Hoe krijg je een vruchtbare bodem in je tuin?

Een mooie, gezonde tuin begint bij een vruchtbare grond. Dat betekent vooral: een bodem vol leven. In een goede bodem leven ontelbare bodemorganismen, die afval omzetten in voedingsstoffen voor planten. Deze organismen houden ook de aarde luchtig. Hierdoor kan deze beter water opnemen en kunnen planten goed met hun wortels bij de voedingsstoffen. Wil je ook dit jaar genieten van een stralende tuin, zorg er dan voor dat al die bodemdiertjes hun werk kunnen doen.

Ecosysteem

Bij het tuinieren is het belangrijk om je het volgende te realiseren: als je de natuur gewoon haar werk laat doen, dan ontstaat er een systeem dat in balans is. Op braakliggende terreinen groeien vanzelf bepaalde typen wilde planten (die wij meestal onkruid noemen) die kúnnen groeien op die plek. Wanneer er een tekort is aan voedingsstoffen, dan zijn dit type planten in staat om zich toch te voeden. Met hun lange wortels halen ze diep gelegen voedingsstoffen alsnog naar boven, waardoor er vervolgens ook andere planten kunnen groeien. Deze ontwikkeling stimuleert weer een actiever bodemleven. Ofwel: als je niks doet, groeit er tóch iets. En een weinig vruchtbare grond wordt (tenzij heel ernstig vervuild) op deze manier uiteindelijk alsnog weer vruchtbaar.

Natuurlijk tuinieren

De kunst is om de manier waarop je tuiniert zo dicht mogelijk bij het natuurlijke proces van plantengroei te houden. Hoe meer jouw tuin lijkt op een natuurlijk ecosysteem, des te minder werk je eraan hebt. Dat kun je onder andere bereiken door planten te kiezen die bij je bodemsoort passen en ze op de juiste standplaats te zetten, zodat ze de juiste hoeveelheid zonlicht krijgen. Werken via de principes van permacultuur, waarbij je rekening houdt met de verschillende plantlagen die voorkomen in de natuur, helpt ook. Verder is het belangrijk om zo weinig mogelijk te spitten, omdat dat het bodemleven verstoort. Liever help je de bodem een handje door bodemverbeteraars toe te voegen aan je aarde. Hieronder leggen we je uit wat je opties zijn. 

Bodemverbeteraars

Voordat je aan de slag gaat, wil je eerst weten op welke grondsoort je tuiniert. Op basis daarvan kun je beter begrijpen wat je grond nodig heeft. Dat is voor elke tuin anders. Wat je uiteindelijk wil, is een luchtige bodem met een rijk bodemleven en met de juiste voedingsstoffen voor je planten. De volgende bodemverbeteraars kunnen je daarbij helpen:

Compost

Dit is de meest natuurlijke en milieuvriendelijke bodemverbeteraar. Compost bestaat uit plantenresten die op een gecontroleerde manier worden afgebroken. Het verbetert alle soorten grond die een niet zo ideale structuur hebben. Compost kun je zelf maken, of kant-en-klaar kopen. Lees hier meer over het toevoegen van compost aan je bodem.

Meststoffen

Wil je je planten nog een extra zetje geven, dan kun je meststoffen strooien. Maar let op: bemesten heeft alleen zin als de structuur van je bodem al in balans is. Geef nooit te veel mest, want je planten worden kwetsbaarder als de bodem niet structureel is aangepast op hun snelle groei. De meeste planten hebben voldoende aan één keer bemest te worden, in het vroege voorjaar. Hier lees je hoe je mest het beste toevoegt.

Kalk

Zand- en veengronden zijn over het algemeen zuurder dan kleigrond. En daar houden de meeste planten niet van. Om een zure grond te neutraliseren kun je jaarlijks kalk strooien in je tuin. Dit doe je het beste in het najaar of in het vroege voorjaar. Lees hier alles over het gebruik van kalk in je tuin.

