7 tips om je orchidee opnieuw te laten bloeien

phalaenopsis orchidee in bloei

Je kent het wel: je valt als een blok voor een orchidee. Een paar weken geniet je elke dag van de kleurenpracht, maar op een dag beginnen de bloemetjes een voor een uit te vallen. Wat overblijft, is een zielige verzameling bladeren met een droog takje in het midden. Sommige mensen gooien de plant op dat moment weg, maar dat is helemaal niet nodig! In deze blog vind je 7 belangrijke tips om je orchidee opnieuw te laten bloeien:

1. Ken de naam van je orchidee

Er zijn heel veel soorten orchideeën, een stuk of 28.000. En elke soort heeft haar eigen gebruiksaanwijzing. De orchidee die je het meest tegenkomt in tuincentra en supermarkten, is de Phalaenopsis. De tips in deze blog zijn vooral van toepassing op deze soort. Heb je een andere orchidee? Neem dan eens een kijkje op het Youtube kanaal van MissOrchidGirl voor meer tips.

2. Houd rekening met de seizoenen

De meeste orchideeën bloeien maar 1 of 2 keer per jaar. Als jouw orchidee net is uitgebloeid, kan het even duren voordat ze weer opnieuw bloeit. Het voordeel is wel dat als ze bloeit, je ook meteen meerdere weken, en soms maanden, van de bloemen geniet.

3. Knip de oude bloemstelen helemaal onderaan af

Sommige mensen raden je aan om een uitgebloeide steel af te knippen tot boven het 3e ‘oogje’. Op die manier stimuleer je de orchidee om opnieuw te gaan bloeien. Vaak lukt dat inderdaad. Het kost de orchidee alleen wel veel energie om meteen na de vorige bloei nieuwe bloemen te maken. Als je de orchidee ‘dwingt’ om nog een keer te gaan bloeien, houdt ze minder energie over voor het maken van bladeren en wortels. En die zijn nou juist belangrijk voor een gezonde plant én voor de volgende bloei! Daarom kun je beter de oude bloemstengel helemaal onderaan afknippen. Zo weet de orchidee dat het tijd is om energie te steken in de bladeren en wortels.

4. Zorg voor genoeg licht

Ook al groeien orchideeën in het wild in de schaduw van andere planten, ze bloeien het mooist als ze genoeg licht krijgen. Te weinig licht en je krijgt weinig of geen bloemen. Dat betekent niet dat je orchidee elke dag moet bakken in de zon, maar een beetje direct zonlicht gedurende de dag geeft de orchidee energie om bloemen te maken. Een plekje waar in de ochtend of de namiddag zon op valt, is perfect.

Orchideeen in het wild
De natuurlijke habitat van de orchidee: op boomstammen, tussen het mos en varens

5. Niet te weinig, en niet te veel water

Orchideeën groeien in het wild op boomstammen. Daar ‘plakken’ ze met hun wortels tegenaan en vangen het water op dat langs de bomen naar beneden sijpelt. De boom heeft  geen last van de orchidee. De wortels van een orchidee groeien niet in de aarde en staan in direct contact met de lucht. Door die ventilatie drogen de wortels relatief makkelijk op.

Voor jouw orchidee betekent dat dat ze het liefst niet te nat staat. Als je twijfelt: liever wat te droog dan te nat. Zie je dat de bladeren gaan rimpelen en slap worden? Dan is het tijd voor een slokje water. Je orchidee extra verwennen (en verleiden tot meer bloemen)? Voeg in de lente en zomer wat orchideeënvoeding toe aan het water. Die voeding vind je bij Steck op de meststoffenafdeling.

6. Gezonde wortels doen wonderen

Benieuwd of je orchidee bloemen gaat geven? Check de wortels! Gezonde wortels zijn zilver als ze droog zijn en groen als ze nat zijn. Ze voelen stevig aan als je er in knijpt. Wortels die actief aan het groeien zijn, hebben groene of rozige groeipunten. Hoe meer wortelgroei, hoe waarschijnlijker het is dat je orchidee blij is en bloemen kan geven. Ook als je orchidee nog niet in bloei is, heb je dus iets om naar uit te kijken. Gezonde wortels zijn een voorbode van mooie bloemen!

Te veel water en een potgrond die niet luchtig genoeg is, resulteert al snel in wortelrot. De wortels worden dan grijs of zwart, en voelen hol aan. Zet een orchidee daarom nooit in normale potgrond, dat bevat veel te weinig lucht en blijft te lang nat. Om het ons makkelijker te maken bestaat er speciale potgrond voor orchideeën, dat is vaak een mix van boombast en luchtige vezels. Die potgrond vind je bij Steck op de potgrondafdeling. Je kunt ook uitsluitend boombast gebruiken.

Een bloeiende orchidee in het wild met gezonde wortels
Een wilde orchidee op een boomstam. Met gezonde, groene wortels

7. Zorg voor de juiste temperatuur

De meeste orchideeën groeien actief in de zomer. Dan maken ze nieuwe bladeren en wortels. Zodra het een tijdje wat kouder is, gaan orchideeën over tot het maken van bloemen. Tussen het verschijnen van een nieuwe bloemstengel en het uitkomen van de bloemen kan gerust drie maanden zitten. Je moet dus best wat geduld hebben om je orchidee opnieuw te laten bloeien.

Heb je een huis met een vrij constante temperatuur door het jaar heen? Probeer dan je orchidee in de herfst een tijdje op een wat koelere plek te zetten. Een plekje op de vensterbank, bij het raam, is soms wat koeler. Of misschien in een kamer die je in de winter minder verwarmt. Laat de orchidee daar staan tot je het begin van een bloemstengel ziet verschijnen. Op dat moment kun je de orchidee weer in een warmere kamer zetten. Let op dat de temperatuur niet veel lager dan 15 graden is, dat is voor een orchidee iets te koud.

