Help de egel: 5 tips voor een egelvriendelijke tuin

Jonge egel in een opvangcentrum, klaar voor verzorging bij Stichting Snorhaar.

In de afgelopen tien jaar is het aantal egels in Nederland gehalveerd. Help mee de egel meer kans te geven om te overleven. Egels zijn bijzondere dieren. Én ze helpen je tuin in balans houden. Zo eten ze bijvoorbeeld maden, rupsen en soms ook slakken. Stef Arens van Stichting Snorhaar geeft een aantal tips waarmee je egels kunt helpen. 

1. Hou je tuin een beetje rommelig

Egels houden van een natuurlijke, rommelige tuin. Veel begroeiing zorgt ervoor dat ze veilig kunnen rondlopen. In rondslingerende bladeren, takken en stammetjes zijn veel insecten te vinden voor egels. En al dat natuurlijke materiaal is ideaal voor het bouwen van een nestje. Ruim je tuin dus vooral niet te goed op. 

2. Kies voor lekker veel (inheemse) planten in je tuin

Minder tegels = meer egels. Hoe meer groen in je tuin, des te meer leefruimte voor de egel. Het beste zijn inheemse planten – dat zijn bloemen en planten die van nature voorkomen in Nederland. Dat zijn ook de beste planten voor de insecten die leven in ons land. Met inheemse planten heb je meer kans op meer insecten, en dus meer voedsel voor de egel. Gebruik geen gif of slakkenkorrels in je tuin.

3. Bijvoeren mag

Kattenbrokjes bevatten alle voedingsstoffen die ook egels nodig hebben. Zet dus gerust een bakje buiten. Heb je veel katten in de buurt, maak (of koop) dan een voerhuisje met een ingang van 13×13 cm. Daar kunnen katten niet doorheen. Zet er ook een bakje water bij.

4. Zet een slaaphuisje klaar

Een slaaphuisje is een fijne plek voor een egel om te overnachten en te overwinteren. Een goed slaaphuis staat op een rustige en beschutte plek, tocht niet, heeft een goede ventilatie en is bestand tegen alle weersomstandigheden. Heb je geen zin of tijd om zelf een huisje te maken? Bij Steck vind je verschillende geschikte kant-en-klare egelhuizen. Let op: zet geen voer of water in dit huisje. Egels houden hun slaap- en eetplekje graag apart.

5. Maak een poortje in je schutting

Schuttingen zijn lastige barrières voor egels. Door een klein poortje te maken van 13×13 cm kunnen egels makkelijker van de ene naar de andere tuin. Vraag je buren om mee te werken, zodat egels meer bewegingsruimte krijgen in de stad. Zo hoeven ze niet de straat over te steken, met alle gevaren van dien. Steck heeft speciale egelpoortjes die je in een schutting kunt verwerken. 


Met deze 5 tips heb je meer kans op een egel in je tuin. Én je helpt ze enorm hiermee. Oh ja, een vijver in je tuin is geen probleem. Egels kunnen goed zwemmen. Zorg wel dat ze ergens makkelijk weer op de kant kunnen klimmen. 

Zieke egels

Zie je nou een zieke of verzwakte egel in je tuin? Bel dan even met Stichting Snorhaar. Zij kunnen advies geven over wanneer je actie moet ondernemen en wat je het beste kan doen. Als de egel weer gezond en wel is, kan deze teruggeplaatst worden in jouw tuin!

Stichting Snorhaar

Stichting Snorhaar is de eerste opvang voor kleine wilde dieren in Utrecht. Sinds mei 2024 zit de stichting in het pand van tuincentrum Steck. Bij de dierenafdeling kun je door een groot raam naar binnen spieken.

Waarom je inheemse planten in je tuin wil zetten

Inheemse planten in Nederlandse tuin in Utrecht

Je hebt vast weleens van de term ‘inheemse planten’ gehoord, maar wat betekent dat nu eigenlijk? Inheemse planten (of heemplanten) zijn planten die van nature groeien in een bepaald gebied. Bekende inheemse planten in Nederland zijn bijvoorbeeld Hazelaar, Gele Kornoelje, Veldesdoorn en Kattenstaart. Dit soort planten zijn enorm belangrijk voor de biodiversiteit. Hoe dat precies zit, leggen we hieronder uit!


Wat is biodiversiteit?

