Snoeien in de herfst: dit kun je nu snoeien

Dag zomer, hallo herfst! Bereid je planten, struiken en bomen voor op het nieuwe seizoen. Niet alles kun je nu al snoeien. Maar een aantal plantensoorten wel. Voor het oog, maar vooral omdat je zo het groene leven gezond en vitaal houdt. Je geeft de snoeiwonden de tijd om te drogen en te genezen voordat het kouder wordt. In deze blog een greep uit het groen dat je nu een knipbeurt kunt geven. 

Klein fruit: bramen en frambozen

Zomaar een handje bramen en frambozen tussendoor, in een smoothie of als jam op je brood. Heerlijk. Wil je volgend jaar weer genieten van deze vitaminebommetjes? Dan kun je begin september al snoeien. Eerst een weetje: bramen- en frambozenstruiken dragen hun vruchten op de tweejarige takken. De takken die dit jaar vol hangen met sappige bramen of frambozen, blijven volgend jaar leeg. 

Hoe zorg je ervoor dat je struiken gezond en productief blijven? Snoei de oudere, beschadigde en vruchtdragende takken terug tot aan de grond. Zo ontstaat er ruimte voor nieuwe bramen of frambozen. En voorkom je een warboel van ondoordringbare takken. Als dat gebeurt, dringt er minder licht door tot de toekomstige vruchten: niet best voor de opbrengst.

Dahlia’s

Dahlia’s gedijen op een snoeibeurt: de kleurrijke bloemen bloeien nog overvloediger als je ze knipt. Verwijder in elk geval de uitgebloeide bloemen met een schone (snoei)schaar. Zo stuurt de plant haar energie naar de ontwikkeling van nieuwe knoppen, in plaats van naar zaadvorming. Dahlia’s bloeien tot oktober of de eerste vorst. Wacht met snoeien tot het grootste deel van het blad geel of bruin is geworden. Dan vloeien de voedingsstoffen terug naar de wortels en daar profiteren dahlia’s van. Snoei de stelen terug tot ongeveer 10-15 cm boven de grond. 

Haal na een week voorzichtig de knollen (met de korte stelen eraan) uit de grond, met wat grond eromheen. Leg ze vorstvrij binnen of in de schuur, tot ze droog zijn. De grond beschermt de knollen tegen de -vaak droge- lucht, waardoor ze hun vocht behouden. Zo komen ze gezonder uit hun winterslaap. Volgend jaar in mei mogen de weelderige bloeiers weer gewekt worden in de grond.

Lavendelhagen

De geurige paarse en lila bloemetjes kun je soms ook in september snoeien: als de lavendel is uitgebloeid. Kort een jonge struik alleen een stukje in en zorg daarbij dat er nog blad blijft zitten. Verwijder de uitgebloeide bloemstelen. De lavendel bloeit dan opnieuw op de nieuw gevormde scheuten. Maar gaat de bloei in september nog door? Sla dan de snoeibeurt over en geniet nog even van de Zuid-Franse ambiance in je tuin of op je balkon.

Als je het snoeien van de lavendel goed bijhoudt en dus vóór en na de bloei snoeit (dit is ongeveer april en augustus of september), voorkom je dat de geurige plant een kaal stuk vormt. Is dit toch al gebeurd, dan snoei je de verhoute lavendel 20-25 cm boven de grond. Gebruik een heggenschaar en zorg dat je niet in het hout knipt. Langer genieten van de lavendelgeur? Droog de uitgebloeide lavendelbloemen, doe ze in een mooi zakje en leg dit in je kledingkast. 

Fruitbomen 

Je appel-, peren, kersen- of pruimenboom ook volgend jaar weer fris en fruitig? 

Het verschilt per soort, maar er zijn algemene richtlijnen hoe je dat voor elkaar krijgt. 

