7 prachtige winterbloeiers voor in je tuin

Hulst (ilex), een winterbloeiende tuinplant, bij tuincentrum Steck in Utrecht Overvecht in de winter

Vind je je tuin te kaal in de winter? Daar is van alles aan te doen! Bijvoorbeeld door een paar winterbloeiers te planten. Als de meeste planten in rust gaan, hun blad afwerpen en zich zelfs helemaal verstoppen onder de grond, staan deze planten juist te stralen met hun kleurrijke bloemen of bessen. We hebben de 7 mooiste winterbloeiers voor je op een rijtje gezet:

1. Kerstroos/Nieskruid (Helleborus)

Als de winter op zijn grijst is en alles lijkt kaal en koud, dan kunnen de eerste bloemen van de Helleborus je dag helemaal goed maken. Deze ijzersterke, vaste plant bloeit van januari tot in april. Kerstrozen zijn er in allerlei verschillende kleuren. Bij stevige vorst onttrekt de plant het water tijdelijk uit haar bloemen, zodat ze niet kunnen bevriezen. Het water wordt bewaard in de bladeren en wortels. De bloemen hangen even slap, maar als de vorstperiode voorbij is, dan pompt de kerstroos het water weer terug en staan de bloemen er al snel weer stralend bij. Je kunt de kerstroos het hele jaar door planten. De meeste soorten staan het liefst op een plek in de halfschaduw, op een vruchtbare, kalkrijke bodem waar overtollig water goed wordt afgevoerd. De kerstroos wordt zo’n 30 centimeter hoog. 

Kerstroos/Nieskruid (Helleborus)

2. Sneeuwbal (Viburnum tinus)

Alleen al vanwege de naam wil je deze heester in je tuin hebben. Hij dankt zijn naam aan de bolvormige roze-witte bloemschermen die – met enige fantasie – op sneeuwballen lijken. Heel veel sneeuwballen, want de heester bloeit rijk. Vaak al vanaf oktober tot maart/april. Viburnum tinus is een langzame groeier. Hij kan wel 2 tot 3 meter hoog worden, maar door snoei kun je hem op gewenste hoogte houden. Het is een makkelijke plant. Liefst staat hij op een zonnige plek uit de wind, met een goed doorlatende grond. 

Sneeuwbal (Viburnum tinus)

3. Skimmia (Skimmia reevesiana)

Van deze compacte heester heb je het hele jaar veel plezier. In de lente bloeit hij met sierlijke, witte bloempluimen. Vervolgens komen de witgroene besjes, die tussen oktober en februari knalrood zijn. Extra leuk voor de kerst, maar ook daarbuiten geven de bessen een mooi accent aan je tuin. Ook de vogels doe je een groot plezier met de besjes! De Skimmia reevesiana wordt 50 tot 60 centimeter hoog en doet het goed in de schaduw van bomen of grotere heesters. 

Skimmia (Skimmia reevesiana)

4. Hulst (Ilex)

Nog zo’n heester met van die mooie, rode bessen! En met een hoge symbolische waarde. Zelfs de Romeinen versierden er al hun huizen mee tijdens het feest van de zonnewende op 21 december. Behalve als leuk kerststukje in je huis, is hulst ook aantrekkelijk voor in je tuin of zelfs als haag. De plant is megasterk en heeft weinig onderhoud nodig. Ook vogels doe je er een plezier mee: de stekelige bladeren geven goede beschutting voor een nestje in het voorjaar. Appelvinken zijn dol op de besjes. Er zijn veel verschillende soorten hulst. De ‘gewone’ hulst heet Ilex aquifolium en die is ook in allerlei variëteiten te koop. Hulst groeit van nature in bossen en staat graag in de (half)schaduw. De heester kan metershoog worden, maar is goed te snoeien.

Hulst (Ilex)

5. Winterheide (Erica)

Deze vrolijke bodembedekker fleurt je tuin helemaal op. Winterheide bloeit van december tot begin april en trekt zich niets aan van vorst, sneeuw of koude wind. De bloemetjes zijn wit, roze of lila. Met een paar planten kun je al een waar kleurentapijt maken in je tuin. De uitgebloeide bloemetjes haal je weg door met je hand over de plant te strijken. Winterheide kan zowel in de halfschaduw als in de volle zon.  

Winterheide (Erica)

6. Toverhazelaar (Hamamelis)

Deze heester trakteert je in de herfst al op een goudgeel bladerfeest. Om vervolgens al zijn blad af te gooien en te vervangen door gele tot rode bloemen, die bloeien op het kale hout. De bloei vindt plaats tussen december en maart. De heester is op zijn mooist als je hem niet snoeit, maar hierdoor is hij minder geschikt voor een kleine tuin. Hij kan in volle glorie gerust 3 meter breed en 3 meter hoog worden. Als je die ruimte hebt, dan is het zeker een waardevolle aanvulling voor je tuin. Mét prachtige kleuren in herfst en winter.

Toverhazelaar (Hamamelis)

7. Japanse roos (Camellia Japonica)

En last, maar zeker niet least: de Japanse roos. Van februari tot en met april schittert deze heester in je tuin met grote, roosachtige bloemen. De plant staat het liefst op een beschutte plek in de halfschaduw. Bij strenge vorst kun je hem het beste wat bescherming geven door een dikke laag bladeren onder aan de struik te leggen. De bovenste wortels zijn namelijk vorstgevoelig. De Camellia Japonica houdt van een zure bodem.

Japanse roos (Camellia Japonica)

Planten in de winter

Let wel: De herfst is het beste seizoen om planten in de grond te zetten. Maar als het niet vriest en de grond is niet te nat, dan kun je winterharde planten ook gerust in de winter in je tuin zetten. Houd ze wel extra goed in de gaten en bescherm ze eventueel bij strenge vorst.

7 winterharde potplanten voor op je balkon

Druifheide (leucothoe fontanesiana), een winterbloeiende tuinplant, bij tuincentrum Steck in Utrecht Overvecht in de winter

Een groen balkon kan zelfs de grauwste winterdag opfleuren. Maar veel planten kunnen niet goed tegen de kou. Zeker bij vorst hebben potplanten het zwaarder dan planten in volle grond. Gelukkig bestaan er genoeg wintergroene bikkels die de koude kunnen doorstaan. Zelfs in een pot! 