Als er heel veel verschillende soorten (dieren, planten, schimmels, bacteriën) voorkomen in een gebied, dan heeft dat gebied een hoge biodiversiteit. En vaak geldt dat hoe hoger die biodiversiteit is, des te gezonder het ecosysteem. In de natuur staat alles in relatie met elkaar. De meeste planten zijn voor de voortplanting afhankelijk van insecten. Zowel die planten als de insecten worden gegeten door bijvoorbeeld kleine zoogdieren, die weer gegeten worden door grotere zoogdieren, enzovoort. Als er een soort wegvalt in het ecosysteem, dan heeft dat meteen gevolgen voor andere soorten in de kringloop van het leven. Gebieden met een lage biodiversiteit hebben vaak minder voedsel te bieden en zijn daarnaast ook vatbaarder voor plagen en pandemieën. Het natuurlijke evenwicht is weg, waardoor er van bepaalde soorten juist te véél kan ontstaan. Een voorbeeld daarvan is de eikenprocessierups die zomers al jaren hele gebieden in Nederland teistert.

Keizersmantel (vlinder) op braam
Keizersmantel (Argynnis paphia) op braam (Rubus fruticosus)

Afname insecten

Dat het niet goed gaat met de biodiversiteit, dat is inmiddels algemeen bekend. Wereldwijd is de insectenpopulatie de afgelopen dertig jaar bijvoorbeeld gemiddeld met een kwart afgenomen. Het aantal vlinders in Nederland is in die periode gehalveerd. Ecologen vermoeden dat door de afname van het aantal insecten ook bepaalde vogels zich nog maar weinig laten zien in ons land. De oorzaak van het uitsterven van insecten is divers: te veel stikstof, waardoor bepaalde planten uitsterven, verstedelijking, te veel maaien op boerenland, het gebruik van bestrijdingsmiddelen en noem maar op. Wat in elk geval duidelijk is, is dat insecten niet genoeg voedsel kunnen vinden en onvoldoende rust- of schuilplekken.

Inheemse planten in je tuin
En daar komen de inheemse planten om de hoek. De planten die al eeuwenlang in Nederland groeien, hebben zich in al die jaren aangepast aan de insecten die hier rondvliegen en andersom. Op elk potje past zogezegd een dekseltje, maar wel een heel specifiek dekseltje! In onze blog over plantenseks leggen we uit hoe dat zit. Rupsen zijn bijvoorbeeld hele kieskeurige eters: zij lusten vaak maar enkele plantensoorten. Als die er niet meer zijn, dan gaan de rupsen dood, en verdwijnt er (weer) een vlindersoort, die juist nuttig is voor de bestuiving van andere planten. Willen we voorkomen dat de insecten nog verder uitsterven, dan moeten we er op zijn minst voor zorgen dat er genoeg voedsel- en schuilplekjes voor hen te vinden zijn. En daar kun jij bij helpen door inheemse planten in je tuin te zetten!

Gelderse roos (Viburnum opulus)

Welke planten zijn inheems?

Er zijn een heleboel inheemse planten en bomen, hier noemen we er een aantal die je in elk geval bij Steck kunt kopen. Vrienden van Steck kunnen sparen voor een gratis exemplaar:

Gele Morgenster (Tragopogon pratensis)
Bosaardbei (Fragaria vesca)
Betonie (Stachys officinalis)
Wilde Marjolein (Origanum vulgare)
Veldsalie (Salvia pratensis)
Vingerhoedskruid (Digitalis purpurea)
Grote tijm (Thymus pulegioides)
Groot kaasjeskruid (Malva sylvestris)
Oranje havikskruid (Hieracium aurantiacum)

Inheems en uitheems combineren
Het is overigens niet zo dat uitheemse planten níet goed zijn. Het merendeel van de uitheemse planten kun je prima in je tuin zetten en sommige insecten zullen daar ook wat van smikkelen. Let alleen wel op dat je uitheemse planten niet té succesvol zijn. Er zijn namelijk enkele invasieve soorten die, als je even niet oplet, je hele tuin overnemen en inheemse planten verdringen. De Japanse Duizendknoop is een van de bekendste voorbeelden hiervan. Wil je echt iets doen voor de biodiversiteit, zorg dan dat je in elk geval inheemse planten in je tuin hebt staan. Dat kan heel goed in combinatie met (niet-invasieve) uitheemse soorten.