Bekijk je fruitboom zorgvuldig: waar zitten dode of beschadigde takken? Ze dragen misschien schadelijke organismen of ziekten. Niet best, want die kunnen zich verspreiden naar andere delen van de boom. Knip ze dus weg. Snijd takken net buiten de takkraag, de verdikking waar de tak uit de stam komt. Dit bevordert een goede genezing en verkleint het risico op infecties. 

Dun ook de kroon van de fruitboom uit, het is belangrijk dat deze open blijft. Zo voorkom je dat de takken de kroon verstikken en verbeter je de luchtcirculatie. Verwijder dus de takken die naar binnen groeien en de andere overtollige takken. De zon komt zo ook beter bij het fruit, waardoor de appels, peren, kersen of pruimen goed rijp worden. Snoei ook waterloten, dit zijn de snelgroeiende scheuten die verticaal omhoog schieten. Maar pas wel op, snoei in de herfst niet te zwaar. 

Fruitboom Steck snoeien

Bladverliezende hagen

Heb je een mooie haag zoals de beukhaag (Fagus sylvatica), haagbeuk (Carpinus betulus), taxushaag (Taxus baccata) of ligusterhaag (Ligustrum vulgare)? Tot midden september is het een goed moment om deze bladverliezende hagen te snoeien. Zo geef je de snoeiplekken voldoende tijd om te herstellen voordat de vorst invalt. Snoeien doe je op ‘t zicht, maar je kunt eventueel eerst een draad spannen over de bovenkant. Zo weet je zeker dat deze recht blijft. Houd de bovenkant van de haag wat smaller dan de onderkant: zo komt het zonlicht overal goed bij, waardoor de onderkant ook mooi groen blijft. 

Snoei op een bewolkte dag, dan verbranden de bladeren niet in de zon. Leg voordat je begint een oud laken of een stuk zeil langs de haag, waar het snoeiafval op valt. Dit kun je tot compost of mulch verwerken. Verwijder de dode en zieke takken. En knip de dunne uitlopers aan de bovenkant en de zijkanten van de haag eraf. Zo houd je hem mooi in vorm. Wil je bladeren niet doormidden snijden? Gebruik dan een handsnoeischaar in plaats van een heggenschaar, dat werkt nauwkeuriger. Nog even wachten tot het voorjaar, dan ontluiken nieuwe bladeren en scheuten en komt de haag weer tot leven. 

Laatste tips

Snoeien hoeft niet moeilijk te zijn, je moet wel weten hoe je het aanpakt. Snoei niet te fanatiek: een rommelige tuin is belangrijk voor dieren in de winter. Doe altijd wat onderzoek voordat je gaat snoeien. Ga online, raadpleeg een boek of tuinier of vraag de medewerkers bij Steck om advies. 

Gebruik een scherpe snoei-, takken- of heggenschaar. Zo herstelt de snoeiwond sneller. Bij Steck vind je het juiste gereedschap voor al je snoeiklussen. Maak meteen na elke snoeiklus je snoeischaar schoon. Dat kan met een droge doek, maar nog beter is het om de snoeischaar in bio-ethanol te zetten, of even goed te verhitten met een vlam. Je voorkomt hiermee dat je een plantenziekte van de ene plant op een andere overdraagt. Soms is het prettig om tuinhandschoenen te dragen, zeker bij de prikkelige rozen, frambozen en bramen. Welkom, najaar!

7 bijzondere eetbare planten voor je tuin of balkon

Bijna iedereen heeft wel íets van eetbare planten in de tuin of op het balkon: een aardbeienplantje, een appelboompje of een bosje bieslook. Wie eenmaal begint met eetbare planten, krijgt al snel de smaak te pakken. Want hoe leuk is het om je eten recht voor je neus te zien groeien? Zelfs op je balkon kun je een voedselbos creëren. Voor wie weleens wat anders in de tuin wil, zetten we 7 bijzondere eetbare planten op een rij.