Verzorging

Hoe winterhard een plant ook is, er zijn een paar dingen waarmee je rekening moet houden om planten (en potten) goed de winter door te krijgen: 

  • Gebruik potten met een gat onderin, zodat overtollig water weg kan. Zo voorkom je dat de wortels gaan rotten. Zet er ook geen schoteltje onder, want dan blijft het water soms toch nog te lang in de pot staan. 
  • Kies voor vorstbestendige bakken. Potten die nat zijn, kunnen bij vorst gaan barsten en dat zou zonde zijn. 
  • Geef af en toe water op dagen dat het niet vriest. In de winter hebben planten veel minder water nodig dan in de zomer. Hoeveel dat precies is, is onder meer afhankelijk van de standplaats van je plant. Het is vooral belangrijk dat de grond niet helemaal uitdroogt. 
  • Pak de pot bij strenge vorst in met bijvoorbeeld noppenfolie of jute. 

Zie ook dit filmpje van tuinieren.nl voor nog meer tips over potplanten beschermen tegen de vorst.

De mooiste winterharde potplanten

1. Bergthee (Gaultheria procumbens)

In een lage, brede bak komt deze vrolijke bodembedekker helemaal tot zijn recht. De knalrode besjes tussen de roodpaarse blaadjes geven meteen sfeer op je balkon. Ondanks de naam is de gekweekte variant niet geschikt om thee van te trekken. In de inheemse groeigebieden in Azië en Noord-Amerika kan dat wel. In het voorjaar maakt de plant frisgroene blaadjes. In de zomer komen er lieve witte of lichtroze bloemklokjes aan. 

Bergthee (Gaultheria procumbens)

2. Winterheide (Erica carnea)

Dit is ook zo’n mooie, compacte bloeier. Door de takken vol minibloemetjes zorgt de altijd groene heester voor een explosie aan kleur op je balkon. Zeker als je meerdere exemplaren bij elkaar in een bak zet. De bloemetjes bloeien tot april. Winterheide staat het liefst op een zonnige plek, maar doet het ook in halfschaduw.

Winterheide (Erica carnea)

3. Zegge (Carex)

Van dit vrolijk sprieterige siergras bestaan veel soorten die de hele winter groen blijven. Neem bijvoorbeeld Carex morrowii. Die vormt frisgroene pollen die zo’n 30 tot 40 centimeter hoog worden. Ze zijn extra mooi als er ‘s ochtends wat rijp op het langgerekte blad ligt. Carex oshimensis is een zegge-soort uit Japan. Daarvan zijn verschillende cultivars met gestreept blad. Een aantrekkelijke afwisseling van het groen op je balkon! Zegge groeit zowel op zonnige als schaduwrijke plaatsen.  

Carex oshimensis Evergold

4. Skimmia (Skimmia Reevesiana)

Deze kleine struik is het hele jaar mooi. Van april tot juni kun je genieten van witte, pluimvormige bloemen. In de zomer worden dit witte besjes die in de herfst knalrood kleuren. En daar kijk je dan de hele winter op uit. De plant staat het liefst in de halfschaduw en wordt 50 tot 60 centimeter hoog.

Skimmia (Skimmia Reevesiana)

5. Druifheide (Leucothoe)

In de winter is het langwerpige blad van deze kleine, sterke heester glanzend rood. De plant is familie van de heide en komt voor in verschillende soorten. Ze is geen zonaanbidder, dus zet de struik het liefst in de schaduw. Heb je een zonnig balkon, zorg dan dat de bodem lichtvochtig blijft. In mei en juni verschijnen er aantrekkelijke trosjes met witte bloemetjes aan de plant. 

Druifheide (leucothoe fontanesiana)
Druifheide (Leucothoe)

6. Huislook (Sempervivum)

Dat deze knappe vetplant heel sterk is, blijkt wel uit haar naam: sempervivum betekent ‘altijd levend’. Het is niet voor niets dat deze sedumsoort veel gebruikt wordt op groene daken. Sempervivum spreekt tot de verbeelding door de rozetvorm waarin de blaadjes groeien: een mooie toevoeging op je winterbalkon. Als je de plant goed verzorgt, dan trakteert ze je in de zomer op een prachtige bloem op een lange stengel uit het midden van het rozet.

Huislook (Sempervivum)

7. Kerstroos (Helleborus)

Vanwege de prachtige bloemen die al vanaf januari bloeien is de kerstroos een populaire tuinplant. Helleborus doet het het best in de volle grond, maar met de juiste aandacht kun je deze vroegbloeier gerust in een pot op je balkon plaatsen. Zet de plant in een ruime pot met een goede drainage. Helleborus houdt niet van natte voeten. Ook is ie niet zo’n fan van de volle (winter)zon en bij strenge vorst kun je hem het best even op een koele binnenplek zetten. Een ietwat kieskeurige plant, die toch wel écht de moeite waard is. Je wordt echt blij van die bloemen in januari!

Kerstroos (Helleborus)

Al deze potplanten zijn te koop bij Steck. Kom gerust rondsnuffelen en kijk ook tussen de winterbloeiers voor in de tuin!

Lees ook hoe je planten in je tuin beschermt tegen de vorst.

Terugblik informatieavond toekomstplannen Steck

Op een informatieavond bekijken mensen een presentatie over de toekomstplannen van Steck

Vorige week onthulden we onze plannen voor de gebiedsontwikkeling rondom Steck. We kijken terug op een geslaagde avond. Wat waren er veel geïnteresseerden en belanghebbenden! De nieuwsgierigheid hing in de lucht. 

De avond begon met rondleidingen langs pluktuin Glitter Gladiool, Kwekerij Stekkers, het Maïsdoolhof, De Clique en de Voedseltuin. Wat een enthousiaste reacties! 

Na deze rondleidingen heette eigenaar Bob Scherrenberg alle aanwezigen hartelijk welkom in tuincafé Noordertuin. Hij en andere sprekers namen ons vervolgens mee in de plannen, ambities en dromen van Steck en het gebied eromheen voor de komende jaren. Alles in het teken van de missie van Steck: heel Utrecht groen denken en doen. In een notendop? Het gebied rondom Steck wordt een nóg levendiger plek waar je winkelt, verblijft, ontmoet en onderneemt. Van nieuwbouw van het tuincentrum tot een groene broedplaats en een hotel.

