In 6 stappen naar een eetbaar tuintje met vaste planten

Niets leuker dan oogsten uit je eigen tuin(tje). Wie denkt dat je hiervoor grote lappen grond nodig hebt, heeft het mis. Ook op een klein stukje grond kun je een productieve eetbare tuin aanleggen. Zelfs een balkon of dakterras is geschikt. In deze blog laten we je in 6 handige stappen zien hoe je je eigen eetbare tuintje met vaste planten aanlegt.

1. Teken je tuin in

Voor je begint met het maken van een eetbaar tuintje is het slim om goed te kijken naar de plek waar je je (vaste) planten wilt laten groeien. Waar is er veel schaduw? Waar brandt de zon op het midden van de dag? Waar wil je nog makkelijk bij kunnen? Probeer een (grove) schets te maken van de ruimte die je hebt, dit helpt om een goed overzicht te maken. Geef hierop ook aan waar het noorden is. 

Heb je geen stukje grond, maar wel ruimte voor een geveltuin? Denk dan eens aan een eetbare variant. Lees hier hoe je een geveltuin kunt aanleggen.

2. Zorg voor een goede bodem

Voordat je enthousiast planten in de grond gaat stoppen, is het belangrijk om je grond in optimale conditie te brengen. Door te composteren voeg je essentiële voedingsstoffen toe aan de bodem van je eetbare tuin, verbeter je de bodemstructuur en help je de bodemdieren op weg. Gebruik bij voorkeur eigengemaakte of biologische compost, hier zit doorgaans meer bodemleven in dan in commerciële compost.

Compost maak je gemakkelijk zelf met groenresten en geeft veel voeding aan je bodem

3. Kies geschikte soorten uit

Voor je begint met planten is het verstandig om te kijken naar je gemaakte schets. Als het goed is, weet je nu waar er veel zon is en waar juist schaduw. Lees je goed in over de groeibehoeftes van verschillende eetbare planten of laat je adviseren in het tuincentrum. Kijk ook eens bij tuinen in de buurt om te zien wat er zoal groeit. 

Een aantal leuke en lekkere eetbare vaste planten zijn:

  • Frambozen
  • Rode bes
  • Kamille
  • Lavendel
  • Dropplant
  • Rozemarijn
  • Daslook

Meer inspiratie opdoen? Lees het blog van Vakblad De Hovenier.

Heb je eenmaal een selectie gemaakt en in huis gehaald, zet de planten dan in hun pot op de plek die je in gedachten hebt. Is je indeling logisch? Blokkeert je appelboompje niet de zon voor je kruidenplanten? Probeer in gedachten een indeling van noord naar zuid voor je te zien, waarbij hoge planten noordelijk staan ten opzichte van de lagere planten. Zo krijgt elke plant het licht en de warmte die ze nodig heeft om te groeien.

4. Zet goede buren bij elkaar

Wil je echt het maximale uit je eetbare tuintje halen? Deel je tuin dan in volgens het principe van combinatieteelt. Hierbij zet je goede buren bij elkaar in je tuin om zo je planten optimaal gezond te houden. Je kunt hierbij ook prima eenjarigen met meerjarigen combineren. Hierdoor heb je minder last van lege stukken aarde in de winter, houd je je tuin(tje) het hele jaar door interessant en heb je minder last van invasief onkruid.

Frambozen en het vergeet-mij-nietje zijn bijvoorbeeld goede buren van elkaar. Net als petunia’s en smeerwortel zorgt het vergeet-mij-nietje ervoor dat wormpjes niet bij je frambozenplant komen. Afrikaantjes zijn ook handige buurplanten voor veel plantensoorten. Deze ‘stinkerds’ houden bijvoorbeeld aaltjes uit de buurt. Op de website van Houtwal vind je een uitgebreid overzicht van goede en slechte buurplanten.