Tuinturf

Tuinturf is een veensoort en dus een relatief zure grondstof. Je kunt het gebruiken om de bodem voor zuurminnende planten te verbeteren. Tuinturf wordt helaas ook op grote schaal verwerkt in tuinaarde en potgrond. Dat is jammer, want tuinturf is een behoorlijk milieubelastend product. Door het opgraven van veen komt er onnodig veel CO2 vrij. In Europees verband wordt nu gekeken hoe het op grote schaal afgraven van veen in Europa tegengegaan kan worden. Hier staat goed uitgelegd waarom het precies zo schadelijk is. Intussen komen er langzaamaan steeds meer alternatieven op de markt voor tuinaarde en potgrond met tuinturf. Bij Steck vind je de turfvrije tuinaarde en potgrond van Bio Kultura.

Tuinaarde

Voor de aanleg van een nieuwe tuin of voor het ophogen van borders gebruik je tuinaarde. De meeste tuinaarde bestaat uit een samenstelling van tuinturf en compost. Vaak zijn er ook meststoffen doorheen gemengd. Door de aanwezige tuinturf is tuinaarde een nogal zwaar product. Je moet het daarom echt mengen met de grond die al in je tuin aanwezig is. Je kunt ook kiezen voor tuinaarde zónder tuinturf, zoals de tuinaarde van Bio Kultura. Ook goed om te weten: Goedkope soorten tuinaarde bevatten over het algemeen nauwelijks extra voedingsstoffen.

Potgrond

Als je tuiniert in potten en bakken, dan heb je potgrond nodig. Dit is een luchtiger variant van tuinaarde. Ook zijn de voedingsstoffen speciaal uitgebalanceerd voor potplanten. Tegenwoordig bestaat er ook potgrond op basis van kokos, wat milieuvriendelijker is dan de gebruikelijke potgrond met turf. Daarnaast stelt het MPS-keurmerk bij potgrond voorwaarden aan de hoeveelheid turf die gebruikt mag worden en die grens is behoorlijk streng. Zowel Pokon als Ecostyle bieden een variant aan met dit keurmerk. De potgrond van Bio Kultura bevat een heel klein percentage tuinturf. Ze werken nog aan een variant zónder.

Als het goed is, weet je nu beter wat je moet kiezen als je weer eens in het tuincentrum voor al die zakken bodemverbeteraars staat. We wensen je een zeer vruchtbare grond toe.

Steck heeft een uitgebreid assortiment aan tuin- en potgrond en ook een grote keus aan bodembedekkers- en verbeteraars. Onze medewerkers geven je graag advies!

4 poedelnaakte tuinhulpjes voor een gezonde en voedzame bodem

Bodemdieren_tuinhulpjes_blog_Steck

Ieder jaar vindt op de eerste zaterdag van mei de ‘Internationale dag van het naakt tuinieren’ plaats. In eigen tuin is naakt tuinieren zeker toegestaan, maar voor wie liever de kleren aanhoudt, wist je dat er elke dag van het jaar naakte tuinders voor je aan het werk zijn? Ontmoet vier poedelnaakte tuinhulpjes: regenworm, naaktslak, pissebed en duizendpoot. Lees waarom deze – door sommige mensen als vieze beestjes bestempelde – diersoorten onmisbaar zijn voor een gezond bodemleven in je tuin.

In het voorjaar storten mensen zich enthousiast op het inzaaien van borders, potten en moestuinen. Maar voordat er überhaupt wat te zaaien – en laat staan te oogsten – valt, is het belangrijk om te kijken naar de vruchtbaarheid van de grond. Wie wil genieten van een groene oase rondom het huis, heeft naast licht en water nog iets belangrijks nodig: voedingsstoffen. 

Bodemdieren leven net boven of onder de grond en zetten samen met bacteriën en schimmels afvalstoffen om in voedingsstoffen voor planten. Hiermee krijgen planten voldoende binnen om sterke wortels te maken, frisgroen blad te geven en tot bloei te komen. Deze circle of life herhaalt zich continu en elk bodemdier draagt op zijn eigen manier een steentje bij.

Regenworm: de luchtige bemester 

De regenworm is een ontzettend harde werker die jou op verschillende manieren te hulp schiet. Hoe de worm dat doet? Wormen breken organische materialen af en creëren zo humus voor je bodem. Terwijl ze zich voortbewegen door de bodem, leggen ze tunnels aan waardoor gewassen beter hun wortels kunnen vormen. En dat zonder die planten aan te tasten. Des te meer wormen je ziet, des te meer voeding er in je grond aanwezig is.