We zijn blij met en dankbaar voor de betrokkenheid van de aanwezigen bij de toekomstplannen van het gebied. Er was ruimte voor vragen, ideeën, zorgen en kritische noten. Zo werd het een interactieve en waardevolle avond. 

We kijken uit naar de volgende informatieavond! Op de hoogte blijven van de ontwikkelingen? Schrijf je in voor de nieuwsbrief

In 5 stappen een regenton aansluiten

Je hebt de knoop doorgehakt: je gaat een regenton aansluiten. Daarmee bespaar je water én draag je bij aan het verminderen van wateroverlast in de stad. Maar hoe koppel je zo’n ton aan je regenpijp? Wat heb je nodig en waar moet je aan denken? Hieronder vind je een overzichtelijk stappenplan. Dit hebben we samen met WaterLeider opgesteld.

Wat is een vulautomaat?

Een vulautomaat zorgt ervoor dat het water van de regenpijp naar de regenton stroomt en stopt met vullen zodra de ton vol is. Zo stroomt ‘ie niet over. Dit is de meest gebruikte optie voor het aansluiten van een regenton. Je kunt er ook voor kiezen om de pijp recht in de ton te laten uitkomen. Dan heb je een overloopslang nodig, die overtollig water van de ton afvoert naar je tuin. Deze instructie gaat over het plaatsen van een regenton met een vulautomaat.

Benodigdheden:

  • Regenton, eventueel met verhoger
  • Vulautomaat
  • Waterpas
  • Gatenzaag
  • (Accu)boor
  • (IJzer)zaag
  • Potlood
  • Vijl of schuurpapier

Stap 1: Maak de ondergrond vlak

  • En met vlak bedoelen we echt waterpas. De ton mag niet scheef komen te staan. Dat is niet mooi en het risico op omvallen is groter. Check of de grond oneffenheden heeft en haal die zonodig weg. Liggen er scheve tegels? Haal ze eruit, maak het zand eronder glad, en leg de tegels dan weer terug. 
  • Zorg voor een stevige ondergrond. Elke liter water weegt een kilo, dus een flinke ton vol water kan doorzakken op een zachte ondergrond. Tuinaarde of een houten vlonder met weinig draagkracht is daarom niet geschikt. 
  • Sommige regentonnen moeten op een verhoging staan, omdat je er anders geen gieter onder kwijt kunt. Plaats de ton vast op de verhoging. Dat kan een verhoging zijn die er standaard bij zit, of je maakt er zelf een met tegels of bakstenen.

Stap 2: Boor of zaag een gat in de ton voor de slang van de vulautomaat

Veel regentonnen hebben een voorgemaakt gat voor de slang van de vulautomaat. Als dit er niet in zit, maak je er zelf een:

  • Bepaal eerst waar dat gat moet komen. Dat moet minimaal 10 centimeter onder de bovenrand zijn. Let erop dat de ton goed staat ten opzichte van de regenpijp. En dat het kraantje de goede kant op wijst. 
  • Gebruik een gatenzaag om het gat te zagen. Afhankelijk van de vulautomaat kies je voor de grootte van het gat. Heb je een houten ton? Zaag nooit in de ijzeren hoepels. 

Stap 3: Plaats de vulautomaat in de ton. 

Als de vulautomaat eenmaal in de ton zit plaats je de regenton naast de pijp. Teken het punt af op de pijp waar de vulautomaat moet komen. Dit punt moet altijd gelijk, of iets hoger zijn dan het net geboorde gat in de ton waar de vulautomaat is bevestigd.

Nooit lager en maximaal 8 centimeter hoger. Op deze manier kan het water, als de ton vol is, afgevoerd worden via de regenpijp.

Er zijn twee soorten vulautomaten. Bij de ene boor je een gat in de regenpijp: een inboor-vulautomaat. Bij de andere zaag je een strookje uit de pijp. Dit is een overschuifmodel. Heb je een stalen regenpijp of een met een afwijkende vorm of maat? Kies dan een inboor-vulautomaat. 

  • Inboor-vulautomaat: Op de verpakking lees je hoe groot het gat moet zijn dat je in de pijp moet boren. Gebruik ook hiervoor een gatenzaag. Vijl of schuur het boorgat om te voorkomen dat er scherpe randjes aan zitten. Aan de vulautomaat zit een rubber opvangbakje dat je bij elkaar knijpt en in het gat steekt. Eenmaal aan de binnenkant vouwt het bakje weer uit. 
  • Overschuifmodel: Ook hier lees je op de verpakking hoe groot het stuk is dat je uit de regenpijp moet zagen. Je zaagt de pijp helemaal doormidden. Met een vijl of schuurpapier maak je de randen glad. Dan schuif je de vulautomaat ertussen. Eerst de bovenkant, en dan de onderkant. Lukt het niet goed om de vulautomaat ertussen te krijgen? Haal dan de muurbeugels van de regenpijp tijdelijk los. Dan krijgt de pijp meer speling. 

Stap 4: Maak de vulautomaat vast

Heb je een inboor-vulautomaat? Maak hem dan met twee parkerschroeven vast aan de regenpijp. Dit sla je over bij de overschuifversie. De rest van de buizen (het horizontale deel tussen pijp en ton) zet je wel/ook vast door de koppelstukken aan elkaar te klemmen of te lijmen. Bij een langere buis zet je deze vast met u-beugels. Zo zakt het niet door. Sluit de buis op de ton aan met het koppelstuk of met een schuifrubber.

Stap 5: Schroef het kraantje in de regenton

Je regenton is nu klaar voor de schitterende regen. Jij ook? Zo ga je slim om met regenwater.

Onze laatste tips:

  • Zorg ervoor dat zowel de aansluiting op de regenpijp als op de ton los te halen is: zo kun je voor onderhoudswerk, zoals schilderen, goed bij de gevel.
  • De ton mag gerust wat verder van de regenpijp afstaan.
  • Check je gemeente en de waterschappen of je subsidie krijgt op het opvangen of afkoppelen van regenpijpen. 
  • Ook een mogelijkheid: kies ervoor om het water niet terug in het riool te laten stromen, maar in de tuin. Zo help je het grondwater op peil te houden. Bovendien zorgt een vochtige grond voor meer biodiversiteit.
  • Gebruik je regenwater niet alleen voor planten, maar was er ook je ramen mee. Zo bespaar je drinkwater en je ramen worden streeploos schoon!

