In 5 stappen van een tegeltuin naar een groene stadsoase

Veel mensen denken dat een groene tuin veel meer werk is dan een tegeltuin, maar dit hoeft helemaal niet zo te zijn. Een border met veel vaste planten heeft relatief weinig onderhoud nodig. Als je de juiste planten maar op de juiste plek zet.

Een groene tuin heeft veel voordelen ten opzichte van een tegeltuin. Niet alleen is al dat groen veel leuker om naar te kijken, het is ook nog eens goed voor de biodiversiteit, het zorgt voor verkoeling in de zomer en het regenwater kan beter weglopen in een tuinborder. Een groene tuin is, kortom, een stuk klimaatvriendelijker. Dus waar wacht je nog op?
Met de volgende 5 stappen tover je je tegeltuin om in een groene stadsoase!

Stap 1: Bepaal wáár je tegels gaat wippen

Tegels vervangen door groen kan op allerlei plekken. Om te beginnen in je eigen tuin. Áls je er een hebt. Ook in een kleinere stadstuin kun je altijd wel ergens een border aanleggen. Heb je geen achtertuin? Overweeg dan om aan de voorkant van je huis een geveltuintje aan te leggen. Als je in een straat woont met bomen op de stoep, dan is het ook een optie om – in overleg met je buren en de gemeente – de boomspiegels te vergroten. Dit doe je door extra rijen tegels eruit te wippen. Op die vrijgekomen plek kun je een tuintje in maken.  Hier kun je lezen hoe je eenvoudig een gevel- of boomspiegeltuin aanlegt.

Stap 2: Tegels eruit

Een tegelvrije tuin begint natuurlijk met het eruit halen van de tegels. In deze blog lees je wat je met die tegels kunt doen. Vergeet je niet om het aantal tegels dat je hebt gewipt door te geven op de website van het NK Tegelwippen? Op die manier stimuleer je ook anderen zich aan te sluiten bij dit steengoede initiatief. Elk jaar doen er meer mensen mee en dat is een mooie ontwikkeling.

Stap 3: Graaf de zandlaag weg

Nadat de tegels zijn gewipt, blijft er waarschijnlijk een zandlaag over. Hier kunnen planten niet op groeien. Rol je mouwen maar op, want er moet gegraven worden. Graaf minimaal 30 centimeter uit (dat is stiekem meer werk dan je denkt, maar je kunt het). Het uitgegraven zand kun je afvoeren naar een afvalscheidingsstation. Die stations hebben meestal aanhangers of bakfietsen te huur, mocht je geen eigen vervoer hebben.

Stap 4: Vruchtbare grond erin

Als je de zandlaag helemaal weg hebt gegraven, dan meng je de laag grond daaronder met tuinaarde. Vanwege de aanwezigheid van tuinturf is tuinaarde een nogal een ‘zwaar’ product, vandaar dat je het moet mengen. De grond wordt dan luchtiger, wat beter is voor de waterhuishouding en het bodemleven. Een luchtiger (en milieuvriendelijker) alternatief is de tuinaarde van BioKultura: die bestaat uit aarde, compost en meststoffen. Lees hier meer over hoe je je bodem vruchtbaar houdt.

Stap 5: Beplanten

Als de bodem goed is voorbereid, komt het leukste gedeelte van je project: je planten kiezen en ze in de grond zetten! Daarbij is het slim om te kiezen voor vaste inheemse planten die op de bodem en het klimaat van jouw tuin zijn afgestemd. Hier lees je hoe je kunt achterhalen welke grondsoort je hebt (Let op: dat is dus niet de tuinaarde die je er net in hebt gekieperd, maar de laag eronder!).

Het is belangrijk om te weten hoeveel zon je in je tuin(tje) hebt. Heb je meer dan vijf à zes uur zon, dan kies je voor zonneminnende planten. Vangen de planten minder dan twee uur per dag zon? Dan zet je er schaduwplanten in. Alles daartussen heet ‘halfschaduw’. Op het plantenlabel kun je zien hoeveel zon een plant nodig heeft. Vaste planten die op de goede plek staan (qua grondsoort en zonlicht) hebben het minste onderhoud nodig. Zij zullen ook het beste groeien. Dit kunnen overigens ook eetbare planten zijn! Laten we daar nu ook goede tips voor hebben.

Uiteindelijk is het de bedoeling dat de hele bodem bedekt is door planten. Op die manier droogt de bodem minder snel uit en heeft onkruid minder kans om te verspreiden. Hou je bij het aanplanten wél aan de aanbevolen afstand die op het plantenlabel staat, want die kleine plantjes die je er nu in zet, zijn over een paar maanden al een heel stuk groter! Je planten op de juiste afstanden van elkaar inplanten, betekent later echt minder onderhoud.
Bodembedekkers verspreiden zich over de bodem en zullen de gaatjes tussen andere planten opvullen. Populaire bodembedekkers zijn de ooievaarsbek, maagdenpalm of de wintergroene klimop.

Tenslotte (nogmaals): geef het aantal gewipte tegels door op de website van het NK Tegelwippen! Hiermee stimuleer je ook andere mensen hun bijdrage te leveren aan een groenere stad.

Wat kun je doen met overtallige stoep- en tuintegels?

Als je van een tegeltuin naar een groene tuin gaat, dan hou je waarschijnlijk een heleboel tegels over. Die heb je er net uitgewipt! Wat te doen met deze tegels? In deze blog geven we je een aantal ideeën.

Stapelmuurtje

Het beste is om de vrijgekomen tegels te hergebruiken in je tuin. Er zijn allerlei leuke dingen die je ermee kunt doen. Je kunt er bijvoorbeeld een stapelmuurtje van maken door tegels en stenen van verschillende vormen op elkaar te stapelen, zodat er allerlei gaten en kieren ontstaan. Dit is een fijne schuilplaats voor insecten en amfibieën. Een soort insecten-ambifieënhotel!

