5 dingen over Pasen die je je waarschijnlijk elk jaar afvraagt

Gekleurde eieren, de paashaas en een fiks ontbijt: Pasen is een van de leukste feesten die we hebben, maar met al zijn symbolen is het ook een beetje een warboel. Waar komt deze traditie vandaan en hoe past Jezus in het paasverhaal? We zetten de 5 meest voorkomende vragen over Pasen op een rij en zochten het antwoord voor je uit. Vrolijk Pasen!  

1. Wat vieren we met Pasen?

Pasen is van oorsprong een van de belangrijkste feestdagen in het christendom. Volgens de Bijbel stierf Jezus op Goede Vrijdag aan het kruis. Twee dagen later herrees hij uit de dood. Deze herrijzenis vieren we met Pasen. In de christelijke traditie wordt er vooraf 46 dagen gevast (eigenlijk 40 dagen, want op zondag hoef je niet te vasten). Dat is de periode tussen carnaval en Pasen. Na wekenlang afzien mag met Pasen dan eindelijk weer (heerlijk) gegeten worden. Aan dat fenomeen danken we onze hedendaagse paasonbijtjes en -brunches.

2. Kun je Pasen ook vieren als je niet gelovig bent?

Jazeker! Net als Kerst is Pasen gekoppeld aan het christelijke geloof. Maar voor het merendeel van de mensen hebben beide feesten geen religieus tintje (meer). Pasen is voor hen vooral een moment om gezellig samen te zijn met familie en/of vrienden.

Voor de opkomst van het christendom vierden mensen al lentefeesten. Die hadden te maken met de lente-equinox op 20 of 21 maart: de aarde staat dan zodanig ten opzichte van de zon dat de dag precies even lang duurt als de nacht. Daarna zijn de dagen weer langer dan de nachten. Er is weer meer daglicht en zo komt ook de natuur tot leven. Een belangrijk moment in het jaar, waarin de aarde ons van voedsel voorziet. Nu kan er weer volop gezaaid worden. Een reden voor een feestje, vonden ook de Germanen.

3. Waarom is Pasen elk jaar op een andere datum?

Pasen valt elk jaar op een zondag tussen 22 maart en 25 april. Maar als dit samenhangt met de kruisiging en wederopstanding van Jezus, waarom verandert de datum dan? Dat komt doordat verschillende geschriften andere dingen beweren over dit belangrijke moment in de christelijke traditie. In de 8ste eeuw werd hier heel wat over gediscussieerd. 

Volgens de ene traditie werd Christus gekruisigd op de 14e dag na de eerste volle maan van de lente. Twee dagen daarna ontwaakte hij uit de dood. Pasen zou 16 dagen na de eerste volle maan van de lente moeten worden gevierd. Een andere stroming zei juist dat de kruisiging van Jezus op een zondag in de lente had plaatsgevonden. Uiteindelijk werd het een combinatie van die twee: Pasen valt tegenwoordig altijd op de eerste zondag na de eerste volle maan van de lente.

4. Waar komen die paaseieren en de paashaas vandaan?

Het Paasfeest kreeg er in de loop der tijd elementen bij die weinig of niets te maken hebben met de christelijke traditie. Zo verstopt de paashaas gekleurde eieren. Wat hiervan precies de herkomst is, is niet echt bewezen. 

Er zijn verschillende verhalen. Een theorie vertelt dat de haas en eieren uit een Germaans sprookje komen. Dit sprookje was onderdeel van het feest dat de Germanen vierden aan het begin van de lente. Godin Ostara veranderde volgens dit verhaal een gewonde vogel in een haas die gekleurde eieren kon leggen. Christenen zouden het Paasfeest ‘over’ dit Germaanse feest hebben gelegd: zo zouden ze mensen gemakkelijker kunnen bekeren.

Een andere verklaring voor het belang van het paasei is dat er na de vastentijd veel eieren over waren: de kippen bleven immers eieren leggen. Zodra het weer mocht, aten mensen deze met Pasen op. Ook staat het ei symbool voor wedergeboorte: een verwijzing naar de wederopstanding van Jezus. In de vroegere lentefeesten stond een ei ook voor nieuw leven en vruchtbaarheid, wat weer verwijst naar de lente en de vruchtbare aarde.

5. En hoe zit het met paastakken en ander ‘paasgroen’?

Zoals je leest, vierden onze voorouders al lentefeesten om het nieuwe begin van het leven te vieren. Met Pasen gebruiken we elementen die dit nieuwe leven symboliseren: kuikentjes en takken van planten die al vroeg in het jaar een teken van leven geven. Een prachtig symbool van opgekropte levenslust. In de lente komt deze energie onder invloed van het lentezonnetje vrij en staat de natuur vol met een kleurrijke explosie van krokusbloemen en narcissen. Pasen is een en al Lentelust.