Naar buiten met kinderen: zintuigen aan! 

Aaah, zomer: fladderende vlinders, zoemende bijen, geurende bloemen. Jonge kinderen verwonderen zich van nature over de ‘kleine’ dingen in de natuur. Ze bestuderen rustig minutenlang een uitgebloeide paardenbloem. Hoe vaak neem je echt de tijd om de schoonheid in de tuin te ervaren? Sta eens samen met je kind, kleinkind, nichtje, neefje of buurkind stil -letterlijk- bij alles wat je in je buitenplek ziet, ruikt, proeft, voelt en hoort. Hieronder vind je wat tips.

Horen: luister naar de symfonie aan geluiden

Buiten hoor je allerlei geluiden, zeker in de stad. Van een blaffende hond en kwetterende vogels tot spelende kinderen en startende auto’s. Maar wat hoor je in de tuin aan zachte, subtiele geluiden? Ga op je rug in het gras liggen en spits je oren: hoe klinken zoemende bijen nu eigenlijk precíes? En hoe klinkt de wind? Kun je verschillende soorten tuinvogels onderscheiden door hun zang? In dit filmpje van Oerrr hoor het gezang van de bekendste tuinvogels in Nederland.

Zien: bekijk de kleurenpracht

Blauwgroene torretjes, citroengele vlinders en knalroze bloemen. De tuin in de zomer is een waar kleurenwalhalla. Geef je kind een vergrootglas en ontdek. Hoe zien bloemen, planten, vlinders, kevertjes en andere insecten er van heel dichtbij uit? Hoeveel blaadjes heeft de paardenbloem die in het looppaadje omhoog piept? En zoom eens in op de pluisjes van een uitgebloeide paardenbloem (wegblazen mag, nee, móet!). Is het geen kunstwerkje? Teken de mooiste tuinvondsten na en hang de tekeningen in een lijstje aan de muur.  

Ruiken: ervaar de geuren

De geur van pas gemaaid gras? Grote kans dat je die zo in gedachten oproept. Uit onderzoeken komt naar voren dat gemaaid gras een favoriete geur is van veel mensen. Maar hoe ruikt het andere groen in je tuin? Ga met je kind op aromaonderzoek. Heeft óngemaaid gras een geur? Hoe ruiken de verschillende kruiden en bloemen? Ontdek of het een verschil maakt als je met je ogen dicht ruikt. Liefhebber van raadspelletjes? Laat elkaar kruiden, bloemen en fruitsoorten met gesloten ogen ruiken en raad wat de ander je voorschotelt. Maak elk een geuren top 5.

Proeven: proef de smaken

Bij het proeven een kleine waarschuwing. Let goed op dat je alleen eetbare planten proeft. De proefexperimenten zijn mogelijk minder geschikt voor jonge kinderen: je wilt voorkomen dat ze op eigen houtje giftige besjes proeven. Leer jonge kinderen dat sommige planten giftig zijn. Heb je kruiden of eetbare planten in de tuin(kas) staan?  Of ben je in het bezit van een moestuin tjokvol smaakmakers? Proef de smaken alsof je een chef bent. Een dropplant (Agastache foeniculum) is misschien wel bij ieder kind een succes: het smaakt naar anijs en het ruikt naar drop. En proef eens een eetbaar viooltje, dat kleurige bloemetje dat je soms in een restaurant of bar als garnering krijgt. Smaakt het kruidig, pittig, radijsachtig of nog anders? Ben je in voor een spannender smaakonderzoek? Pluk een takje koriander en ontdek: ben je ‘team-zeep’ of ‘team-smaakvol’? Wil je het nog avontuurlijker maken, proef dan met een blinddoek voor.

Voelen: ervaar de texturen

Prikkelig, zacht, ribbelig, glad… Een greep uit de texturen die je in de meeste tuinen vindt. Onderzoek hoe zacht mos is, hoe een boombast aanvoelt en hoe glad een kiezelsteentje is. Hoe voelt het als je met blote voeten over grassprieten of kiezelpaadjes loopt? En kun je de nerven op een blad voelen? Ga op zoek naar een veertje, strijk er eens met je vinger over. Hoe voelt het? Je tastzin aanspreken gebeurt bijna als vanzelf bij tuinklusjes. Laat de tuinhandschoenen in de kast en zet met blote handen plantjes in de border. Graaf een gat en zet een plantje in de grond. Hoe voelt dat?

Met kinderen de tuin mindful ontdekken is leuk én leerzaam. Je beleeft ook zelf de natuur met andere ogen (en met je andere zintuigen). Heb je je eigen tuin al helemaal ontdekt? Bezoek een ontdektuin in Nederland, bijvoorbeeld de Botanische Tuinen van de Universiteit van Utrecht. Andere tips en programma’s voor kinderen in de natuur? Check de websites van OERRR, IVN en Utrechts Landschap. Meer inspiratie over mindful de natuur beleven? Lees het boek Het Groene Geluk van Eline van Lancker (te koop bij Oogst). Maar nu eerst: naar buiten!

De Voortuinverkiezing Tuindorp 2023: de winnaars

Op 23 juni, een zonnige vrijdagochtend, stapt de jury op de fiets: klaar voor een ronde langs 18 voortuinen in groen en kleurrijk Tuindorp. Welke voortuin in Tuindorp is de mooiste? De wedstrijd werd georganiseerd door wijkvereniging Tuindorps belang. En de prijzen? Die stelde Steck ter beschikking. Op zaterdag 24 juni reikte wijkwethouder Susanne Schilderman de prijzen uit aan de drie winnaars.

De vorige voortuinverkiezing is alweer twee jaar geleden. Dit jaar was het voor de jury (inclusief Christian van Steck) opnieuw een feest om de voortuinen te beoordelen op verschillende criteria, zoals: hoe origineel en creatief is de tuin? Hoeveel aandacht heeft de tuin voor duurzaamheid en biodiversiteit? Hoeveel variatie in beplanting is er? Extra oog had de jury voor kleurgebruik in de tuin. Na de ronde door de wijk was het aan de jury: welke tuinen verdienen de eerste, tweede en derde prijs? Geen makkelijke keuze, maar de jury kwam eruit.