1. Uiensoepboom (Toona sinensis)

Het jonge blad van deze boom smaakt een beetje naar Franse uiensoep. Vandaar deze bijzondere naam. Je eet de blaadjes rauw, gekookt of gestoomd. Als je hem laat gaan, groeit deze boom tot wel 15 meter hoog. Maar door regelmatig te snoeien, kun je hem ook als struik houden. Dan past ‘ie misschien beter in je tuin. Door het snoeien komen er steeds nieuwe scheuten aan, die je dan weer lekker kunt oppeuzelen. De uiensoepboom staat het liefst in de volle zon. Je kunt er het hele jaar van eten. 

2. Kiwibes (Actinidia arguta)

Van buiten is het net een druif, van binnen een kleine kiwi. De kiwibes is een echte aanwinst in je tuin en je keuken. De zoete vrucht doet het geweldig in fruitsalades, gebak en gewoon los uit de hand. In tegenstelling tot een ‘gewone’ kiwi heeft de kiwibes geen harig vachtje en kun je hem met vel en al meteen in je mond stoppen. De plant is een gemakkelijke groeier en klimt graag omhoog tegen een pergola of een zonnige muur. Geef hem wel wat klimsteun. Vanaf eind mei geeft de plant mooie, witte bloemen en halverwege september kun je daar de vruchten van plukken.

3. Japanse wijnbes (Rubus phoenicolasius)

De Japanse wijnbes is een soort kruising tussen een braam en een framboos. Hij smaakt friszuur en is heerlijk om los te eten, door de yoghurt of in een salade. Je kunt er ook jam of sap van maken. Bijen en hommels zijn dol op deze plant. Net als een braam maakt deze plant lange uitlopers met stekels. Wil je je niet prikken? Bind dan de losse takken op, bijvoorbeeld tegen een muur, dan kun je in de zomer gemakkelijker bij de vruchtjes. De Japanse wijnbes doet het zowel goed in de zon als in de halfschaduw.

4. Chocoladerank (Akebia quinata)

Ondanks de naam smaakt niets aan deze plant naar chocola. Sommige mensen vinden de bloemen naar chocolade ruiken, dus misschien komt de naam daar vandaan. Maar de plant wordt ook wel ‘schijnaugurk’ genoemd. Verwarrend! Wat wel zeker is, is dat de bloemen in de lente verschijnen in schattige trosjes. De vruchten hebben van binnen de structuur van een passievrucht. Ze smaken naar een combinatie van peer en meloen. Het is een makkelijke klimplant die het goed doet in de zon of in de halfschaduw. Hij heeft wel wat klimsteun nodig.  En het liefst plaats je twee planten bij elkaar in de buurt, zodat ze elkaar kunnen bestuiven.

5. Aardbeimunt (Mentha arvensis ‘Strawberry’)

Deze munt is een stuk zoeter dan andere muntsoorten. Je proeft echt een lekker aardbeienaroma. De blaadjes zijn een goede aanvulling in desserts en fruitsalades. Je kunt er ook thee van trekken. Aardbeimunt is een bodembedekker, die zo’n 30 cm hoog wordt. In de winter sterft hij bovengronds af, om in de lente weer op te komen. Let op, de plant verwildert gemakkelijk. Wil je dat ie netjes op één plek blijft, graaf hem dan in met pot en al. Of zet de pot op je terras of balkon. Aardbeimunt groeit in zowel halfschaduw als zon. 

6. Daslook (Allium ursinum)

Als smaakmaker is daslook fantastisch. Net als ui en knoflook voorziet het een heleboel gerechten van wat pit. In tegenstelling tot knoflook gebruik je alleen het blad en de bloemen. In de tuin groeit daslook op een plek in de schaduw waar de zon af en toe langskomt. In het wild groeit daslook voornamelijk als bodembedekker in bossen. Het lange, brede blad en de witte bloempjes op lange stelen zijn mooi om naar te kijken. Daslook heeft een lichte neiging tot woekeren, dus zoek een plekje uit waar dat kan.