Bodemdieren in actie

Naaktslak: krachtpatser met een tong vol tanden

Dit bodemdier wordt vaak als plaag beschouwd en kan dat in sommige gevallen ook zijn. Maar deze allesbehalve kieskeurige veelvraat doet ook veel goeds voor je tuin. Op zijn tong verstopt de naaktslak tot wel 25.000 tanden. Hier eet hij in een dag tijd tot wel de helft van zijn eigen lichaamsgewicht op. Hij ruimt hiermee ook dode plantenresten op en woelt de aarde om. Naaktslakken zijn kwetsbaarder dan andere slakken, waardoor je ze soms alleen onder de grond tegenkomt.

Pissebed: meester van de recycling

De ruwe- en rolpissebedden komen het vaakst voor in onze (achter)tuinen. Ze houden zich meestal schuil in de bovenste laag van de bodem, ofwel: de strooisellaag. Hier doen ze zich tegoed aan rottend hout en bladeren. Hun uitwerpselen vormen nieuwe voedingsstoffen. Zo helpen pissebedden bij de afbraak en opname van koolstof en stikstof voor planten. Is er niet genoeg dood materiaal aanwezig, dan houden ze zich in leven met wortels van levende planten. Laat plantresten dus vooral liggen. 

Duizendpoot: veelpotige vermaler

Nee, duizend poten heeft ‘ie niet. Ongeacht zijn ietwat verwarrende naam kun je maar wat blij zijn dat dit veelpotige dier zich schuilhoudt tussen je planten. Duizendpoten voeden zich graag met rottend plantmateriaal, zoals afgevallen bladeren en andere resten. Ook zorgen zij voor het omwoelen van en het lucht toevoegen aan je bodem. Ze werken razendsnel, waardoor je organische groene afval snel wordt omgezet in een voedingsboost voor je tuin of balkon. Je vindt duizendpoten terug op de meest vochtige plekjes in de tuin, ze kunnen slecht tegen droogte.

Vier de bodembeestjes!

Kom je tijdens het werken in de tuin flink wat bodemdieren tegen? Geweldig! Help ze hun werk te doen door je tuin niet al te netjes te houden. Laat bladeren, uitgebloeide planten en ander organisch materiaal gerust liggen. Dit opruimteam gaat voor je aan de slag en geeft je er een gezonde en voedzame bodem voor terug. Wil je meer weten over wat er zich allemaal in de bodem afspeelt? Dan is de documentaire ‘Onder het maaiveld‘ een aanrader.

Oh en voor wie graag ook zelf met de billen bloot gaat in de tuin op de dag van het naakt tuinieren… wel even opletten voor de brandnetels en wespennesten.

8 tuinklusjes om langer te genieten van je zomerse tuin

Je hebt het hele voorjaar hard gewerkt om je tuin (of balkon) op orde te krijgen en nu is het tijd voor het Grote Genieten: bijna alle planten staan in bloei en je moestuin geeft doorlopend lekkers te eten. Je tuin is een paradijs voor al je zintuigen! Voor je je helemaal overgeeft aan de geneugten van je hangmat, is het tóch verstandig om een paar tuinklusjes uit te voeren. Met onderstaande klusjes verleng je de levensduur van je paradijs aanzienlijk. Kun je daarna nóg langer genieten!

1. Snoeien doet bloeien

Dit is een goede periode om een aantal plantensoorten te snoeien. In de zomer richt je je vooral op het terugsnoeien van jonge uitlopers en het in model houden van de plant, bijvoorbeeld bij de wisteria (blauwe regen) en druivenplanten. Uitlopers van deze planten groeien met gemak tot wel een meter in slechts een paar weken tijd. Naast deze planten hebben ook voorjaarsbloeiende heesters, steenvruchten en pitvruchten nu behoefte aan een snoeischaar. 

De uitlopers van de Wisteria (blauwe regen) groeien tot wel 2 meter in slechts een paar weken tijd en kunnen zeker een snoeibeurt gebruiken.