Het verschil tussen een bloemstengel en wortels van een orchidee
Op deze afbeelding zie je een nieuwe bloemstengel (groen) en gezonde wortels (zilverkleurig).

Bloeiende orchideeën vind je het hele jaar door. Dat komt doordat de kweker de temperatuur in de kassen verlaagt, daardoor denkt de orchidee dat het tijd is om te bloeien. Het kan zijn dat je nieuwe orchidee daarom een beetje in de war is met de seizoenen; waar ze eigenlijk hoort te bloeien in het voorjaar, bloeit ze misschien al in het najaar. Dat is helemaal niet erg, je zal zien dat als je de orchidee wat langer hebt, ze zich langzaam aanpast aan de seizoenen.

Denk je nou: Jeetje, wat duurt het lang om mijn orchidee opnieuw te laten bloeien? Zorg dan voor een paar ‘gezelschapsplanten’. Die zet je naast of om je orchidee heen, zodat je orchidee wat aantrekkelijker is om naar te kijken wanneer er geen bloemen zijn. Én tegelijk zorgt een groepje planten ervoor dat de luchtvochtigheid wat hoger is rondom de orchidee, dat kan ze erg waarderen!

In onze Kamerkas vind je altijd Phalaenopsis orchideeën, van de klassieke witte tot mini’s. Daarnaast hebben we een wisselend aanbod, bijvoorbeeld een van onze favorieten: de geurende Phalaenopsis. Ook hebben we vaak Oncidiums, Cattleya’s, Jewel orchids, Cymbidiums, Dendrobiums, venusschoentjes (Paphiopedilum) en andere soorten.

Een uitgebloeide Phalaenopsis orchidee tussen kamerplanten
Een uitgebloeide Phalaenopsis orchidee tussen gezelschapsplanten

Een beplantingsplan maken, hoe doe je dat?

Tuin met mooie border

Een goed ontworpen plantenborder is het hele jaar door een lust voor het oog. Bovendien scheelt het je een boel onkruid wieden. Maar hoe krijg je zo’n mooie border? Er zijn boeken en websites met kant-en-klare beplantingsplannen. Het voordeel daarvan is dat iemand al heeft uitgezocht welke planten goed combineren. Maar het leukst is om zelf een beplantingsplan te maken. Dat kan al met een kleine border of een deel van een border. Je leert er ook enorm veel van! Hieronder lees je hoe je zo’n beplantingsplan maakt.

Wat voor soort border wil je?

Je staat op het punt om een levend kunstwerk te creëren, met ontzettend veel mogelijkheden. Denk eerst na over hoe je border er globaal uit moet komen te zien. Welke kleuren en vormen moeten erin terugkomen? Vind je het belangrijk dat er in de winter ook nog wat groens te zien is? Wil je een of meerdere bomen in je border (en is daar ruimte voor)? De vorm van je border maakt ook uit: als je de randen laat golven, dan ziet het er natuurlijker uit. Of misschien hou je juist van een lekker strak design, dan maak je een hoekige border.

Bestaande border aanpassen

Je kunt een beplantingsplan maken voor een geheel nieuwe border, maar je kunt ook een bestaande border aanpassen. Als je daarvoor planten moet verplanten, dan kun je dat het beste in de rustperiode van de planten doen, als het niet vriest. Dat betekent in maart of april, of juist in de herfst. Onderzoek ook welke grondsoort je hebt. En kijk hoeveel zonlicht er door de dag heen op de border valt. Dat moet je weten bij het uitkiezen van de planten. 

Plattegrond tekenen

Voor het maken van een overzichtelijke plattegrond zijn allerlei onlineprogramma’s, maar het kan ook prima met potlood en (ruitjes)papier. Teken op schaal een plattegrond van de border. Je hoeft nog niet te weten welke planten je precies wilt planten. Als je dat al wél weet, dan kun je bij het tekenen uitgaan van de botanische kenmerken van deze planten. Die vind je op de plantenlabels, en in allerlei (online) plantenencyclopedieën. Verderop komen we hierop terug.

In dit voorbeeld gaan we ervan uit dat je nog niet zo veel planten kent. Je begint met een ontwerp op basis van gewenste grootte en vorm en daar ga je later de planten bij zoeken. Met een passer (of uit de losse hand) maak je cirkels die de grootte van de planten aangeven. Je gaat hierbij uit van de plant in volgroeide staat.

Eerst teken je de struiken en de bomen in, waarmee je de infrastructuur van je border aangeeft. Vaak is het handig om die achterin te plaatsen. Hoewel een boom of een wat hogere struik voorin juist kan zorgen voor een speelser ontwerp. Vervolgens teken je hoge planten in die niet heel breed uitwaaieren, zoals bepaalde grassen. Die zou je als kegels kunnen tekenen, omdat ze echte blikvangers zijn in je tuin. Daarna teken je planten die niet groter worden dan 1,5 meter, daarna planten tot 1 meter, planten tot 50 cm en tenslotte de bodembedekkers. Zorg dat alle planten samen in volgroeide staat de hele bodem bedekken. Dat ziet er mooi uit en je zult minder hoeven schoffelen.