Feestelijke uitreiking

Op 24 juni was het zover. Wie waren de winnaars van de allermooiste en allergroenste voortuinen in Tuindorp? Onder het genot van een hapje en drankje reikte wijkwethouder Schilderman de prijzen uit in De Pan. Net als vorige keer stelde Steck de prijzen ter beschikking.

De winnaars

Derde prijs

De derde prijs (een waardebon van € 100 te besteden bij Steck) was voor de Linnaeuslaan 48. Een fragment uit de beoordeling van wijkwethouder Schilderman: ‘De jury was meteen onder de indruk van deze tuin met als fraaie blikvanger de schitterende passieflora aan de gevel. Deze voortuin is met veel variatie opgebouwd en er is heel erg goed nagedacht over de inrichting van de tuin. De tuin heeft hele mooie vaste planten en mooie fruitboompjes.’

Tweede prijs

De tweede prijs (een waardebon van € 150 te besteden bij Steck) ging naar de Prof. Leonard Fuchslaan. Over deze tuin zegt de wijkwethouder onder andere: ‘Een hele mooie voortuin waar erg goed over is nagedacht. Mooi qua kleurgebruik, een wilde tuin, maar ook een slimme tuin met veel variatie in beplanting met bloei in verschillende periodes. Een duurzame en diervriendelijk tuin met onder andere een vogelnestje en paddenhuisje en aandacht voor aparte insecten als oorwormen. De jury roemt de mooie diversiteit, creativiteit, het werken met subtiele hoogteverschillen, de indeling en het kleurgebruik.’ Een tip had de jury ook: ‘Vervang het houten hekwerk door een fraaie heg of haag.’

Eerste prijs

En de hoofdprijs? De Steck waardebon van € 200 was voor de Burgemeester Van de Voort van Zijplaan 39, 41, 43. Over deze tuinen zegt wijkwethouder Schilderman onder meer: ‘Bij de eerste aanblik van de tuin van de winnaar – of beter van de winnaars – was de jury meteen betoverd door deze tuin. Een voortuin die oogt als een hele grote, mooie groenstrook, als een fraai geheel dat rust en ruimte uitstraalt. Een verrassing in de straat! Prachtig! De jury was ook zeer te spreken over het initiatief van de buren om de voortuinen samen te voegen, gezamenlijk te onderhouden en te verzorgen. Dit zorgt voor een fraai geheel en niet onbelangrijk ook voor een belangrijk sociaal element: samen de tuinen verzorgen.’ De jury gaf als tip: ‘Maak een ‘spreekwoordelijk’ raam in de haag als verrassend doorkijkje.’

Eervolle vermeldingen

Drie voortuinen kregen een eervolle vermelding. Lees een greep uit de beoordelingen die de jury over deze tuinen schreef:

  • De Doctor H. Th. s’ Jacoblaan 38: ‘De jury was aangenaam verrast door deze tuin en typeerde de voortuin als een hele mooie ecologische tuin.’
  • De Hugo de Vrieslaan 19: ‘De jury was meteen enthousiast bij de eerste aanblik van deze tuin. Een hele leuke tuin, praktisch en slim ingedeeld met veel kleur.’
  • De Prof. Dr. Magnuslaan 13: ‘Een hele mooie, groene tuin met een grote variatie aan beplanting. Een hele strakke tuin, indrukwekkend vormgegeven.’

Steck en Tuindorps belang feliciteren alle winnaars met hun prijs. En alle deelnemers: bedankt!

8 tuinklusjes om langer te genieten van je zomerse tuin

Je hebt het hele voorjaar hard gewerkt om je tuin (of balkon) op orde te krijgen en nu is het tijd voor het Grote Genieten: bijna alle planten staan in bloei en je moestuin geeft doorlopend lekkers te eten. Je tuin is een paradijs voor al je zintuigen! Voor je je helemaal overgeeft aan de geneugten van je hangmat, is het tóch verstandig om een paar tuinklusjes uit te voeren. Met onderstaande klusjes verleng je de levensduur van je paradijs aanzienlijk. Kun je daarna nóg langer genieten!

1. Snoeien doet bloeien

Dit is een goede periode om een aantal plantensoorten te snoeien. In de zomer richt je je vooral op het terugsnoeien van jonge uitlopers en het in model houden van de plant, bijvoorbeeld bij de wisteria (blauwe regen) en druivenplanten. Uitlopers van deze planten groeien met gemak tot wel een meter in slechts een paar weken tijd. Naast deze planten hebben ook voorjaarsbloeiende heesters, steenvruchten en pitvruchten nu behoefte aan een snoeischaar. 

De uitlopers van de Wisteria (blauwe regen) groeien tot wel 2 meter in slechts een paar weken tijd en kunnen zeker een snoeibeurt gebruiken.

2. Pluk uitgebloeide bloemen

Vooral eenjarigen zullen in dit jaargetijde al hun energie stoppen in het geven van zo veel mogelijk bloemen. De bloei is het laatste groeistadium van een plant, waarna deze zaden zal maken en zal afsterven. Dit proces kun je vertragen door uitgebloeide bloemen te blijven plukken. Zo stimuleer je je cosmea’s, goudsbloemen en andere eenjarigen om langer te blijven bloeien. Liever de zaden verzamelen voor volgend jaar? Laat de uitgebloeide bloemen dan juist met rust, zodat de zaden kunnen rijpen.

3. Geef hongerige planten extra bemesting

Dit is hét moment om planten als rozen een tweede mestronde te geven. Dit hebben ze nodig om – nu de eerste bloei is geweest – genoeg voedingsstoffen te kunnen opnemen om nog een keer tot bloei te komen richting het einde van de zomer. Ook zorgt deze bemesting voor sterke en gezonde planten met dikke takken die minder gevoelig zijn voor schimmels en plagen. Ook buxussen, (vaste) borderplanten en veel moestuinplanten kunnen in deze periode wel wat extra bemesting gebruiken.

4. Breng je bodem (weer) tot leven

Deze tijd kenmerkt zich door geven en nemen. Planten onttrekken veel voeding uit de bodem voor hun groei en bloei. Het tekort dat hierdoor ontstaat, moet worden aangevuld met nieuwe voedingsstoffen. Dit geldt ook zeker voor een moestuin. Een ideale manier om je bodem weer in topconditie te krijgen is door gebruik te maken van compost. Het zelf maken van compost is niet ingewikkeld, maar verdient wel wat doorlopende aandacht. Lees hier waar je op moet letten. 