2. Pluk uitgebloeide bloemen

Vooral eenjarigen zullen in dit jaargetijde al hun energie stoppen in het geven van zo veel mogelijk bloemen. De bloei is het laatste groeistadium van een plant, waarna deze zaden zal maken en zal afsterven. Dit proces kun je vertragen door uitgebloeide bloemen te blijven plukken. Zo stimuleer je je cosmea’s, goudsbloemen en andere eenjarigen om langer te blijven bloeien. Liever de zaden verzamelen voor volgend jaar? Laat de uitgebloeide bloemen dan juist met rust, zodat de zaden kunnen rijpen.

3. Geef hongerige planten extra bemesting

Dit is hét moment om planten als rozen een tweede mestronde te geven. Dit hebben ze nodig om – nu de eerste bloei is geweest – genoeg voedingsstoffen te kunnen opnemen om nog een keer tot bloei te komen richting het einde van de zomer. Ook zorgt deze bemesting voor sterke en gezonde planten met dikke takken die minder gevoelig zijn voor schimmels en plagen. Ook buxussen, (vaste) borderplanten en veel moestuinplanten kunnen in deze periode wel wat extra bemesting gebruiken.

4. Breng je bodem (weer) tot leven

Deze tijd kenmerkt zich door geven en nemen. Planten onttrekken veel voeding uit de bodem voor hun groei en bloei. Het tekort dat hierdoor ontstaat, moet worden aangevuld met nieuwe voedingsstoffen. Dit geldt ook zeker voor een moestuin. Een ideale manier om je bodem weer in topconditie te krijgen is door gebruik te maken van compost. Het zelf maken van compost is niet ingewikkeld, maar verdient wel wat doorlopende aandacht. Lees hier waar je op moet letten. 

Zelf compost maken is makkelijk en onwijs goed voor je tuin(tje)

5. Vergeet planten in potten en bakken niet

Heb je een balkon of dakterras? Ook hier kun je de hele zomer genieten van een levendige, groene oase, als je goed voor je planten zorgt. Wind en regen hebben vaak vrij spel op potplanten en voedingsstoffen raken sneller opgebruikt dan in een vaste bodem. Geef daarom wekelijkse vloeibare organische voeding aan je potplanten. Lees ook onze andere tips voor succesvol tuinieren in potten en bakken. 

6. Zaai nu voor een lente vol kleur

Sommige plantensoorten hebben meer tijd nodig om tot bloei te komen. Deze zaai je in de voorafgaande zomer. Ze gebruiken het najaar om te groeien en komen (vaak vroeg) in het voorjaar in bloei. Schrik niet als deze planten afsterven richting de winter, hun wortels groeien onverminderd door. Wie nu slim zaait, geniet volgend jaar van een langer seizoen vol prachtige kleuren. Tweejarigen die je nu kunt zaaien, zijn onder andere stokrozen, vingerhoedskruid, duizendblad en judaspenning.

Dit is het moment om tweejarigen als vingerhoedskruid te zaaien

7. Ga slim om met water

In de zomer is het timen van je watergift verstandig om twee redenen. Door ‘s ochtends of ‘s avonds water te geven hebben je planten genoeg tijd om het water op te nemen, voordat deze verdampt uit de bodem. Daarnaast heb je minder kans op verbranding: Waterdruppels werken als een soort vergrootglas. Geef je midden op de dag water, als de zon het hoogst staat, dan kunnen er brandplekken op het blad ontstaan. Doe je het in de ochtend of in de avond, dan is de zon niet zo sterk. 

8. Haal de tuin naar binnen

Je kunt prachtige bossen bloemen voor in huis maken door wat bloemen uit je eigen planten te knippen. Doe dit wel in de ochtend. De bloemstelen bevatten dan het meeste water, waardoor ze op hun sterkst zijn en dus langer goed blijven. Nog langer genieten? Droog je bloemen dan, bijvoorbeeld met silicagel. Deze korrels ken je wellicht uit van die zakjes die je in schoenendozen vindt. Ze onttrekken het vocht uit je bloemen, zonder dat deze verkleuren. Eenmaal gedroogd kun je maandenlang genieten van je favoriete bloemsoorten. Meer methodes voor het drogen van bloemen vind je in dit overzicht.