Kleuren en vormen uitkiezen

Op je plattegrond zie je nu hoeveel planten je nodig hebt van welke grootte. Nu kun je kleur gaan inbrengen in je ontwerp. Geef de cirkels de kleuren die jij bij elkaar vindt passen. Vaak werkt het goed om met grote kleurvlakken te werken. Ook is het mooi om te spelen met verschillende vormen: wissel schermbloemen als venkel of ribzaad af met aarvormige bloemen als kattenstaart en Salvia nemorosa. Er zijn ook bolvormige bloemen (sierui en kogeldistel), pluimbloemen (Astilbe) en margrietachtige bloemen. Door te variëren in kleur, hoogte en vorm kun je prachtige plantcombinaties maken. Zeker bij de wat lagere planten is het mooi om meerdere exemplaren van een bepaalde plant bij elkaar te zetten. En om groepjes planten op andere plekken in je border terug te laten komen. 

Bloeitijd

Als je het hele jaar wilt genieten van een bloeiende tuin, let dan op de bloeiperiode van de planten. De meeste planten bloeien tussen juni en augustus, dus kijk specifiek uit naar planten die het bloeiseizoen rekken. Er zijn zelfs planten die al in januari bloeien, zoals bepaalde soorten van de kerstroos (Helleborus) en sneeuwklokjes.

Planten uitkiezen

Het uitkiezen van de planten is uiteindelijk het meeste werk, omdat je rekening moet houden met heel wat factoren: kleur, vorm, hoogte, bloeitijd. Er zijn heel veel boeken met plantenlijsten, waarin je alle nodige kenmerken terugvindt, zoals de zeer uitgebreide Tuinplantenencyclopedie op kleur van Modeste Herwig. Ook de online plantenencylopedie van de Tuinen van Appeltern is heel handig. Je kunt hier onder andere selecteren op plantkleur, standplaats en bloeiperiode.  Als je border in de (half)schaduw ligt, dan kun je de lijsten met zonneminnende planten links laten liggen en andersom. Dat scheelt! Hou er ook rekening mee dat de planten die je uitkiest het goed doen op de grondsoort in je tuin. Bij Steck vind je een uitgebreid assortiment tuinplanten. Kom gerust rondneuzen.

Inheemse planten

Wil je de natuur in Nederland een handje helpen? Zorg er dan ook voor dat je inheemse planten in je border zet. Dat zijn planten als bosrank, maagdenpalm en kamperfoelie, die van nature veel in ons land voorkomen. Insecten en vlinders hebben deze planten nodig om te kunnen overleven. In deze blog leggen we het belang van inheemse planten uit.

Zoek je inspiratie voor je ontwerp? De Tuinen van Appeltern en VT Wonen hebben veel voorbeelden van mooie borders op hun site staan. Hou je van vaste planten? Volg dan @pietoudolf op Instagram. Hij is een van de beste Nederlandse tuinontwerpers.

Toekomstplannen gebiedsontwikkeling Steck

De omgeving van Steck en Utrecht Overvecht vanuit de lucht gezien

Toekomstplannen gebiedsontwikkeling Steck

Steck en het omliggende gebied breiden uit. Het doel van de herontwikkeling? Steck wil een groene schakel worden tussen stad en land. Met andere woorden, de grond en natuur toegankelijker maken voor iedereen. Het Noorderpark bijvoorbeeld. In deze blog nemen we je mee in de gebiedsplannen. 

Een reis door de tijd: van 1969 tot 2029

In 1969 opende Utrechter Wim Scherrenberg het eerste tuinwarenhuis van Nederland: Tuincentrum Overvecht. In 2019 nam zoon Bob het roer over. Hij veranderde van naam: die werd Steck. Én van koers. Er kwam bij Steck bijvoorbeeld meer aandacht voor duurzaamheid en biodiversiteit. Bob betrok meer groene ondernemers bij het bedrijf. Zo groeide Steck uit tot een geliefde plek waar van alles te doen is.

Maar we zijn er nog niet: in 2029 wil Steck een groene stadsoase zijn die een doorgang is tussen stad en land. 

Dat gebeurt niet van de ene op de andere dag. Om alle gebiedsplannen uit te kunnen voeren, moet rekening gehouden worden met verschillende dingen. Een voorbeeld? Steck valt binnen een groen en beschermd gebied. Daarom hebben we uitgangspunten voor het ontwerpen geformuleerd, die lees je hieronder.

Steck Tuincentrum Overvecht 1969
De vader van Bob opende in 1969 het eerste tuinwarenhuis van Nederland.
De entree van Steck in 2023
De entree van Steck in 2023
Ringslang in het Noorderpark achter Steck

Groen en beschermd gebied en UNESCO werelderfgoedstatus

Steck ligt midden in het groen. Het terrein is een bijzonder en beschermd gebied: hier leven ijsvogels, ransuilen, ringslangen en nog veel meer andere dieren. Daar gaan we zorgvuldig mee om: Steck wil in harmonie zijn met de natuur. 

Steck is ook onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie dat UNESCO werelderfgoedstatus is. Het is een belangrijk stuk militair-historische geschiedenis van Nederland. 

De plannen van Steck bevinden zich voor een deel buiten de ‘rode contouren’ die de gemeente en provincie hebben aangegeven. Bouwen buiten deze rode contouren mag alleen bij hoge uitzondering. De gemeente heeft positief gereageerd op het idee van Steck om ook buiten de rode contouren lage bebouwing toe te staan. Dat komt omdat er in de plannen van Steck veel groen bij komt. En omdat de natuur toegankelijk wordt gemaakt.

Ontwerpprincipes

Bij het ontwerpen van de lage bebouwing horen wél speciale ontwerpprincipes. De architectuur van de bebouwing zal bijvoorbeeld een verbinding aangaan met het landschap. Verder moeten we rekening houden met de toekomstige Noordelijke Randweg Utrecht (NRU). En met de huidige natuurwaarden in het gebied.