Zelf compost maken is makkelijk en onwijs goed voor je tuin(tje)

5. Vergeet planten in potten en bakken niet

Heb je een balkon of dakterras? Ook hier kun je de hele zomer genieten van een levendige, groene oase, als je goed voor je planten zorgt. Wind en regen hebben vaak vrij spel op potplanten en voedingsstoffen raken sneller opgebruikt dan in een vaste bodem. Geef daarom wekelijkse vloeibare organische voeding aan je potplanten. Lees ook onze andere tips voor succesvol tuinieren in potten en bakken. 

6. Zaai nu voor een lente vol kleur

Sommige plantensoorten hebben meer tijd nodig om tot bloei te komen. Deze zaai je in de voorafgaande zomer. Ze gebruiken het najaar om te groeien en komen (vaak vroeg) in het voorjaar in bloei. Schrik niet als deze planten afsterven richting de winter, hun wortels groeien onverminderd door. Wie nu slim zaait, geniet volgend jaar van een langer seizoen vol prachtige kleuren. Tweejarigen die je nu kunt zaaien, zijn onder andere stokrozen, vingerhoedskruid, duizendblad en judaspenning.

Dit is het moment om tweejarigen als vingerhoedskruid te zaaien

7. Ga slim om met water

In de zomer is het timen van je watergift verstandig om twee redenen. Door ‘s ochtends of ‘s avonds water te geven hebben je planten genoeg tijd om het water op te nemen, voordat deze verdampt uit de bodem. Daarnaast heb je minder kans op verbranding: Waterdruppels werken als een soort vergrootglas. Geef je midden op de dag water, als de zon het hoogst staat, dan kunnen er brandplekken op het blad ontstaan. Doe je het in de ochtend of in de avond, dan is de zon niet zo sterk. 

8. Haal de tuin naar binnen

Je kunt prachtige bossen bloemen voor in huis maken door wat bloemen uit je eigen planten te knippen. Doe dit wel in de ochtend. De bloemstelen bevatten dan het meeste water, waardoor ze op hun sterkst zijn en dus langer goed blijven. Nog langer genieten? Droog je bloemen dan, bijvoorbeeld met silicagel. Deze korrels ken je wellicht uit van die zakjes die je in schoenendozen vindt. Ze onttrekken het vocht uit je bloemen, zonder dat deze verkleuren. Eenmaal gedroogd kun je maandenlang genieten van je favoriete bloemsoorten. Meer methodes voor het drogen van bloemen vind je in dit overzicht.

Zinderende zomer: 5 tips voor een hitteproof balkon

Met een boek en een drankje op je balkon. Kwetterende vogels, een stralend blauwe lucht. En de zwoele geur van bloemen. Hallo, instant geluksgevoel! Maar met de steeds warmere zomers wordt je balkon – vooral als deze op het zuiden staat-, al snel te warm. Met deze 5 tips maak je van je balkon een walhalla voor jou en je planten.  

1. Kies de juiste planten

Niet ieder mens houdt van zonnebaden. Voor planten geldt hetzelfde. Staat je balkon op het zuiden en wil je daar een groene (of paarse, gele of roze) oase maken? Kies dan voor planten en struiken die goed tegen de zon kunnen. Planten uit mediterrane gebieden bijvoorbeeld. Met potten vol lavendel geef je je buitenplek een Franse ‘ambiance’. Of zet een knalroze bougainvillea neer op een plek uit de wind. Zij staat graag in the spotlight: hoe meer zonlicht op haar bladeren schijnt, hoe intenser haar kleur wordt. Franse chansons op je playlist aan en je waant je in de Provence. 

2. Spice-it-up

Wat is er smaakvoller en verser dan kruiden op je balkon? Kies (bio)kruiden die de zon goed verdragen en niet veel water nodig hebben. Theeliefhebber? Marokkaanse munt woekert nogal snel, dus deze plant is ideaal om in een pot te houden. Houd je van spicy? Een rode peperplant is een warmteminnende smaakmaker. Of ga voor lavendel, salie, tijm, bonenkruid, citroenkruid of hyssop bijvoorbeeld. Ook rozemarijn en oregano doen het goed in de zon. Je plukt meteen de juiste hoeveelheid voor je lasagne. Rood-wit geblokt tafelkleedje op de tafel en buon appetito! 

3. Muurbloempjes voor schaduw en verkoeling

Handig als je weinig ruimte hebt op je balkon: werk verticaal. Hang (kruiden)plantjes aan een rek aan de muur en maak zo een geurige, groene wand. Of hang een paar hangplanten op. Houd je van klimplanten? Zet ze tegen de balkonmuur of tussenwand. Een groene gevel van bijvoorbeeld hedera of ezelsoor verkoelt de buitenlucht en zorgt voor schaduw. Help de klimmers eventueel hun weg omhoog te vinden met een klimplantrek. Bedenk ook goed hoe je de planten op de grond ten opzichte van elkaar neerzet. Laat grote planten die goed tegen de zon kunnen, de kleinere schaduw geven. Zo maak je een natuurlijke schaduwzone. 

4. Houd de grond in bloempotten gezond

In bloempotten droogt de aarde snel uit. Vooral als je balkon op het zuiden staat. Vinden je planten niet fijn. Geef ze daarom elke dag een scheut (regen)water. Liefst in de ochtend, nog voordat de zon schijnt. Zo voorkom je dat het water meteen verdampt door de warmte. Of leg een druppelsysteem aan. Zet de pot in de zomer altijd op een schotel. Hierdoor blijft het water even bewaard en neemt de plant het langzaam op. Pas op met watergeven: doseer en verdrink je planten niet. Kies potten met een gat waaruit overtollig water wegloopt. Ook handig: vertroetel je planten met potgrond speciaal voor terras- en balkonplanten. Deze grond houdt water beter vast én voedt de planten langere tijd. Meer weten? Lees dit blog voor meer tips over tuinieren in potten.

5. In de schaduw staan

Heb je een natuurlijke schaduw gecreëerd met planten en kruiden? En is je balkon nog te warm? Maak het dan nog wat koeler met een parasol, schaduwdoek of balkonscherm. Balkonschermen zijn er in allerlei materialen. Van bamboe tot riet. Je plaatst ze tegen de balkonrand of -als je die hebt- de glazen tussenwand. Sfeervol en je hebt meteen meer privacy. Vlonders op de vloer voelen lekker aan en gaan ook de warmte op je balkon tegen. Hang een lichtslinger op, leg een vloerkleedje neer en je hoeft alleen nog een drankje te pakken voor een heerlijke zomermiddag. 