Afrikaantjes houden plagen als aaltjes uit de buurt en trekken insecten aan

5. Lok bijen, hommels en vlinders je tuintje in

Een eetbare tuin is niet alleen aantrekkelijk voor jezelf, maar ook voor insecten. Met de juiste bloeiende planten geef je je tuintje extra kleur en zorg je voor nectar voor bijen, hommels en vlinders. Als beloning zorgen zij weer voor een bestuiving van je bloemen, wat vooral voor vruchtdragende planten als frambozen, aardbeien en bessen erg belangrijk is.

Echte insectenmagneten zijn bijvoorbeeld lavendel, salvia (salie), dahlia, geranium (o.a. ooievaarsbek), vingerhoedskruid, Toscaanse jasmijn, agastasche (dropplant), verbena (ijzerhard) en viooltjes. Plant ze tussen je kruiden en fruitplanten en laat de bijen, hommels en vlinders hun werk doen.

In de winkel vind je veel insectenlokkers, zoals hier de salvia, dahlia en geranium

6. Vergeet het onkruid niet

Ok, lang niet elk onkruid is welkom in je tuin. Zevenblad, klimop en kleefkruid kun je maar beter weren uit je eetbare tuin vanwege hun woekerende karakter. Toch zijn er ook een hoop nuttige onkruiden. Zo verbeteren brandnetels, heermoes en smeerwortel de structuur van je bodem met hun wortels. Veldzuring helpt zure grond te ‘ontzuren’ door zuur uit de bodem te onttrekken. En lupine, luzerne en wikke binden stikstof uit de lucht en zorgen zo voor een verbetering van verzuurde grond. En er zijn nog veel meer redenen om onkruid vooral niet te verwijderen.

Onkruiden kunnen veel betekenen voor je eetbare tuin en kunnen ook een smakelijke aanvulling zijn op je oogst. Van brandnetels maak je heerlijke soep of thee. Het blad van de weegbree kun je rauw eten, net als spinazie, of gebruiken als vitamineboost in een smoothie. Ditzelfde kun je ook met veldzuring doen. Meer voorbeelden van eetbare onkruiden vind je in de blog van I Love My Garden.

onkruid_niet_verwijderen_blog
Onkruid is hartstikke veelzijdig en smakelijk

“Weeds are flowers too, once you get to know them”

A.A. MILNE

Eetbare planten op balkon of dakterras

Je hoeft niet over een tuin te beschikken om te kunnen oogsten van je eigen planten. Zo kun je frambozen en bessenstruiken prima in een pot planten. Er zijn ook steeds meer zogenaamde ‘patioboompjes’ verkrijgbaar: kleine, traaggroeiende fruitboompjes met relatief veel oogst voor in een pot. Ook kun je denken aan hangpotten, railing bakken en (staande) mini moestuinbakken. Vul de potten en bakken met goede kwaliteit potgrond en geef door het seizoen heen voldoende voeding of compost. Houd bij het kiezen van je planten rekening met de hoeveelheid zon en wind. In deze blog vind je specifieke tips voor het aanleggen van een voedselbos(je) op je balkon.

Advies nodig?

Uiteraard denkt ons team graag met je mee bij de aanleg van je eigen eetbare tuin(tje). Ook vind je bij Steck alle benodigde materialen als grond, plantjes en zaden.

Geveltuintjes in Utrecht: voordelen, tips en planten

Als je in Utrecht woont, is de kans groot dat je geen voortuin hebt. Gelukkig kun je nog altijd een geveltuintje aanleggen. Dat is niet alleen leuk voor het oog, maar je maakt er veel beestjes blij mee en je helpt met het afvangen van regenwater. Dat is hard nodig, want door al die tegels in de stad kan het regenwater niet goed wegstromen. Bovendien zorgen geveltuintjes voor verkoeling in je huis en in je straat. Klinkt goed, toch? Aan de slag dus!  

Hoe begin je?