Impressie van het gebied rondom Steck dat in de toekomstplannen van Steck is opgenomen

In beeld: huidige situatie en concept Steck in 2029

Zo pakken we het aan: onderzoek

Voordat het gebied rondom Steck herontwikkeld kan worden, horen daar bepaalde stappen bij. Er moeten bijvoorbeeld onderzoeken worden gedaan. En gesprekken gevoerd worden met omwonenden op de informatieavonden bij Steck. 

Tot nu toe heeft Steck al verschillende onderzoeken laten doen rondom natuur, water en infrastructuur. En onderzoeken die te maken hebben met bebouwing en het uitzicht. Denk bijvoorbeeld aan: wat zie je als je door het toekomstige Steck loopt? En hoe past dat bij de omgeving? We zijn er nog niet: er komen nog meer onderzoeken aan. 

Ook: ontwerpen en herinrichten

Verder moet Steck rekening houden met regelgevingen. Want je mag niet zomaar op elke plek bouwen. Of zomaar de inrichting van een terrein veranderen. Steck moet nog andere stappen doorlopen voordat er een stedenbouwkundig plan gemaakt kan worden. Mensen die in de buurt van Steck wonen en andere belanghebbenden worden bij de plannen betrokken, bijvoorbeeld tijdens bijeenkomsten. Om op de hoogte gehouden te worden van de ontwikkelingen kan je je aanmelden voor onze nieuwsbrief.

Impressie van de toekomstplannen van Steck voor 2029

Voorbeelden van onze plannen

Je merkt, voordat het zover is, moet nog veel gebeuren. Die nieuwe groene stadsoase en de schakel tussen stad en land, worden we niet zomaar. Maar we hopen dat we in 2029 ver zijn gekomen. We geven je hier een inkijk in de plannen zoals we die nu voor ons zien.

Boetiekhotel

Stel je voor: je bent dol op fietsen en de natuur. En je moet in Utrecht zijn voor familie, vrienden of zaken. Hoe fijn zou het dan zijn om te verblijven in een klein hotel van waaruit je zó het Noorderpark inloopt? Of fietst? Na een fijne wandeling, fietstocht of vergadering geniet je van lokale en kakelverse lekkernijen in het hotel.

Impressie van het hotel dat in de toekomstplannen van Steck is opgenomen

Amfitheater

Het is een heerlijke avond en je hebt zin in een gezellig uitje. Gewoon in je eigen buurt. Met of zonder kinderen. Dan bezoek je straks het amfitheater. Bij het mini theater op het terrein van Steck is dan van alles te beleven. Een vrolijke voorstelling van theatermakers uit Overvecht bijvoorbeeld. Of een inspirerende lezing over duurzamer leven.

Bamboebos

Vanuit het maïsdoolhof bij Steck (dat is open tussen juni en oktober) loop je zo het bamboebos in. Je gaat een bruggetje over en je stapt het landschap in. Hier leven kinderen zich naar hartelust uit. Ze ontdekken de natuur. Van klimmen over torens tot klauteren door tunneltjes. Vies worden mag. Na dit avontuur plof je neer bij Tuincafé Noordertuin voor limonade en wat lekkers.

In het maisdoolhof van Steck in Utrecht Overvecht loopt een moeder met haar zoon

Wildopvang Stichting Snorhaar

Stichting Snorhaar vangt wilde zoogdieren op als ze ziek of gewond zijn. Van egels tot hazen en van konijnen tot eekhoorns. De vrijwilligers van de stichting verzorgen de dieren. En dat is hard nodig: het aantal wilde dieren neemt in Nederland snel af. Daar moet verandering in komen. Daarom krijgt Stichting Snorhaar een mooie plek op het terrein van Steck. Zo zorgen we samen voor onze stadsnatuur.

Broedplaats

Ben je een duurzame ondernemer? Een groene maker? Dan wordt de broedplaats die Steck wil bouwen een inspirerende plek voor je. Hier broed je mét en tussen andere ondernemers op vernieuwende ideeën. Advies nodig of een duurzaam product? Of een kop koffie? Je loopt hiervoor gewoon even bij je buur binnen. Circulair bouwen en maatschappelijke betrokkenheid staan op deze kweekplekken centraal.

Ontdekhal

De naam zegt het al: de ontdekhal is een plek waar kinderen, jongeren en volwassenen ontdekken. Uitpluizen, bedenken, doen en maken. De makers van de toekomst leren hier spelenderwijs van alles over techniek, innovatie en creativiteit. Van timmeren tot zagen en meer.

Heb je vragen? Ideeën? Wil je meedenken? Mail ons op info@steckutrecht.nl

4 tips voor de beste kerstboomverzorging

Ingerichte kerstboom in het tuincafé Noordertuin in tuincentrum Steck in Utrecht Overvecht

Je hebt een échte kerstboom in huis gehaald. Die wil je natuurlijk zo lang mogelijk mooi houden. En liefst blijven alle naalden er ook tot na de kerst aan zitten. Met deze 4 tips verzorg je je boom het best!

1. Laat je boom wennen aan je warme huiskamer

Een nieuwe kerstboom heeft vaak lange tijd buiten gestaan. Zet je hem meteen naast de verwarming, dan is dat een erg grote overgang. Beter is het om de boom eerst een of twee nachten in een onverwarmde berging of gang te laten staan. Kan ie vast een beetje wennen.