Weet jij welke grond er in je tuin ligt?

Alles over grondsoorten in Nederland, hoe je erop tuiniert en over welke grond jij in je tuin hebt

Alles begint bij de ondergrond. Niet iedere plant kan overal groeien en daar speelt vooral de bodemsoort een belangrijke rol bij. Geen groen zonder gezonde grond. Je vindt in Nederland grofweg 4 grondsoorten waarop je kunt tuinieren: veen, klei, zand en löss. In deze blog zoeken we tot op de bodem uit hoe het zit met de grond in jouw (achter)tuin.

De kwaliteit en eigenschappen van de grond bepalen de plantengroei. De planten hebben dan weer invloed op hoeveel organisch materiaal aanwezig is in de bodem. En dat organische materiaal bepaalt de mate van bodemleven in je tuin. Eerder schreven we al over het belang van bodemdieren in je tuin: hier speelt de grondsoort dus ook een belangrijke rol. Een gezonde bodem heeft een gezond bodemleven.

Hoe zit het met mijn grond?

Pure grondsoorten, zoals hieronder beschreven, kom je in de meeste tuinen niet tegen. Door het afgraven en weer aanvoeren van grond wijkt de bodemsoort vaak af van de natuurlijke omgevingsbodem. Ook binnen de vier bekendste grondsoorten van ons land zijn verschillende samenstellingen mogelijk. Zo kan klei veel of weinig zanddeeltjes bevatten. 

Hoe weet je met welke grondsoort je in je tuin te maken hebt? Door het houden van een simpele bodemtest:

  1. Maak wat grond in je tuin vochtig, maar niet te nat. De grond mag niet aan je vingers plakken.
  2. Neem op 10-20 cm diepte met een eetlepel grond uit je tuin in je handen en probeer deze te kneden.
  3. De vorm die het kneedsel aanneemt, vertelt je grofweg met welke grondsoort je te maken hebt.

Zandgrond vormt zich tot een bergje op je hand, klei laat zich daarentegen heel makkelijk tot een gladde plak kneden. Veen is zo broos dat het tot niets te kneden valt en direct uit elkaar brokkelt. Hieronder kun je per bodemsoort lezen welke eigenschappen deze heeft en hoe je er het beste op tuiniert.

De ideale tuingrond

Als je achter op een zak tuin- of potgrond kijkt, zie je dat deze vaak bestaat uit een mengsel van grondsoorten. Veel mixen bevatten veengrond voor het vasthouden van water, gemengd met zand voor structuur en compost voor voeding (en dus bodemleven). Als je eenmaal weet welke grond er in je tuin ligt, kun je deze optimaliseren voor je planten door te kijken naar de natuurlijke eigenschappen die hieronder per grondsoort beschreven staan.

Wil je betere afwatering in je kruidentuintje? Voeg dan wat zand (en gruis) toe aan de bodem. Wil je juist water langer vasthouden? Voeg dan wat klei of veen toe aan de grond. Juist door soorten te mengen kom je vaak tot een ideale voedingsbodem voor plantengroei.

Utrechtse bodem

Zoals je hierboven kunt zien, kent de provincie Utrecht een mengelmoes aan grondsoorten. Zo vind je rondom Utrecht zowel klei, veen-, als zandgronden. Wat dat betekent voor het laten groeien van planten vertellen we je hieronder per grondsoort.

1. Veen – Frisse, natte spons

  • Kleur: donker, bijna zwart
  • Structuur: sponsachtig
  • Voordelen: nauwelijks water geven, makkelijk te bewerken
  • Nadelen: zuurstofarm, weinig mineralen
  • Komt voor in: kleine gebieden door heel Nederland
  • Ideaal voor: zuurminnende planten als Rododendrons en Hortensia’s

Veen is een opeenstapeling van compact, organisch materiaal en ontstaat in gebieden waar het grondwater hoog staat, waardoor grote hoeveelheden ijzer aan de oppervlakte komen. Hierdoor hopen plantenresten zich op die maar heel langzaam composteren door het lage zuurstofgehalte in het aanwezige roestwater.

