Een voedselbos op je balkon

‘s Ochtends stap je je balkonnetje op, je plukt verse kruiden voor in je thee en zelf geteeld fruit voor bij je ontbijt. Zie je het al voor je? Héérlijk toch? Het planten van een mini-voedselbos op je balkon lijkt een hele uitdaging, maar het kan prima! In deze blog leer je wat je nodig hebt voor een voedselbos op postzegelformaat.

Wat is een voedselbos?

Een voedselbos is een ecosysteem van (deels) eetbare planten en gewassen, dat bestaat uit zeven tot negen lagen van kruiden en groente, klimplanten, struiken, lagere en hogere fruitbomen. Door de zeven lagen van een voedselbos goed in te zetten, beschermen de planten elkaar tegen de zon, bespaar je ruimte en zorgen de planten voor een natuurlijke airco op je balkon. Bovenal zorgt jouw voedselbos voor heerlijke oogst.

Hoe je zo’n eetbare tuin in de volle grond inricht, lees je in deze blog, maar op een balkon heb je natuurlijk geen volle grond om de verschillende lagen groen in te zetten. Je maakt dan beter gebruik van bakken en potten. Op deze manier kun je de beperkte ruimte optimaal benutten. Op een balkon kun je bovendien ook goed de hoogte in. Je planten hang je bijvoorbeeld op aan een pallet. Hieronder lees je nog meer tips om voluit te genieten van een voedselbosje op postzegelformaat.

Ook kruiden doen het goed op je balkon.

Wat kan ik planten in mijn ‘balkonbos’?

Allereerst is het belangrijk om te kijken hoeveel zon je op je balkon krijgt. In de (half)schaduw groeien andere planten dan in de volle zon. Bij weinig zon of ruimte kun je de bovenste lagen overslaan. Het is ook van belang dat de planten die je uitkiest goed gedijen in een pot. Laten we per laag eens bekijken wie zich thuis voelt op een balkon:

Laag 1 – Wortels en knollen:

De aardpeer is zo’n knol die het in een ruime pot erg goed doet. Je pot ze in de winter of voorjaar. In de herfst kun je deze nootachtige knol oogsten. In de tussentijd siert deze plant je balkon met kleine, gele zonnebloemachtige bloemen.

Laag 2 – Klimplanten:

De exotische kiwi groeit gestaag in een pot. Daarbij heeft hij de volle zon nodig. Er is wel ondersteuning nodig om de kiwi in de juiste banen te leiden. Deze woekeraar moet af en toe gesnoeid worden om de groei in te perken. De druif is ook een goede gegadigde als klimmer. Het is weliswaar een wat grotere uitdaging qua onderhoud, maar voelt zich zeker net zo thuis op jouw balkon, mits je zon kan bieden.

Laag 3 – Bodembedekkers (0 tot 20 cm )

Spinaziezuring is een makkelijke bodembedekker die het goed doet in een pot. Het groeit goed in de zon en ook in de halfschaduw heeft hij het naar zijn zin. Je kunt het jonge blad het hele jaar door oogsten. Ook postelein met zijn ondiepe wortels kan goed vertoeven op je balkon.

Laag 4 – Kruidlaag ( 20 – 100 cm) 

Bij de kruidlaag heb je ruime keus. Bieslook, chocolademunt, citroenmelisse, citroenverbena en krulpeterselie doen het goed. Kies wel voor een plek in halfschaduw. Basilicum, oregano, rozemarijn, tijm, kerriekruid en salie gaan ook lekker in een pot, maar zij zien wel graag wat meer zon. Salie heeft een bijkomend voordeel: Het is niet alleen voedzaam voor jou, maar bloeit ook lang en rijkelijk. Bovendien lokt dit kruid hommels en bijen.

Laag 5 – Struiklaag (kleine heesters, 1 tot 3 m)

Aan struiken voor op het balkon geen gebrek: (bos)aardbeien, vossebes, framboos en blauwe bes. Ze gedijen allen even goed. Houd ze in potten in de zon. De (doornloze) braam groeit graag tegen de muur voor nog wat extra warmte. Het enige nadeel aan braam is dat hij het vaak snel en goed naar zijn zin kan hebben, waardoor hij de rest kan overwoekeren.

Laag 6 – Tussenlaag (kleine bomen, grote heesters, 3 tot 8 m)

Een kleine boom op je balkon? Past dat wel? Jazeker! De eerder beschreven ‘patioboompjes’ zijn steeds meer verkrijgbaar. Denk aan kleine appelbomen en kersenbomen. Ook perzikbomen kunnen in een pot verder groeien. In de winter staan ze wel liever op een warm plekje. Dan moet je ze tijdelijk naar binnen halen of beschermen tegen het koude weer. Kwekerij Fruithof biedt mooie gezonde exemplaren aan, die je kunt vinden in het buitenplantenassortiment van Steck.

