omdat ze denken dat hun kroost dan iets te eten heeft als de eitjes uitkomen. Helaas voor de bromvliegen is dit een valse belofte. De maden die uit de eitjes komen sterven een hongerdood, maar intussen hebben hun ouders maar wel mooi de bloemen bestoven. 1-0 voor de plant.

De lustige lente

Zo zijn er nog veel meer voorbeelden te vinden van planten die de meest ingenieuze constructies hebben ontwikkeld om bestuivers aan te trekken en hun seksleven te stimuleren. Denk hier maar eens over na als je door je eigen tuin struint, nu de lustige lente volop in gang is.

Bij Steck kun je terecht in de Pluktuin van de GlitterGladiool. Vanaf juli kun je hier bloemen plukken om je eigen bosje – eh – geslachtsdelen samen te stellen.

Bronnen voor deze blog (ook leuk om verder in te lezen!)
Botanische revolutie, de plantenleer van Charles Darwin – Norbert Peeters (2016)

Een wereld vol planten – James Brown & Martin Jenkins (2019)

Slimme bloemen – Klokhuis (2017)

Inloopspreekuur van kwekerij Moerings

14 mei 2022 | 10:00 am 4:00 pm

Op zaterdag 14 mei is kwekerij Moerings van 10.00 tot 16.00 uur aanwezig bij Steck voor al je vragen over waterplanten, het aanleggen en/of onderhouden van een vijver, waterkwaliteit en wat je nog meer wilt weten over (zwem)vijvers!

Stadskwekerij Stekkers brengt permacultuur en voedselbossen naar Utrecht

Sinds november 2021 huist er een heuse biologische stadskwekerij op het terrein van Steck. Bij stadskwekerij Stekkers kweken eigenaren Boudewijn Rijff en Yessie Vanden Branden eetbare planten voor voedselbossen, tuinen en balkons volgens de principes van de permacultuur. Yessie legt uit wat dat inhoudt en waarom je dat zou willen toepassen in je eigen tuin. Daarnaast vertelt ze hoe je dat doet: een stadskwekerij beginnen.

Tekst: Anoek van der Leest

Jullie kwekerij is nog heel jong. Waar kwam het idee vandaan om een stadskwekerij te beginnen?

‘Boudewijn heeft de Vechtclub XL opgericht en is daar jarenlang directeur geweest. Daarnaast is hij zo’n beetje zijn hele leven al geïnteresseerd in het verbouwen van zijn eigen voedsel. Twee jaar geleden is hij in zijn achtertuin in Leidsche Rijn begonnen met kwekerij Zomerhuis. Dat was heel kleinschalig, maar het liep wél. In oktober 2020 ben ik aangesloten bij dit project. Er zijn maar weinig biologische kwekerijen in de buurt van Utrecht en met onze stadskwekerij hopen we mensen te inspireren hun eigen tuinen of balkons op een natuurlijke manier in te richten met eetbare planten. Omdat we zo dicht bij de stad zitten, kunnen mensen de planten gewoon op de fiets komen halen! Daarnaast willen we met ons aanbod bijdragen aan de ontwikkeling van voedselbossen en agroforestry (een combinatie van landbouw en bomen), omdat we de urgentie voelen om beter met de aarde en voedselproductie om te gaan.’

Bij Stekkers kweken en verkopen jullie bijna alleen maar eetbare planten. Waarom zouden mensen specifiek kiezen voor eetbare planten?

‘Je kunt de vraag ook omdraaien: waarom zou je géén eetbare planten in je tuin zetten? We zijn zo gewend geraakt om alles in de supermarkt te kopen, maar je eigen fruit en groente kweken is zo veel leuker. Dat kan al op een balkon of in een kleine stadstuin. Door in je tuin enkele eetbare planten of struiken te planten, zet je een eerste stap om de verbinding tussen natuur en voedsel te herstellen. Een appelboompje of een bessenstruik kun je al vrij snel kwijt en je eigen kruiden kweken is helemaal makkelijk. Daarnaast zijn veel eetbare planten ook gewoon erg mooi: de bloesem van de amandelboom bijvoorbeeld. Prachtig!’ 

Jullie werken vanuit de principes van de permacultuur en moedigen mensen aan om dit ook te gaan doen. Kun je uitleggen wat dit inhoudt?

‘Volgroeide natuur bestaat over het algemeen uit verschillende lagen: bodembedekkers, een kruidlaag, struiklagen en bomenlagen. Het is de basis van een ecosysteem waarin planten en organismen met elkaar samenwerken. Hier hoeft geen mens aan te pas komen, want de natuur houdt zichzelf in stand. Alle planten hebben een functie: niet alleen het produceren van voedsel, maar ook het ophalen van voedingsstoffen uit de diepere bodemlagen. Permacultuur wil zeggen dat je je tuin inricht met (eetbare) planten als een mini-ecosysteem, zodat planten op een natuurlijke manier gaan samenwerken. Eigenlijk ga je terug naar hoe de natuur ‘van nature’ werkt. Het is even wat voorbereiding om dat goed te doen, maar als je het eenmaal hebt ingericht, heb je er heel weinig werk aan. Je eigen voedselbos maken kan ook prima in de stad en zélfs op een balkon.