Beginnen met een geveltuin is heel simpel: je licht een of twee rijen tegels uit de stoep, graaft een gat van 30 tot 45 cm diep en vult deze met tuinaarde. Daarna kun je gaan planten. De Gemeente Utrecht heeft een handig stappenplan geschreven voor het aanleggen van geveltuinen. Hier vind je ook een aantal voorwaarden waaraan je geveltuin moet voldoen (je mag er bijvoorbeeld geen hekje omheen zetten). En ook fijn: als je met een paar buren aan de slag gaat met het vergroenen van jullie straat, dan kun je er subsidie voor krijgen.

Geveltuin_utrecht_steck

Welke planten kies je?

De keuze van je planten hangt in de eerste plaats af van de hoeveelheid licht die je geveltuin vangt. Heb je meer dan 5 Ă  6 uur zon per dag op je gevel? Kies dan voor zonminnende planten. Schaduwplanten willen niet meer dan 2 uur zon op een dag. Alles daartussen noem je halfschaduw. Utrecht Natuurlijk heeft een mooi lijstje met mogelijke planten voor in je geveltuin, ingedeeld op lichtbehoefte.

De plantenlijst van de plantenbakcommissie Wittevrouwen is nog uitgebreider. Deze lijst is tot stand gekomen door jarenlange ervaring met het onderhouden van plantenbakken en geveltuinen in de straat.

Zelf vinden we lavendel, muurbloem en hemelsleutel heel geschikt voor een zonnige geveltuin en tippen we purperklokje en akelei voor in de schaduw. Zie voor meer details onze blog op duurzameweek.nl. Denk ook eens aan bij- en vlindervriendelijke planten en/of aan eetbare planten!

Geveltuin_utrecht_steck

Bij Steck vind je inspiratie en uiteraard alle plantjes voor in je geveltuintje.

Waar let je op bij het planten?

De grootste fout die de meeste geveltuinders maken is dat ze te veel planten bij elkaar zetten. De plantjes zijn nog klein in het begin, maar als ze groter worden gaan ze elkaar beconcurreren. Grote kans dat de helft van je planten dan het loodje legt. Let dus op de plantafstand die het plantenlabel aangeeft. Dompel je nieuwe planten eerst even met de wortels onder water voor je ze in je tuin zet. En als je een klimplant kiest, kijk dan of deze geleid moet worden, of dat ie zichzelf vasthoudt aan je gevel. En snoei bijtijds!

Een regenton bij je geveltuin, een win-win!

Tenslotte

Maak je een randje om je geveltuin, zorg dan dat deze aan de zijkanten laag is, zodat het regenwater van de stoep in je tuin kan lopen. Geef je planten op droge dagen in de zomer om de drie dagen water, dan houden ze het goed vol. Een mooi moment om ook een regenton aan te sluiten op je regenpijp! Zo help je nog beter met het opvangen van regenwater. Veel plezier met je geveltuin! 

6 verrassende redenen om je onkruid vooral nĂ­et te verwijderen

onkruid_niet_verwijderen_blog

Dat onkruid tot een van de grootste ergernissen behoort onder tuiniers, blijkt wel uit ons zoekgedrag op Google: Woordcombinaties als ‘onkruid verwijderen’, ‘onkruidbrander’ en ‘onkruidverdelger’ worden gemiddeld vele duizenden keren per maand ingetikt. ‘Onkruidbrander’ zelfs wel 27.000 keer! Maar waarom ergeren we ons zo aan onkruid? Het zijn per slot van rekening ook planten. Alleen groeien ze op een plek waar wij ze niet willen hebben. Het is tijd om op een andere manier naar onkruid te kijken. We geven hieronder zes redenen om onkruid – of beter: wilde planten – lekker te laten staan!