Nordmann kerstboom bij tuincentrum Steck

2. Geef regelmatig water

Heb je een boom met een flinke kluit? Dan neemt deze gewoon nog via zijn wortels water op. Geef hem regelmatig een plens water. Dit voorkomt dat de naalden uitvallen. Of een boom zónder kluit voldoende water opneemt voor zijn naalden, daar zijn de meningen over verdeeld. Sommige boomdeskundigen zeggen dat dit water de naalden niet meer bereikt, omdat de boom niet meer leeft. De boom ‘werkt niet meer als voorheen.’ Anderen denken dat het nog wel nut heeft. Neem het zekere voor het onzekere en zorg dat de kerstboomstandaard steeds een laagje water bevat. Een kruis krassen aan de onderkant van de stam helpt bij de wateropname.

3. Besproei de naalden

Een kerstboom droogt vaak snel uit in onze huiskamer, omdat de luchtvochtigheid zo laag is. Dat komt door de verwarming. Dagelijks je boom met water besproeien helpt om de naalden minder snel uit te laten drogen. Hierdoor blijft je boom niet alleen langer mooi, het is ook is goed voor de brandveiligheid.

4. Zorg voor een goede luchtvochtigheid in huis

Deze tip geldt voor al je planten. De ideale luchtvochtigheid voor mensen, planten en kerstbomen ligt tussen de 40% en 60%. Dit kun je meten met een hygrometer. Is de lucht te droog? Plaats dan bakjes met water op je verwarming. Of schaf een luchtbevochtiger aan.

We hopen dat je met deze tips lang van je boom geniet! En als je hem in januari wegdoet, laat hem dan ophalen door de gemeente of breng hem naar de daarvoor bestemde afhaalplekken. De gemeente Utrecht zorgt dat de bomen verwerkt worden tot compost. Zo komen ze toch weer terug in de natuur.

5 tips voor een duurzame kerstboom in Utrecht

Een kerstboom heb je maar een paar weken in huis. Omdat heel veel mensen een boom in huis halen, heeft deze kersttraditie een behoorlijke impact op het klimaat. Bij het kiezen van een boom, kun je hier rekening mee houden. Lees hier onze 5 tips voor een duurzame kerstboom in Utrecht!

1. Echt of nep?

Koop je een echte kerstboom of ga je voor een kunstboom? Het is nog niet duidelijk wat duurzamer is: elk jaar een nieuwe boom uit het bos of een goede kunstboom die 15 tot 20 jaar meegaat. De milieubelasting is moeilijk te vergelijken met elkaar, volgens Milieucentraal. Wel is duidelijk dat áls je voor een kunstboom gaat, je voor een kwalitatief goede boom moet kiezen die lang meegaat. Als je je boom na vijf jaar al weg moet gooien, dan is het zéker niet goed voor het milieu. Lees hier waar je nog meer op kunt letten bij de aanschaf van een kunstboom.

2. Haal je boom dichtbij

Een verre autorit heeft meer impact op het milieu dan het verschil tussen een duurzame of een gewone kerstboom. Als je een gehuurde of geadopteerde boom een paar dorpen verderop gaat halen, dan is die boom dus al niet duurzamer dan de boom die je in je buurt koopt. Moet je wat verder de stad in voor een betere boom, dan is een bakfiets een goed alternatief. In Utrecht vind je op veel plekken de elektrische bakfietsen van Cargoroo: heel handig om een kerstboom in te vervoeren! Maak hem wel weer even schoon als je hem terug op zijn plek zet. Bij Steck vind je een enorme selectie aan Nordmannen, in allerlei groottes, met en zonder kluit. Die passen prima in zo’n bakfiets. De bomen staan ook mooi uitgestald, dus je ziet wat je in huis haalt.

3. Adopteer of huur een boom

Wil je er zeker van zijn dat je boom na de kerst weer terug de grond in gaat? Dan kun je op verschillende plekken in Utrecht een boom huren of adopteren. Dit kun je meestal online regelen. Via Duurzame Kerstbomen kun je een boom ophalen en terugbrengen bij Steck. De mensen van Duurzame Kerstbomen zorgen ervoor dat de Servische sparren na de feestdagen in het bos op een landgoed worden geplant.

Met wat extra aandacht en liefde kan je kerstboom opnieuw geplant worden na de kerst

4. Plant je boom in de tuin of voer hem goed af

Een boom met kluit blijft relatief lang vers, omdat de boom nog via zijn wortels water op kan nemen. Hierdoor vallen zijn naalden minder snel uit. Ook kan een boom met kluit na de kerst de tuin in. Als je dat van plan bent, kies dan een boom met een flinke kluit. De wortels moeten voldoende intact zijn, zodat de boom kan aanslaan. Plant de boom als het niet vriest en zorg dat hij het hele jaar door voldoende water krijgt. In droge periodes betekent dat minstens twee keer per week een hele emmer water. Wil je de boom opnieuw als kerstboom in je huis zetten? Doe dat dan na twee jaar. Zo geef je je boom de meeste overlevingskans.

Heb je een boom zonder kluit, of geen tuin om hem in te planten? De gemeente haalt de boom in januari gratis bij je op en er zijn verschillende inleverpunten in de stad waar je hem kwijt kunt. De opgehaalde bomen worden verwerkt tot een speciale compost die als bodembedekker wordt gebruikt. Kijk eind december of begin januari in de Afvalwijzer om te zien waar de inleverpunten zijn en op welke dagen de bomen aan huis worden opgehaald. 

Nordmann kerstboom bij tuincentrum Steck

5. Alternatieve kerstboom

Je hóeft natuurlijk niet per se een boom te kopen. Met een beetje creativiteit haal je de Kerst in huis zonder een boom te plaatsen. Versier bijvoorbeeld een grote kamerplant. Dat is makkelijk, goedkoop en geeft een superleuk effect. Steck heeft allerlei versiersels speciaal voor kamerplanten. Maar ook standaard kerstballen of lichtjes brengen je kamerplanten helemaal in de sfeer. Zelf een alternatieve boom knutselen kan ook. Op dit Pinterestbord vind je heel veel ideeën!