Je balkon is nu klaar voor de zomer. Jij ook? Pak je zonnebrand en geniet van je kleine buitenplek. 

5 tips om je tuin hittebestendig te maken

Zonnebrand, een boekje, een hangmat of luie stoel. Veel meer heb je deze zomer niet nodig om van je tuin een privé hotspot te maken. Figuurlijk dan. Want letterlijk? Liever niet. Loop je op blote voeten door je tuin, maak je van schrik een sprongetje. Wat zijn die tegels heet! De zomers worden steeds warmer en droger. Hoog tijd om je eigen buitenplek hitteproof te maken. Fijn voor jou, het dierenleven en voor je planten. Én voor de stad. Hoe je dat doet? Lees onze 5 tips. 

1. Plant warmtebestendige planten

Stond die buitenplant eerder zo te shinen, na een paar warme dagen staat ze er maar dor bij. Gelukkig zijn er genoeg vaste planten die wél van felle zon houden. Lavendel, salie, en rozemarijn bijvoorbeeld. Bij een vleugje wind ruik je hun heerlijke geuren door je hele tuin of op je balkon. Ook veel vetplanten (of in Latijn: succulenten) zijn echte zonaanbidders. Hoe ze zo goed bestand zijn tegen droogte en hitte? Een van de redenen is dat hun blaadjes, wortels en stengels vocht opslaan. Dankzij dit ‘reservoir’ overleven ze goed in de woestijn. Én in je tuin. Wil je vetplanten die lokaal en duurzaam gekweekt zijn? Kies dan bijvoorbeeld voor planten van ympa, te koop bij Steck. Deze staan in turfvrije aarde en zijn geteeld zonder chemische bestrijdings- en voedingsmiddelen.   

2. Leg een vijver aan

Een vijver, of die nu klein of groot is, heeft verschillende voordelen voor mens en dier. Met zo’n waterplek maak je van je tuin een kleine oase en je trekt er dierenleven mee aan. Voor dorstige vogels en insecten is een vijver een levendige ontmoetingsplek. Ga er eens lekker voor zitten en geniet mee van het theekransje van blauwgroene libelles en waterkevers. Een ander voordeel: een vijver houdt waardevol regenwater vast. Via je regenton laat je dit zo je vijver inlopen. Maar wist je dat een vijver ook je buitenplek verkoelt? Het water verdampt, waardoor de luchtvochtigheid in je tuin toeneemt. Welke klimaatvoordelen een vijver heeft, lees je hier.  Ook met een kleine vijver maak je al impact. Ga je voor een oude speciekuip, een zinken teil of een mini vijverbak?

3. Wip tegels eruit 

De temperatuur in een stad loopt sneller op dan in groene gebieden. Dat komt onder andere doordat een stad uit meer stenen en beton bestaat. Die vangen de warmte van de zon op en houden deze vast. Zomers is dat niet erg hitteproof. Nog een nadeel van tegels: kostbaar regenwater zakt niet de grond in. In plaats daarvan komt het in het riool terecht. Zonde toch? Genoeg reden om een paar (of alle) tegels uit je terras te wippen. Zet er fleurige bloemen of planten in. Je geeft je tuin zo meer kleur en hoe minder tegels, hoe koeler. Via deze 5 stappen maak je van je tegeltuin een groene stadsoase.

4. Plaats een regenton 

Dorstige planten en bloemen help je de zomerse droogte door als je ze voldoende water geeft. Dat is logisch. Doe dit het liefst in de ochtend of avond, als de zon niet zo sterk is. Wat is er handiger dan hiervoor gratis regenwater te gebruiken? Fijn voor je portemonnee, en omdat het geen kalk bevat, is regenwater gezonder voor je planten dan kraanwater. Ook omdat het water in de regenton meteen al op de juiste temperatuur is. Vang dus het kostbare hemelwater op in een regenton en je hebt altijd een waterbuffer. Regentonnen zijn er in alle soorten en maten, zodat er altijd een is die perfect bij je groene stekkie past. Wist je dat er een regenton in de vorm van een regendruppel bestaat? Meer over de voordelen van het plaatsen van een regenton lees je hier.

5. Maak een groene muur

Net als tegels houden ook stenen muren de warmte in je tuin vast. Vooral muren die op het zuiden staan. Een oplossing met mediterraans tintje? Laat je tuinmuren begroeien met weelderige klimplanten. Je kunt ook hangplanten of klimplanten in bakken aan je stenen schutting hangen. Hallo, verkoeling! Twee vliegen in één klap: ook insecten en vlinders zullen je dankbaar zijn. Let op dat je kiest voor klimmers die goed tegen de zon bestand zijn. De trompetbloem (Campsis) met haar gele, oranje of rode bloemen bijvoorbeeld. Deze klimplant heeft wel wat ondersteuning nodig, want ze is topzwaar. Nog een zomerbloeier die het goed doet op een kurkdroge plek: de stokroos (Alcea rosea). Ook de heerlijk geurende blauwe regen (Wisteria) doet het goed in de volle zon. Pas wel op: de langwerpige vruchten zijn giftig voor mens en dier.

Zie je jezelf al op een lazy sunday een koele ijsthee drinken in je hangmat? Je kunt nog veel meer doen om je tuin hittebestendig te maken. Van het planten van bomen voor een natuurlijke schaduw, tot het plaatsen van parasols, schaduwdoeken en pergola’s. Meer tips voor een klimaatbestendige inrichting van je tuin? De medewerkers van Steck denken graag met je mee. 

Zo krijg je meer vogels in je tuin (en in de stad)

Een stad waar veel vogels zijn: daar wil je wonen. Vogels zijn een goede graadmeter voor de kwaliteit van de natuur in de stad. Gaat het goed met de vogels? Dan gaat het goed met het stedelijk groen. En daarmee ook met de mensen die er wonen, want mensen in een groene omgeving zijn over het algemeen gezonder. Helaas nemen veel vogelsoorten in steden nog altijd in aantal af. Ook in Utrecht.