Permacultuur is gebaseerd op allerlei biologische principes. Betekent dit ook dat jullie planten biologisch zijn?

‘Het is de bedoeling dat we op een gegeven moment al onze planten zelf gaan vermeerderen. Dat kan nu nog niet, omdat we eerst de grond hier moesten bewerken. Het stond helemaal vol met bereklauw! Dat hebben we afgelopen winter gedaan. Voor dit voorjaarsseizoen hebben we plantgoed van anderen ingekocht, waarvan zo veel mogelijk biologisch, maar helaas nog niet alles. We hebben deze winter ook zelf gestekt, en dan vooral de fruitstruiken. Daarnaast hebben we kruiden, zomergroenten en bloemen gezaaid, of we zijn er nu mee bezig. We werken zonder chemische middelen en gebruiken biologische potgrond van BioKultura. Plantenplagen bestrijden we onder andere met aaltjes: dat zijn bodemorganismen die zich voeden met de larven van plaaginsecten. Kunstmest gebruiken we niet, dat want dat is niet goed voor het bodemleven. Als je je mini-ecosysteem goed inricht, dan houden natuurlijke processen de boel in balans. Dit jaar leggen we een eetbare tuin aan bij de kwekerij, zodat we mensen kunnen laten zien hoe het werkt. Wat extra leuk is aan deze plek bij Steck, is de samenwerking met bijvoorbeeld De Clique. Zij maken nieuwe producten van reststromen. Op koffiedik kweken zij bijvoorbeeld oesterzwammen. Hun (her)gebruikte koffiedik kunnen wij daarna gebruiken als compost.’

Wat zijn jullie toekomstplannen?

‘Weet je, we hebben geen opleiding gevolgd in deze richting, maar we leren alles door het gewoon te doen. Dat gaat heel organisch. Ook onze plannen ontstaan terwijl we bezig zijn. Dat we willen groeien, dat staat vast, maar welke vorm dat precies heeft, dat ontdekken we gaandeweg. Voor mij is de documentaire The Biggest Little Farm een enorme inspiratiebron. Natuurlijk is daar van alles aan geromantiseerd. Het uitgangspunt is dat we als mensen onderdeel zijn van een ecosysteem en als dat in balans is, dan is de wereld prachtig. Dat spreekt me enorm aan en die boodschap willen we ook graag meegeven aan onze omgeving. Door mensen te inspireren, te informeren en door lokale, biologische planten aan te bieden. We kregen de kans om tijdelijk op het terrein van Steck te komen. Dit is een stuk groter dan het stuk grond bij het zomerhuis. Wat hierna komt, dat zien we daarna wel weer.’

Hoe kunnen mensen jullie vinden?

‘Ons aanbod bieden we overwegend online aan. We hebben een uitgebreide webshop, waar je plantgoed kunt bestellen. Maar geïnteresseerden kunnen ons ook zeker komen bezoeken op de kwekerij. We zijn dit voorjaar en in de zomer sowieso op zaterdagen open. Voor andere dagen kun je een telefonische afspraak maken. Op onze website vind je onze contactgegevens en meer informatie over de kwekerij. Maar langskomen is natuurlijk het leukste. Je kunt dan meteen binnenlopen bij Steck voor de aanschaf van al je tuindersspullen (óf nog meer planten) en even landen bij tuincafé Noordertuin. Het perfecte dagje uit als je het mij vraagt.’   

Workshop – Plantenhanger maken *uitverkocht*

3 juli 2022 | 1:00 pm 4:00 pm

Je leert tijdens de workshop een aantal basisknopen van macramé en vervolgens kun je aan de slag om ‘m precies naar wens te maken. Kies een leuke kleur, zoek een mooie bijpassende pot en vervolgens zorgen we ervoor dat de plantenhanger hier precies omheen past. Zo hoef je bij thuiskomst alleen nog maar een plekje te zoeken in de kamer waar hij mag komen te hangen!

Centraal Laat: De Plantenrave x De Botanische revolutie

7 april 2022 | 5:00 pm 9:00 pm

Centraal Laat is het avondconcept van het Centraal Museum. Deze avond is een samenwerking van het Centraal Museum, Steck en De Stadstuin rondom de tentoonstelling ‘De Botanische Revolutie’. Het programma is gevuld met lezingen, workshops, muziek en meer.