7. Japanse sierkwee (Chaenomeles)

Van kweeperen maak je heerlijke gelei, die bijvoorbeeld goed combineert met kazen. De vruchten van de Chaenomeles zijn niet precies de kweeperen die we kennen, maar je kunt ze op dezelfde manier gebruiken. Je plukt ze vanaf oktober. In het vroege voorjaar word je getrakteerd op prachtige rode, oranje of witte bloemen, die bloeien als de takken nog geen blad hebben. Dat alleen al is het planten van een Japanse kwee meer dan waard. De heester wordt zo’n 1.5 m hoog. Hij staat graag in de zon. 

Alle bovenstaande planten zijn te koop bij Kwekerij Stekkers op het achterterrein van Steck. Stekkers is een stadskwekerij van biologische, eetbare planten. Een deel van hun planten is te koop bij Steck. Lees hier het interview van vorig jaar met Yessie van Kwekerij Stekkers.

 

Planten scheuren: hoe doe je dat?

Planten scheuren

Er zijn verschillende manieren om de planten in je tuin te vermeerderen. Je kunt ze stekken, afleggen of je verzamelt de zaadjes van uitgebloeide planten. Maar je kunt ook planten vermeerderen door ze te scheuren. Dat doe je het liefst in de herfst óf in het voorjaar. Het mooie is dat ze er ook nog eens van opknappen. Hieronder lees je hoe het werkt.

Verjongingskuur

Een plant scheuren betekent letterlijk dat je een plant in tweeën scheurt. En opdeelt in meerdere stukken. Niet alleen is het een handige manier om van één plant meerdere planten te maken. Het is ook nog eens goed voor de plant. Na een aantal jaar groeien kunnen planten te groot worden voor de plek waar ze staan. En ze kunnen minder vitaal worden. Vaste planten groeien van binnen naar buiten. Door ze te scheuren en de buitenste, jonge delen terug te planten, geef je ze een welkome verjongingskuur.

Zo scheur je een plant

1. Verwijder eerst alle uitgebloeide onderdelen van de plant en graaf dan voorzichtig de kluit op. Zorg dat je zo veel mogelijk wortels meepakt. Schud de losse aarde van de kluit.

2. Kleinere planten of planten met een losse kluit kun je gemakkelijk met de hand uit elkaar trekken. Bij grotere planten steek je eerst een schep in de kluit en trek je het laatste stuk uit elkaar. Hoe meer je met de hand kunt doen, des te beter. Op die manier blijven de wortels het meest intact.

3. Leg de oudere delen uit het midden van de plant apart. Die kun je wegdoen. De jongere delen aan de buitenkant kun je opdelen in zo veel stukken als je wilt. Zo lang er aan elke ‘nieuwe’ plant maar een goede set wortels zit.

4. Meng wat compost en organische mest door de oude grond en zet dan de jonge delen weer terug. Druk de aarde aan en geef een flinke plens water.

5. Wil je planten weggeven? Dan kun je ze ook in een bak met verse potgrond zetten. Op die manier kunnen ze aansterken totdat ze bij hun nieuwe eigenaar zijn. Ook als je nog flink koud weer verwacht in het voorjaar, dan kun je de planten het beste eerst even laten aansterken in een pot in een kas, koude bak of serre.

6. Als de plant na het terug planten snel bloemen maakt, haal die de eerste weken nog even weg. De plant heeft eerst al haar energie nodig om opnieuw te wortelen in de grond.

Welke planten zijn geschikt?

De meeste vaste planten die in een polvorm groeien zijn geschikt om te scheuren. Hierbij kun je denken aan: Helleborus, Rudbeckia, Vrouwenmantel, Varens, Zonnehoed en siergrassen. En nog veel meer – te veel om op te noemen. Het liefst scheur je deze om de 4 à 6 jaar. Doe dit alleen als de planten gezond zijn.

Door planten te scheuren geef je de planten in de tuin een opknapbeurt. Én je kunt er andere tuinvrienden blij mee maken.