Gedroogd veen is goed brandbaar. In de middeleeuwen is men daarom begonnen met het winnen van turf (gedroogd veen). Er is nog maar weinig veen over in Nederland. Heel veel grasland waar koeien nu op grazen was ooit veenmoeras. Tegenwoordig is veel oorspronkelijk veenlandschap bedekt met jonge klei.

Bron: Verantwoorde veenhouderij | Twee grote kluiten veengrond waar je nog duidelijk plantenresten in terug ziet

Tuinen op veengrond zijn vaak nat en zompig. Ook verzakt veengrond snel, zeker nu door onze droge en hete zomers het grondwaterpeil snel zakt. Huizen verzakken hierdoor sneller, met grote schade tot gevolg. Wie tuiniert op veengrond zal vaak zijn tuin moeten ophogen. Planten en bomen wortelen ondiep op veengrond, omdat ze nooit verdergaan dan het grondwaterpeil (want daar kunnen ze geen zuurstof halen).

2. Klei – Zware jongen vol voedingsstoffen

  • Kleur: donker
  • Structuur: zwaar en compact
  • Voordelen: houdt voedingsstoffen en water goed vast
  • Nadelen: wortels kunnen er moeilijk in groeien, wordt hard bij uitdroging, lastig om te bewerken
  • Komt voor in: kustgebieden (zeeklei), Betuwe (rivierklei)
  • Ideaal voor: snelgroeiende gewassen als maïs en suikerbieten

Klei kan makkelijk water vasthouden. Het laat zich uitsmeren zodra het nat wordt. Het kan ook voedingsstoffen makkelijk aan zich binden, omdat het elektrisch geladen is. Er vinden veel (chemische) reacties plaats, wat ervoor zorgt dat er ontzettend veel mineralen en andere voedingsbronnen worden vastgehouden. Leg je klei onder een microscoop dan zie je dat het bestaat uit op elkaar geplakte laagjes vanuit chemische samenstellingen. 

Bron: Better Organix | Klei bestaat uit vele ‘schijfjes’ zoals goed te zien is onder de microscoop

Tuinieren op kleigrond kan een hele uitdaging zijn. Kleigrond is heel erg zwaar en houdt water lang vast, maar laat ook slecht nieuw water toe. Doordat het zo compact is, is het ook moeilijk te bewerken en hebben veel planten moeite om te wortelen in de soms ondoordringbare grond. Dit gebeurt vooral als er weinig organisch materiaal in de bodem zit. Als klei uitdroogt kan het keihard worden, je hebt vast weleens die kenmerkende scheuren in de grond gezien op het boerenland. 

Wil je gebruikmaken van de voedzame eigenschappen van kleigrond, dan moet je zorgen voor een goede afwatering. Je wilt niet dat planten te lang met hun wortels in het nat staan. Op kleigrond komen vaak ook lastig te verwijderen onkruidsoorten voor, zoals kweek(gras), zevenblad en heggewinde. Is tuinieren op kleigrond dan alleen maar ellende? Zeker niet, Tuinseizoen geeft een aantal slimme tips.

3. Zand – Luchtige allesgroeier met verzorgingsbehoefte

  • Kleur: licht
  • Structuur: licht van structuur, korrelig
  • Voordelen: goed waterdoorlatend, makkelijk te bewerken
  • Nadelen: houdt weinig voedingsstoffen en water vast, schrale grond
  • Komt voor in: Noord-Limburg, Noord-Brabant en de Achterhoek
  • Ideaal voor: vrijwel alle soorten gewassen en planten, mits er genoeg water en voeding wordt gegeven

Zand is niets anders dan volledig uit elkaar gevallen steen. Daar gaat een enorm lang proces aan vooraf: stenen verweren door vorst en dooi, maar ook doordat ze botsen in snelstromende rivieren. Na duizenden malen herhaling van deze processen houd je grove zandkorrels over. Zand heeft een hele losse structuur en is van nature schraal en voedingsarm. Toch kun je prima dingen laten groeien op zandgrond door meststoffen en water toe te voegen.

Planten en gewassen die graag de diepte in groeien, zoals wortelknollen en wortelgewassen doen het heel goed op zandgrond. Ze kunnen ongestoord naar beneden groeien, omdat de grond vrij is van stenen en andere ‘blokkades’. Het is ook heel makkelijk om te oogsten op zandgrond: je haalt de groentes zo los uit de grond zonder deze te beschadigen. Ideaal ook voor asperges, die niet voor niets vooral op zandgronden geteeld worden.