Laag 7 – Kruinlaag (grote bomen groter dan 8 m)

Bij de kruinlaag gaat het om bomen die hoger dan acht meter worden. Deze laag kun je op je (kleine) balkon beter overslaan. Want deze ooit kleine kruinlaag is op een dag ineens best groot.

Stekkers

Bij Steck vind je een heel assortiment aan eetbare planten. Hier kun je met gemak je voedselbos op postzegelformaat komen vullen. Extra leuk is dat stadskwekerij Stekkers tegenwoordig op het achterterrein te vinden is. Een deel van hun planten zijn ook bij Steck te koop, maar je kunt ook rechtstreeks bij hen kopen. Hun doel? ‘Planten zelf vermeerderen is onze missie. Zelf stekken en opkweken zonder gebruik van kunstmest en bestrijdingsmiddelen en met biologische potgrond.’

Kom dus gerust een keer langs bij Steck en/of Stekkers voor advies en de beste planten en materialen!


Compost, mest, kalk: Zó verbeter je de bodem in je tuin

Een mooie, gezonde tuin begint bij een vruchtbare bodem. Dat betekent vooral: een bodem vol leven. In een goede bodem leven ontelbare bodemorganismen, die afval omzetten in voedingsstoffen voor planten. Deze organismen houden ook de bodem luchtig. Hierdoor kan deze beter water opnemen en kunnen planten goed met hun wortels bij de voedingsstoffen. Wil je ook dit jaar genieten van een stralende tuin, zorg er dan voor dat al die bodemdiertjes hun werk kunnen doen.

Ecosysteem

Bij het tuinieren is het belangrijk om je het volgende te realiseren: als je de natuur gewoon haar werk laat doen, dan ontstaat er een systeem dat in balans is. Op braakliggende terreinen groeien vanzelf bepaalde typen wilde planten (die wij meestal onkruid noemen) die kúnnen groeien op die plek. Wanneer er een tekort is aan voedingsstoffen, dan zijn dit type planten in staat om zich toch te voeden. Met hun lange wortels halen ze diep gelegen voedingsstoffen alsnog naar boven, waardoor er vervolgens ook andere planten kunnen groeien. Deze ontwikkeling stimuleert weer een actiever bodemleven. Ofwel: als je niks doet, groeit er tóch iets. En een weinig vruchtbare grond wordt (tenzij heel ernstig vervuild) op deze manier uiteindelijk alsnog weer vruchtbaar.

Natuurlijk tuinieren

De kunst is om de manier waarop je tuiniert zo dicht mogelijk bij het natuurlijke proces van plantengroei te houden. Hoe meer jouw tuin lijkt op een natuurlijk ecosysteem, des te minder werk je eraan hebt. Dat kun je onder andere bereiken door planten te kiezen die bij je bodemsoort passen en ze op de juiste standplaats te zetten, zodat ze de juiste hoeveelheid zonlicht krijgen. Werken via de principes van permacultuur, waarbij je rekening houdt met de verschillende plantlagen die voorkomen in de natuur, helpt ook. Verder is het belangrijk om zo weinig mogelijk te spitten, omdat dat het bodemleven verstoort. Liever help je de bodem een handje door bodemverbeteraars toe te voegen aan je aarde. Hieronder leggen we je uit wat je opties zijn. 

Bodemverbeteraars

Voordat je aan de slag gaat, wil je eerst weten op welke grondsoort je tuiniert. Op basis daarvan kun je beter begrijpen wat je grond nodig heeft. Dat is voor elke tuin anders. Wat je uiteindelijk wil, is een luchtige bodem met een rijk bodemleven en met de juiste voedingsstoffen voor je planten. De volgende bodemverbeteraars kunnen je daarbij helpen:

Compost

Dit is de meest natuurlijke en milieuvriendelijke bodemverbeteraar. Compost bestaat uit plantenresten die op een gecontroleerde manier worden afgebroken. Het verbetert alle soorten grond die een niet zo ideale structuur hebben. In de natuur, waarin niemand afgevallen blad, fruit en uitgebloeide planten opruimt, gaat dit afbraakproces vanzelf. De vruchtbare bovenlaag die daarbij ontstaat noemen we humus. Door tuinafval zo min mogelijk op te ruimen, ontstaat er in jouw tuin ook een humuslaag. Humus en compost houden je bodem luchtig, zorgen voor voedingsstoffen en stimuleren het bodemleven.

Je kunt zelf compost maken met afval uit je eigen tuin en groenafval uit je keuken óf je koopt het kant-en-klaar. Het is voldoende om één keer per jaar een laagje compost door de bovenste grondlaag van je borders te mengen. Een laag van 1 of 2 centimeter compost volstaat, tenzij je grond erg arm is. In dat geval raden we 4 tot 6 centimeter aan. Je kunt ook een dun laagje uitstrooien over je gazon. De meeste mensen strooien compost in het vroege voorjaar, maar in de herfst kan ook prima. Wanneer je je het in de herfst doet, kan de vorst ook nog zijn positieve invloed uitoefenen op de bodemstructuur.