Borderrand

Je kunt de tegels ook gebruiken als borderrand van je geveltuin of net aangelegde tuinborder. Hierdoor zakt de rest van de omliggende tegels minder snel je border in. Als je veel last hebt van regenwater dat na een bui in je tuin blijft staan, kun je deze rand het beste zo laag mogelijk maken. Op die manier kan het regenwater gemakkelijk de border instromen en wegzakken in de aarde.

Verhoogde border

Omgekeerd kun je ook juist een verhoogde border maken met de gewipte tegels. Of je maakt er een omheining van voor een moestuinbak. Het voordeel van een verhoogde border of moestuinbak is dat je er gemakkelijker bij kunt om bijvoorbeeld onkruid te wieden. En je hebt wat meer keuze in de grondsoort die je erin doet.

Kruidenspiraal, regentonverhoging of bankje

Een andere optie is het maken van een kruidenspiraal. Met een kruidenspiraal kun je verschillende soorten kruiden op een kleine oppervlakte kweken. Leuk én lekker! Je kunt ook een stapel tegels gebruiken om een regenton op te plaatsen. Door een regenton vang je ook nog eens water op, waarmee je je nieuwe tuintje in de zomer water kunt geven. Tenslotte kun je de tegels ook opstapelen en gebruiken als bankje. Perfect om even uit te rusten van al dat werk in de tuin.

Weggeven

Als je de tegels niet wilt of kunt hergebruiken in je eigen tuin, dan kun je de tegels natuurlijk ook weggeven. Op Marktplaats zijn er vast mensen te vinden die op zoek zijn naar wat tegels en die graag willen overnemen. Als laatste optie is er de gemeente: die kan de tegels komen ophalen als je er echt vanaf wilt. Hier lees je hoe dat werkt: Aanvraag tuintegels ophalen (alleen voor particulieren) | Gemeente Utrecht).

Auteursrechten van de afbeeldingen bovenaan deze blog: NK tegelwippen, fotograaf: Tineke Dijkstra 

Geveltuintjes in Utrecht: voordelen, tips en planten

Als je in Utrecht woont, is de kans groot dat je geen voortuin hebt. Gelukkig kun je nog altijd een geveltuintje aanleggen. Dat is niet alleen leuk voor het oog, maar je maakt er veel beestjes blij mee en je helpt met het afvangen van regenwater. Dat is hard nodig, want door al die tegels in de stad kan het regenwater niet goed wegstromen. Bovendien zorgen geveltuintjes voor verkoeling in je huis en in je straat. Klinkt goed, toch? Aan de slag dus!  

Hoe begin je?

Beginnen met een geveltuin is heel simpel: je licht een of twee rijen tegels uit de stoep, graaft een gat van 30 tot 45 cm diep en vult deze met tuinaarde. Daarna kun je gaan planten. De Gemeente Utrecht heeft een handig stappenplan geschreven voor het aanleggen van geveltuinen. Hier vind je ook een aantal voorwaarden waaraan je geveltuin moet voldoen (je mag er bijvoorbeeld geen hekje omheen zetten). En ook fijn: als je met een paar buren aan de slag gaat met het vergroenen van jullie straat, dan kun je er subsidie voor krijgen.

Geveltuin_utrecht_steck

Welke planten kies je?

De keuze van je planten hangt in de eerste plaats af van de hoeveelheid licht die je geveltuin vangt. Heb je meer dan 5 à 6 uur zon per dag op je gevel? Kies dan voor zonminnende planten. Schaduwplanten willen niet meer dan 2 uur zon op een dag. Alles daartussen noem je halfschaduw. Utrecht Natuurlijk heeft een mooi lijstje met mogelijke planten voor in je geveltuin, ingedeeld op lichtbehoefte.

De plantenlijst van de plantenbakcommissie Wittevrouwen is nog uitgebreider. Deze lijst is tot stand gekomen door jarenlange ervaring met het onderhouden van plantenbakken en geveltuinen in de straat.

Zelf vinden we lavendel, muurbloem en hemelsleutel heel geschikt voor een zonnige geveltuin en tippen we purperklokje en akelei voor in de schaduw. Zie voor meer details onze blog op duurzameweek.nl. Denk ook eens aan bij- en vlindervriendelijke planten en/of aan eetbare planten!

Geveltuin_utrecht_steck

Bij Steck vind je inspiratie en uiteraard alle plantjes voor in je geveltuintje.

Waar let je op bij het planten?

De grootste fout die de meeste geveltuinders maken is dat ze te veel planten bij elkaar zetten. De plantjes zijn nog klein in het begin, maar als ze groter worden gaan ze elkaar beconcurreren. Grote kans dat de helft van je planten dan het loodje legt. Let dus op de plantafstand die het plantenlabel aangeeft. Dompel je nieuwe planten eerst even met de wortels onder water voor je ze in je tuin zet. En als je een klimplant kiest, kijk dan of deze geleid moet worden, of dat ie zichzelf vasthoudt aan je gevel. En snoei bijtijds!

Een regenton bij je geveltuin, een win-win!

Tenslotte

Maak je een randje om je geveltuin, zorg dan dat deze aan de zijkanten laag is, zodat het regenwater van de stoep in je tuin kan lopen. Geef je planten op droge dagen in de zomer om de drie dagen water, dan houden ze het goed vol. Een mooi moment om ook een regenton aan te sluiten op je regenpijp! Zo help je nog beter met het opvangen van regenwater. Veel plezier met je geveltuin!