Bron: 1Limburg | Asperges groeien niet voor niets op zandgronden. Ze kunnen hierin makkelijk wortels vormen en gestoken worden zonder te beschadigd te raken.

Tuinieren op zandgrond vraagt vooral om wat zorg en aandacht. Water spoelt snel weg, dus zeker in de zomer zul je vaak moeten sproeien. Ook raakt de grond snel uitgeput, waardoor je regelmatig compost of andere voedingsstoffen moet toevoegen aan de bodem. Meer tips voor het verbeteren van zandgrond vind je in het overzicht van Velt. 

4. Löss – De fijnste van het stel

  • Kleur: bruin
  • Structuur: zacht, bevat veel voedingsstoffen
  • Voordelen: compact, houdt makkelijker voeding vast
  • Nadelen: komt vrijwel nergens voor in Nederland
  • Komt voor in: Zuid-Limburg
  • Ideaal voor: vrijwel alle soorten planten en gewassen

Löss is heel fijn zand. Je vindt het maar in een klein deel van Nederland, van Maastricht tot Sittard. De grond is afkomstig van de bodem van Noordzee, toen deze nog droog stond. De grond is door de wind verspreid en is als het ware tegen de Limburgse heuvels ‘blijven plakken’. In dit gebied zijn de eerste boeren van Nederland 7000 jaar geleden terechtgekomen vanuit Oost-Europa en hier begonnen met de hedendaagse landbouw. 

Löss is heel compact en houdt daardoor, in tegenstelling tot ander zand, goed voedingsstoffen vast. Ze spoelen minder snel uit, wat het voor de akkerbouw ideaal maakt om op te verbouwen. Het voelt erg zacht aan.

Bron: Geoproeven | Löss is heel fijn zand en is daardoor heel compact

De smaak van de bodem

Nu weet je welke grondsoort je in je tuin hebt, en hoe je er het beste op kunt tuinieren. Maar wist je dat je de grondsoort ook kunt próeven in het eten dat er op geteeld wordt? In het NPO-programma Joel Lokaal gaat culinair journalist Joël Broekaert op zoek naar de ‘terroir’ Nederland. Een aanrader voor wie meer wil weten over de invloed van onze bodemsoorten op de smaak van ons voedsel.

Meer weten over een gezonde (voedings)bodem? Bekijk ons thema Heilige Grond.

[1] Oostwoud, A. (Red.) (2015). Een kleine eetbare tuin (4e druk). KNNV Uitgeverij.

Join the global worming

De wereld redden met wormen? |

Menig mens die zich bij deze vraag achter de oren krabt. Toch wringen deze beestjes zich in de juiste bochten om een belangrijke rol te spelen voor een toekomstige aarde met genoeg voedsel en biodiversiteit. Door intensief landgebruik, met uitputting van de grond tot gevolg, lopen we het risico om vanaf 2050 met een groot voedseltekort te maken te krijgen. Niet alleen de afname van kostbaar (insecten)leven boven de grond speelt hier een grote rol in, ook wat er onder de grond (niet) gebeurt, zorgt voor problemen. Ontdek hoe wormen het leven terugbrengen in de bodem en wat dit betekent voor de voedselproductie én voor jouw tuin.

Fotografie: Simone Langejan

In de afgelopen decennia heeft de landbouw zich razendsnel ontwikkeld. Na de Tweede Wereldoorlog groeide de bevolking snel en moest er meer en slimmer worden verbouwd om genoeg monden te kunnen voeden. De landbouw werd steeds intensiever en efficiënter door veredeling, de introductie van exotische soorten en de uitvinding van bestrijdingsmiddelen. Dit heeft ervoor gezorgd dat Nederland na Amerika de tweede landbouwexporteur ter wereld is geworden. Maar tegen een hoge prijs.