Meststoffen

Wil je je planten nog een extra zetje geven, dan kun je meststoffen strooien. Maar let op: bemesten heeft alleen zin als de structuur van je bodem al in balans is. Geef nooit te veel mest, want je planten worden kwetsbaarder als de bodem niet structureel is aangepast op hun snelle groei. De meeste planten hebben voldoende aan één keer bemest te worden, in het vroege voorjaar.

Er bestaan twee soorten mest: kunstmest en organische mest. Organische mest bestaat uit verteerde dierlijke uitwerpselen of plantaardige resten. Het is duurzamer dan kunstmest, omdat dit type mest naast het stimuleren van de plantengroei ook het bodemleven aan het werk zet. Dit zorgt voor meer evenwicht in de bodem.

Kunstmest is gemaakt van niet-organische stoffen en bevat hogere concentraten van stikstof, fosfaat en kalium: voedingsstoffen waar planten dol op zijn! Kunstmest richt zich echter volledig op de plantengroei en niet op het bodemleven. Kunstmest werkt hierdoor sneller, maar bij veelvuldig gebruik wordt je bodem er op de lange termijn niet beter van. Pas kunstmest dus met mate toe. Houd je aan de voorgeschreven hoeveelheid op de verpakking.

Kalk

Zand- en veengronden zijn over het algemeen wat zuurder dan kleigrond. Dit type bodem heeft onder invloed van het weer bovendien de neiging nog verder te verzuren. Zure grond vinden de meeste planten helemaal niet fijn. Om een zure grond te neutraliseren kun je jaarlijks kalk strooien in je tuin. Dit doe je het beste in het najaar of in het vroege voorjaar. Het merendeel van de kalksoorten kan overigens niet tegelijk met mest gestrooid worden. Er komt dan ammoniak vrij, wat een giftige stof is voor planten. Wacht daarom minstens drie weken met bemesten nadat je kalk hebt gestrooid.

Planten die wél van zure grond houden, zijn heide, azalea’s en rhododendrons. In plaats van de grond te neutraliseren, kun je er dus ook kiezen om dan juist deze planten in de tuin te zetten!

Tuinturf

Tuinturf is een veensoort en dus een relatief zure grondstof. Je kunt het goed gebruiken om de bodem voor zuurminnende planten te verbeteren. Tuinturf wordt helaas ook op grote schaal verwerkt in tuinaarde en potgrond. Dat is jammer, want tuinturf is een behoorlijk milieubelastend product. Door het opgraven van veen komt er onnodig veel CO2 vrij. In Europees verband wordt nu gekeken hoe het op grote schaal afgraven van veen in Europa tegengegaan kan worden. Hier staat goed uitgelegd waarom het precies zo schadelijk is. Gelukkig komen er steeds meer alternatieven voor tuinaarde en potgrond met tuinturf op de markt.

Tuinaarde

Voor de aanleg van een nieuwe tuin of voor het ophogen van borders gebruik je tuinaarde. De meeste tuinaarde bestaat uit een samenstelling van tuinturf en compost. Vaak zijn er ook meststoffen doorheen gemengd. Door de aanwezige tuinturf is tuinaarde een nogal zwaar product. Je moet het daarom echt mengen met de grond die al in je tuin aanwezig is. Je kunt ook kiezen voor tuinaarde zónder tuinturf, zoals de tuinaarde van BioKultura. Ook goed om te weten: Goedkope soorten tuinaarde bevatten nauwelijks extra voedingsstoffen, dus denk twee keer na voordat je je alleen door de prijs alleen laat leiden. In deze gevallen is goedkoop echt duurkoop.

Potgrond

Als je tuiniert in potten en bakken, dan heb je potgrond nodig. Dit is een luchtiger variant van tuinaarde. Ook zijn de voedingsstoffen speciaal uitgebalanceerd voor potplanten. Tegenwoordig bestaat er ook potgrond op basis van kokos, wat milieuvriendelijker is dan de gebruikelijke potgrond met turf. Daarnaast stelt het MPS-keurmerk bij potgrond voorwaarden aan de hoeveelheid turf die gebruikt mag worden en die grens is behoorlijk streng. Zowel Pokon als Ecostyle bieden een variant aan met dit keurmerk. De potgrond van BioKultura bevat een heel klein percentage tuinturf. Ze werken nog aan een variant zónder.

Als het goed is, weet je nu beter wat je moet kiezen als je weer eens in het tuincentrum voor al die zakken bodemverbeteraars staat. We wensen je een zeer vruchtbare grond toe.

Steck heeft een uitgebreid assortiment aan tuin- en potgrond en ook een grote keus aan bodembedekkers- en verbeteraars. Onze medewerkers geven je graag advies!