Gelukkig is er steeds meer aandacht voor stedelijk groen. En ook jij kunt hierbij helpen! Met je tuin, je balkon, je dak en de gevel van je huis. Hoe groener, hoe beter. Haal tegels uit je tuin en plaats er verschillende (inheemse) planten in. Vervang schuttingen door hagen en struiken. Plant een boom. Hang nestkasten op. Gebruik geen chemische, maar natuurlijke bestrijdingsmiddelen in je tuin. Wil je het groter aanpakken? Schakel dan een tuinvogelconsulent van de Vogelbescherming in.

Hieronder vind je 7 vogels die graag rondhangen in Utrecht. Per soort lees je hoe je ze naar je tuin lokt. Vogel blij, jij blij, stad blij. 

1. Merel

Broedperiode: eind maart – juli
Bijna iedereen heeft weleens een merel in de tuin. Het is een van de vaakst getelde vogels bij de Nationale Tuinvogeltelling. Toch neemt ook hun aantal drastisch af. Merels eten besjes, fruit, wormen, bodemdieren en insecten. Een gezonde bodem in je tuin is dus heel belangrijk. Ruim je tuin niet te netjes op: hoopjes bladeren en takjes zijn fijne plekken voor insecten. Merels eten die met alle liefde voor je op! Leg een grasveldje aan en plaats bessenstruiken en fruitbomen voor nog meer voedsel. Merels maken hun nesten in dichte struiken of lage bomen. Hou je kat een beetje in de gaten, want die wil nog weleens een graai naar een jonge merel doen.

2. Tjiftjaf

Broedperiode: half april – eind juni
Is dit geen leuk vogeltje? Hij roept de hele dag zijn eigen naam! En het is een van de weinige soorten waar er juist méér van komen de laatste jaren. Dus dat is positief. Wil je die vrolijke fluiter naar je tuin lokken, zorg dan voor bomen en struiken in je tuin. Het liefst inheemse, zoals de meidoorn. De tjiftjaf eet insecten en larven, maar ook bessen en zaden, zoals bosbessen en vlierbessen. Hij verstopt zijn nest in lage, dichte beplanting.

3. Grote bonte specht

Broedperiode: april-mei
Deze prachtig gekleurde vogel spreekt tot de verbeelding met zijn geroffel op boomstammen en takken. Met dat geroffel communiceren ze met elkaar en hakken ze nestholtes uit in bomen. Voor een nest met spechten heb je dus minimaal een boom nodig in je tuin, met een stam van zacht hout, zoals een berk. In de winter vinden spechten het lastig om voedsel te vinden. Je helpt ze door vogelvoer in je tuin te hangen of te leggen. Vooral pinda’s, vetbollen en vogelpindakaas gaan er als zoete koek in.  

4. Pimpelmees

Broedperiode: eind maart-juli
Ook pimpelmezen maken dankbaar gebruik van de voedertafels in tuinen of op balkons. Zeker in de herfst of winter, als ze moeilijker aan hun geliefde bladluizen of spinnen kunnen komen. Ze houden vooral van pinda’s en vetbollen. Pimpelmezen worden vaak verward met koolmezen, maar je kunt ze uit elkaar houden door naar de kleur van hun ‘petje’ te kijken. Bij koolmezen is dit zwart (als kool) en bij pimpelmezen blauw-paars. In steden broeden pimpelmezen graag in nestkasten. Wil je pimpelmezen in je tuin, hang dan speciale mezenkasten op, pindasilo’s en mezenbollen. 

5. Zanglijster

Broedperiode: eind maart-juli
Als je last hebt van veel slakken in je tuin, dan is het de moeite waard om zanglijsters naar je tuin te lokken. Ze zijn dol op slakken! Met hun snavel slaan ze de slakkenhuisjes stuk op een steen en peuzelen het vlees eruit. Zanglijsters kunnen, zoals hun naam al doet vermoeden, ook nog eens prachtig zingen. Ze worden aangetrokken door tuinen met veel bomen, struiken en een gazon. Vooral dichte struiken vinden ze fijn om hun nest in te bouwen. Hun voedsel zoeken ze dicht op de grond. Ze lusten graag regenwormen, duizendpoten, insecten en pissebedden. En slakken dus! Leg wat platte stenen in een beschut hoekje, zodat ze een mooie werkplek hebben om de huisjes stuk te slaan.

6. Boomkruiper

Broedperiode: april-juni
Als je een klein bruin vogeltje cirkelend langs een boomstam omhoog ziet trippelen, dan heb je waarschijnlijk een boomkruiper in je vizier. Dit schattige vogeltje heeft een kromme snavel waarmee hij insecten uit de bast van de stam pikt. Voor voedertafels is de boomkruiper te schuw, maar je kunt hem wel helpen door in de winter wat zaden onder bomen en struiken te strooien. Verder houdt ie van rommelige tuinen en maakt ie zijn nesten in boomholtes. Er zijn speciale nestkasten voor boomkruipers: hang ze in een dikke boom, maar niet te dicht bij je huis op, want daar is deze kleine kruiper veel te verlegen voor. 

7. Huismus

Broedperiode: april – augustus
Huismussen zijn echte stadsvogels: ze maken hun nesten vooral onder dakpannen en in kieren en gaten van gebouwen. Maar omdat moderne dakpannen beter op elkaar aansluiten en we dol zijn op isoleren, zijn er de laatste jaren veel minder van die kieren te vinden in onze huizen. Het aantal huismussen is mede daarom sinds de jaren tachtig met de helft gedaald in Nederland. Om de mus te helpen kun je neststenen in je gevel laten inmetselen, of nestkasten plaatsen. Als je hiervoor kiest, plaats er dan meerdere vlak bij elkaar. Huismussen hebben hun vrienden graag dicht in de buurt. In de winter rusten huismussen uit in groenblijvende struiken, hagen en gevelbegroeiing, zoals meidoorn, liguster en klimop. Daarnaast houden ze van waterrijke plekken met riet. Ze eten graag besjes, zaden en bloemknoppen.

De vogels hierboven komen relatief veel voor in Utrecht. Toch verschilt het nog wat tussen de wijken. Wil je weten welke vogels er veel voorkomen bij jouw huis? De Vogelbescherming heeft een mooie website waarop je een postcodecheck kunt doen. Je krijgt dan een top tien van vogels, met bijbehorende tips voor verzorging. Heel handig!