Kom je langs bij Steck in Overvecht? Tot en met 7 januari staat het tuincentrum in het teken van Wintergloed. Met een uitgebreid Kerstassortiment én andere producten om de donkere dagen lichter te maken.

7 manieren om planten te beschermen tegen de vorst

Ondanks dat onze winters steeds warmer worden, is er nog altijd kans op een flinke vorstperiode in Nederland. Niet alle tuin- en potplanten kunnen daar goed tegen. De meeste vaste planten beschermen zichzelf tegen de winter: ze gaan een tijdje ondergronds en in de zomer groeien ze weer opnieuw. Maar er zijn ook matig winterharde en niet-winterharde planten die je een beetje moet beschermen tegen de vrieskou. Hoe je dat doet, lees je hieronder!

1. Blad laten liggen

Vroeger betekende je tuin ‘winterklaar’ maken vooral je tuin ‘netjes’ maken. Inmiddels weten we dat een rommelige tuin beter is voor bijvoorbeeld insecten en egels. Zo kunnen ze zich er goed in verstoppen. Met rommelig bedoelen we de blaadjes gewoon laten liggen in je borders en uitgebloeide planten laten staan. Dat laatste geeft vaak ook nog eens een mooi aanzicht. Blaadjes op de grond zijn goed voor het bodemleven én ze vormen een natuurlijk dekentje tegen de kou.

2. Vorstgevoelige planten extra beschermen

Voor veel exotische planten is zo’n bladerdekentje onvoldoende om een vorstperiode door te komen. Een beetje nachtvorst overleven ze vaak wel, maar als het echt kouder dan -5 graden wordt, dan kun je ze beter extra beschermen. Het gaat om planten als bijvoorbeeld palmen, Agapanthus, Eucalyphus en Amerikaanse Sering. Bij aanschaf van een plant staat de winterhardheid vermeld op het label. Heb je het label niet meer, dan kun je het opzoeken op internet. Elke plant die normaal in een warme streek groeit, heeft waarschijnlijk Eerste Hulp Bij Vorst nodig. Dit kan bijvoorbeeld door een constructie met kippengaas rond de plant te maken, waarin je afgevallen bladeren, stro en/of coniferentakken stopt. Bij heel strenge vorst kun je de bovenkant van de plant extra beschermen met een speciale beschermhoes voor planten.

3. Planten in potten en bakken verhuizen of inpakken

Een plant in een pot of bak kan veel minder goed tegen de kou dan een plant in volle grond. Oleanders, vijgen- en olijfboompjes in een pot kun je het beste in een schuur of berging zetten voor de wintermaanden. Let erop dat er daglicht bij de planten kan komen en vergeet niet om ze af en toe water te geven. Heb je geen goede overwinterplek, pak dan je potplant in met jute, vliesdoek of een rietmat. Pak de pot mee in, want deze kan ook vorstschade oplopen. En dan maar hopen dat je plant het redt.

4. Zomerbloeiende bloembollen uit de grond halen

Zo goed als alle zomerbloeiende bloembollen zijn niet winterhard. Daarom kun je het beste je dahlia’s, ranonkels en gladiolen in het najaar uit de grond halen. Laat ze eerst goed drogen en bewaar ze daarna op een donkere, droge plek, waar de temperatuur niet onder de 4 graden komt. Na IJsheiligen (half mei) kun je ze weer terug in de grond doen.

5. Planten in een tuinkas plaatsen

Als een tuinkas hebt, dan kun je deze met noppenfolie en een klein elektrisch kacheltje vorstvrij houden. Op die manier is het een prima plek om je planten te laten overwinteren.

6. Emmer als bescherming

Mocht je worden overvallen door de vorst en zoek je een snelle oplossing om je planten te beschermen, dan kun je er een emmer overheen zetten. Dit werkt natuurlijk alleen bij kleine planten. Als de vorst voorbij is, haal je de emmer meteen weg, zodat de plant weer licht krijgt.

7. Drainage regelen

Planten sterven in de winter overigens eerder door een teveel aan water dan een teveel aan kou. In de winter regent het vaker, en als het water niet goed wegloopt, dan kunnen de wortels van een plant gaan rotten. Zorg dus dat je drainage op orde is! Potplanten wil je in een pot met een gat onderin hebben staan. In de zomer kun je hier een schoteltje onder zetten, maar in de winter haal je dat schoteltje juist weg.

Hopelijk komen je planten met deze tips goed de winter door. Veel succes!

5 dieren die jij de winter door kunt helpen

Voor dieren is het best lastig om de winter door te komen. Het is koud en er is veel minder voedsel te vinden dan in de rest van het jaar. Daarom houden veel dieren een winterslaap. Hieronder bespreken we 5 dieren in je tuin die je kunt helpen in de winter. 


1. Vogels

Onze gevederde vrienden hebben misschien nog wel het meest te lijden onder het winterse weer. Ze kunnen vaak weinig voedsel vinden om hun lichaamstemperatuur op 40 graden te houden. Volgens de Vogelbescherming verliezen sommige kleinere soorten in een koude nacht soms wel 10 procent van hun gewicht.

Je kunt vogels helpen door zaden, fruit, vetbollen en/of pinda’s op te hangen. Hang het voedsel een beetje uit elkaar om conflicten tussen verschillende soorten vogels te voorkomen en let erop dat ze veilig kunnen eten, dus uit de buurt van huisdieren en mensen. Voederbakjes met een afdakje zijn ideaal, vooral voor zadenmengsels, zodat deze niet nat regenen. Maak het bakje regelmatig schoon, zodat er geen schimmel ontstaat.