Bodemvruchtbaarheid

Uitgestrekte velden met graan, aardappelen en maïs zien er misschien mooi uit, maar deze monocultuur vormt een grote bedreiging voor de biodiversiteit. Vele soorten insecten en vogels zijn uit deze gebieden verdwenen door het gebruik van pesticiden en het ontbreken van genoeg bestuivingsplanten en plantdiversiteit. Dit kostbare leven is nodig voor de bevruchting van de planten die voor ons voedsel moeten zorgen. Ook onder de grond is het bodemleven door menselijk handelen hard achteruitgegaan, waardoor de grond is uitgeput. Hoe het leven weer terug te brengen? Laat dat maar aan de wormen over!

Nut van wormen

Met hun gekronkel spelen wormen een grote rol in het vasthouden van water in de bodem. Doordat ze de grond luchtig en open houden, kunnen planten dieper wortelen en beter bij het grondwater komen tijdens de steedse droger wordende zomers. Dit werkt ook andersom: als het een keer regent (en het regent vaker steeds harder) dan zorgt de losse structuur van de bodem voor snelle afwatering van overtollig regenwater.

Wormen zijn ideale hulpjes om verdroging en daardoor verarming van grond tegen te gaan. Met hun gegraaf zorgen ze voor zuurstof en ontbinding in de bodem. Deze ontbinding zorgt weer voor nieuwe voedingsstoffen voor de groei van gewassen en andere plantensoorten. Een bodem zonder wormen is eigenlijk geen bodem. Meer wormen betekent dus betere grond en een betere grond zorgt weer voor meer begroeiing en dus ook weer meer insectenleven.

Een gezonde bodem zit vol met wormen

Wormen in eigen tuin

Ok, de worm is dus een ongelooflijk veelzijdig en nuttig beestje. Maar wat hebben wij – ervan uitgaande dat je zelf geen boer bent – er dan aan? Heel veel. In onze eigen tuinen spelen wormen net zo’n belangrijke rol als op de landbouwgronden. Wormen voeden je tuin doordat ze dode bladeren en plantenresten omzetten in energierijke voeding voor je planten. Ook in jouw groene oase zorgen ze daarnaast voor een betere afwatering of juist het vasthouden van water voor drogere tijden. Hierdoor hoef je minder water te geven. Handig! Laat dus gerust je uitgebloeide planten staan en laat afgevallen blad op de grond liggen. 

Je hebt geen grote tuin – of überhaupt een tuin – nodig om te profiteren van de nuttige werking van wormen. Ze weten zich namelijk ook wel raad met het afval uit jouw keuken en belonen je vervolgens met hoge kwaliteit compost voor je planten, ook voor die in potten op je balkon of dakterras. 

Wormenhotel

Met een wormenhotel haal je je eigen kolonie wormen in huis en zet je ze voor je aan het werk. Bij Steck vind je dan ook het wormenhotel van Jamie Nee. Dit bouwpakket zet je gemakkelijk in elkaar, waarna je kunt beginnen met het voeren van je nieuwe ‘huisdieren’.

Jamie met zijn kolonie wormen | Foto: Simone Langejan

Het wormenhotel bestaat uit twee lagen (of meer). In de bovenste laag voeg je onverteerd afval toe. Wormen zijn met name dol op koffiedik, sla, bietjes en andere groente- en fruitsoorten. Dierlijke producten en citrusvruchten zijn echter een no-go. Onder de bak met afval vind je na verloop van tijd een verse lading wormenmest, die je bijvoorbeeld kunt gebruiken als voeding voor je moestuinplanten. Deze mest zit vol met goede bacteriën en voedingsstoffen. Is de bak met mest op, dan wissel je deze weer met de bovenste bak en begin je het proces opnieuw. Het wormenhotel is een mini-ecosysteem waarin wormen dag en nacht voor je aan het werk zijn.

De wormen zelf bestel je gemakkelijk online.

Word ook fan van de worm

Wormen zijn al eeuwenlang een belangrijk onderdeel van onze natuurlijke (voedsel)systemen en zijn hard nodig om toekomstige voedselproductie op gezonde grond mogelijk te houden. Wat ons betreft doe je voortaan elke keer als je een (regen)worm tegenkomt een dansje. Want dit bijzondere beestje verdient het om een feestje voor te vieren.

Wist je dat er naast regenwormen nog meer handige tuinhulpjes rondkruipen in je bodem?