1. Onkruid vertelt je iets over de voedingswaarde van je tuin

Aan de planten die ongevraagd in je tuin naar boven komen, kun je zien hoe het staat met de voedingswaarde van de bodem. Heb je veel brandnetels en zevenblad in je tuin? Dat is een teken van een voedselrijke bodem. Groeit er kamille? Dan heb je waarschijnlijk te maken een kalkarme grond. Dit is heel handig om te weten als je planten gaat kopen! Daarnaast weet je meteen wat je grond eventueel tekortkomt. Bij kamille weet je dat je bijvoorbeeld kalk zou kunnen strooien om je bodem te verbeteren. Kijk hier voor meer bodemindicatoren van verschillende (on)kruiden.

2. Onkruid maakt de bodem vruchtbaarder

Verschillende wilde planten hebben stevige wortels die ver de grond in gaan, zoals heermoes, paardenbloem, distels en smeerwortel. Hiermee maken ze kleine tunneltjes in de grond, die de bodem losser maken. Regenwater krijgt zo de kans om dieper de grond in te gaan en het bodemleven krijgt letterlijk weer zuurstof. Daarnaast halen deze wilde planten nuttige mineralen uit de diepere grondlaag naar boven en slaan deze op. Om die voedingsstoffen beschikbaar te maken voor andere planten, kun je de wilde planten gebruiken als compost. Gebruik dan alleen de stengels en het blad, niet de wortels of bloemknoppen en -zaden. Je kunt er ook plantengier van maken.

Met brandnetels kun je ontzettend veel. Van het trekken van plantengier tot het maken van soep.

3. Veel onkruid is eetbaar

Brandnetels, zevenblad, madelief, hondsdraf, paardenbloem: het zijn een paar voorbeelden van de lange lijst van wilde planten die je kunt eten. Er zijn veel boeken over eetbare (wilde) planten, met vaak lekkere recepten erbij. Zorg wel dat je zeker weet dat een plant eetbaar is, voordat je er enthousiast thee van trekt: er zijn natuurlijk ook giftige soorten. Permacultuur Nederland geeft handige tips.

‘Dodelijk de tuin waar onkruid niet gedijen mag.’

Remco Campert, Luister goed naar wat ik verzwijg (1976)


4. Verschillende typen onkruid helpen bij kwaaltjes

Vroeger werden planten veel meer gebruikt tegen allerlei kwalen. Er waren ook veel meer mensen die wisten welke kruiden je voor welke problemen kon inzetten. Zo werd Robertskruid in de 17e eeuw gebruikt voor huiduitslag en oog- en mondontstekingen. En van kamille is het wetenschappelijk bewezen dat het helpt bij onder andere maagproblemen en het verlichten van stress.

5. Onkruid is goed voor de biodiversiteit

Bijen en vlinders hebben een grote diversiteit aan (wilde) planten nodig om te kunnen overleven. Rupsen zijn bijvoorbeeld bijzonder kieskeurig wat betreft hun voedsel! De planten die zij eten, worden waardplanten genoemd. Voorbeelden daarvan zijn brandnetels, zuring en distels. Op de website van de Vlinderstichting vind je een lijst van waardplanten die de rupsen in ons land nodig hebben om te kunnen ontpoppen tot prachtige vlinders. Bijen hebben weer andere planten nodig, drachtplanten genoemd. Door sommige wilde planten bewust te laten staan help je bijen en vlinders. En als je die helpt, dan help je ook weer andere organismen in het ecosysteem.

6. Onkruid is ook kruid

Tenslotte gaan we ook nog even op de filosofische toer: het idee dat een wilde plant ‘onkruid’ is, is op zichzelf een vreemd waardeoordeel van de mens. Alsof het geen planten van waarde zijn, omdat ze ons tuinplan in de weg staan. Gelukkig zijn er steeds meer mensen die door hebben dat tuinieren mĂ©t de natuur beter werkt dan tuinieren tegen de natuur. Die hoekjes creĂ«ren waar ze wilde planten lekker hun gang laten gaan. Het is namelijk niet voor niets dat deze planten vanzelf naar boven komen op kale plekken in je borders. Het is goed om hierbij stil te staan voordat je je lustig op het wieden stort!