Je kunt ook een open schaal of bak met water neerzetten om van te drinken en in te badderen. Ververs het water regelmatig. Als het flink gaat vriezen kun je beter geen water aanbieden, want dan kunnen de vogels bevriezen bij het badderen. Als er sneeuw ligt, kunnen de vogels in de sneeuw pikken om hun vochtgehalte op peil te houden. Ligt er geen sneeuw, dan kun je ijs fijn maken, zodat ze ijssplinters kunnen oppikken. Geef nooit water met zout of suiker erin, want zout is niet gezond voor vogels en van suiker gaan hun veren plakken als ze erin badderen. 

2. Egels

In de afgelopen 10 jaar is 50% van de egelpopulatie in Nederland verdwenen, dus jouw hulp is zeer welkom! Egels houden een winterslaap om deze koude periode door te komen. Tijdens die winterslaap neemt hun lichaamstemperatuur af van 35,5 graden naar 5 graden. Ook hun hartslag (van 180 naar 9 slagen per minuut) en hun ademhaling (van 45 naar 3 keer per minuut) gaan flink omlaag. Dit alles om energie te besparen. Het is daarom van levensbelang dat egels niet gestoord worden in hun winterslaap, want dat kost veel te veel energie.

Egels help je dus vooral door ze met rust te laten en door ze geschikte plekjes aan te bieden waar ze hun winterslaap kunnen houden. Laat je tuin lekker rommelig, met veel blad en takken op de grond, waar egels hun holletjes in kunnen maken. Of biedt een speciaal egelhuis aan. Op de website van de Egelbescherming kun je meer lezen over onderdak bieden aan egels.

Ondanks hun energiebesparende maatregelen verliezen egels tijdens hun winterslaap toch nog 25% van hun lichaamsgewicht. Als ze eind april wakker worden, gaan ze meteen op zoek naar voedsel. Egels zijn carnivoren. In de herfst kun je ze bijvoeren, met bijvoorbeeld kattenbrokjes. Geef ze nooit melk, maar alleen water. Kijk hier voor de precieze voedingstips van de Egelbescherming. 

3. Insecten

In de winter zie je maar weinig insecten, want ze zijn niet goed bestand tegen lage temperaturen. Sommige soorten vertrekken tijdelijk naar warmere oorden, andere wachten op een beschut plekje tot het voorjaar weer aanbreekt. Er zijn ook insecten die de winter niet overleven. Zij leggen eitjes, zodat hun nageslacht in het voorjaar weer vrolijk rond kan zoemen. Je helpt insecten door uitgebloeide planten te laten staan, en door tuinafval te laten slingeren in je tuin. Hopen met takken en bladeren zijn prima overwinteringsplekken voor allerlei soorten insecten. Een insectenhotel plaatsen is ook een goed idee! 

4. Vleermuizen

Net als egels houden vleermuizen een winterslaap van vier tot zes maanden. Het liefst doen ze dat in donkere, vochtige ruimtes waar ze niet gestoord worden. In Utrecht leven ongeveer 10 vleermuissoorten, die je vooral ziet in de groene, waterrijke wijken, rond de meer dan 280 vleermuiskasten die de gemeente heeft opgehangen en in allerlei gaten en kieren van gebouwen. In het gebouw ‘de Inktpot’ overwinteren bijvoorbeeld duizenden vleermuizen! Je kunt vleermuizen onder andere helpen door vleermuiskasten te plaatsen. Het Vlaamse Natuurpunt legt uit hoe je die het beste plaatst.

Eekhoorn in boom in de winter

5. Eekhoorns

In Nederland is de rode eekhoorn (of gewone eekhoorn) een beschermde diersoort. Eekhoorns houden geen winterslaap, maar gaan in winterrust. Ze schuilen in bomen en komen af en toe tevoorschijn om het eten te zoeken dat ze in de herfst voor zichzelf hebben verstopt. Nu staat de rode eekhoorn erom bekend niet zo’n goed geheugen te hebben. Evolutionair gezien is dat niet heel handig. Je kunt de eekhoorn dus zeker een handje helpen door het plaatsen van voedselkastjes met bijvoorbeeld noten, zaden, appel, komkommer, wortel of maïs. En met een bakje water. Let erop dat de voedselkast schoon blijft, want anders kunnen eekhoorns ziek worden. De Eekhoornopvang heeft nog meer tips voor het helpen van eekhoorns in de winter

En vergeet de bodemdieren niet!

Behalve bovenstaande top 5-dieren in je tuin is er een hele groep minder opvallende dieren die ook de aandacht verdient: de bodemdieren! Zij zorgen voor een vruchtbare grond en zijn dus héél belangrijk voor je tuin. Regenwormen overwinteren diep in de bodem, zodat ze niet kunnen bevriezen. Daar houden ze een soort winterslaap. Je kunt de bodemdieren helpen je tuin gezond te houden door afgevallen bladeren en (kleine takken) in de herfst gewoon te laten liggen. De bodemdieren breken ze uiteindelijk af en zorgen dat de voedingsstoffen die ze eruit halen opneembaar worden voor je planten. Oh, the circle of life: mooi toch? En je hoeft er niks voor te doen.

Bij Steck vind je een uitgebreid assortiment aan vogelhuisjes, vetbollen, voedertafels, vlinderkasten, insectenhotels en eekhoornhuisjes.

7 prachtige winterbloeiers voor in je tuin

Hulst (ilex), een winterbloeiende tuinplant, bij tuincentrum Steck in Utrecht Overvecht in de winter

Vind je je tuin te kaal in de winter? Daar is van alles aan te doen! Bijvoorbeeld door een paar winterbloeiers te planten. Als de meeste planten in rust gaan, hun blad afwerpen en zich zelfs helemaal verstoppen onder de grond, staan deze planten juist te stralen met hun kleurrijke bloemen of bessen. We hebben de 7 mooiste winterbloeiers voor je op een rijtje gezet:

1. Kerstroos/Nieskruid (Helleborus)

Als de winter op zijn grijst is en alles lijkt kaal en koud, dan kunnen de eerste bloemen van de Helleborus je dag helemaal goed maken. Deze ijzersterke, vaste plant bloeit van januari tot in april. Kerstrozen zijn er in allerlei verschillende kleuren. Bij stevige vorst onttrekt de plant het water tijdelijk uit haar bloemen, zodat ze niet kunnen bevriezen. Het water wordt bewaard in de bladeren en wortels. De bloemen hangen even slap, maar als de vorstperiode voorbij is, dan pompt de kerstroos het water weer terug en staan de bloemen er al snel weer stralend bij. Je kunt de kerstroos het hele jaar door planten. De meeste soorten staan het liefst op een plek in de halfschaduw, op een vruchtbare, kalkrijke bodem waar overtollig water goed wordt afgevoerd. De kerstroos wordt zo’n 30 centimeter hoog. 

Kerstroos/Nieskruid (Helleborus)

2. Sneeuwbal (Viburnum tinus)

Alleen al vanwege de naam wil je deze heester in je tuin hebben. Hij dankt zijn naam aan de bolvormige roze-witte bloemschermen die – met enige fantasie – op sneeuwballen lijken. Heel veel sneeuwballen, want de heester bloeit rijk. Vaak al vanaf oktober tot maart/april. Viburnum tinus is een langzame groeier. Hij kan wel 2 tot 3 meter hoog worden, maar door snoei kun je hem op gewenste hoogte houden. Het is een makkelijke plant. Liefst staat hij op een zonnige plek uit de wind, met een goed doorlatende grond. 

Sneeuwbal (Viburnum tinus)

3. Skimmia (Skimmia reevesiana)

Van deze compacte heester heb je het hele jaar veel plezier. In de lente bloeit hij met sierlijke, witte bloempluimen. Vervolgens komen de witgroene besjes, die tussen oktober en februari knalrood zijn. Extra leuk voor de kerst, maar ook daarbuiten geven de bessen een mooi accent aan je tuin. Ook de vogels doe je een groot plezier met de besjes! De Skimmia reevesiana wordt 50 tot 60 centimeter hoog en doet het goed in de schaduw van bomen of grotere heesters. 

Skimmia (Skimmia reevesiana)

4. Hulst (Ilex)

Nog zo’n heester met van die mooie, rode bessen! En met een hoge symbolische waarde. Zelfs de Romeinen versierden er al hun huizen mee tijdens het feest van de zonnewende op 21 december. Behalve als leuk kerststukje in je huis, is hulst ook aantrekkelijk voor in je tuin of zelfs als haag. De plant is megasterk en heeft weinig onderhoud nodig. Ook vogels doe je er een plezier mee: de stekelige bladeren geven goede beschutting voor een nestje in het voorjaar. Appelvinken zijn dol op de besjes. Er zijn veel verschillende soorten hulst. De ‘gewone’ hulst heet Ilex aquifolium en die is ook in allerlei variëteiten te koop. Hulst groeit van nature in bossen en staat graag in de (half)schaduw. De heester kan metershoog worden, maar is goed te snoeien.

Hulst (Ilex)

5. Winterheide (Erica)

Deze vrolijke bodembedekker fleurt je tuin helemaal op. Winterheide bloeit van december tot begin april en trekt zich niets aan van vorst, sneeuw of koude wind. De bloemetjes zijn wit, roze of lila. Met een paar planten kun je al een waar kleurentapijt maken in je tuin. De uitgebloeide bloemetjes haal je weg door met je hand over de plant te strijken. Winterheide kan zowel in de halfschaduw als in de volle zon.  

Winterheide (Erica)

6. Toverhazelaar (Hamamelis)

Deze heester trakteert je in de herfst al op een goudgeel bladerfeest. Om vervolgens al zijn blad af te gooien en te vervangen door gele tot rode bloemen, die bloeien op het kale hout. De bloei vindt plaats tussen december en maart. De heester is op zijn mooist als je hem niet snoeit, maar hierdoor is hij minder geschikt voor een kleine tuin. Hij kan in volle glorie gerust 3 meter breed en 3 meter hoog worden. Als je die ruimte hebt, dan is het zeker een waardevolle aanvulling voor je tuin. Mét prachtige kleuren in herfst en winter.

Toverhazelaar (Hamamelis)

7. Japanse roos (Camellia Japonica)

En last, maar zeker niet least: de Japanse roos. Van februari tot en met april schittert deze heester in je tuin met grote, roosachtige bloemen. De plant staat het liefst op een beschutte plek in de halfschaduw. Bij strenge vorst kun je hem het beste wat bescherming geven door een dikke laag bladeren onder aan de struik te leggen. De bovenste wortels zijn namelijk vorstgevoelig. De Camellia Japonica houdt van een zure bodem.

Japanse roos (Camellia Japonica)

Planten in de winter

Let wel: De herfst is het beste seizoen om planten in de grond te zetten. Maar als het niet vriest en de grond is niet te nat, dan kun je winterharde planten ook gerust in de winter in je tuin zetten. Houd ze wel extra goed in de gaten en bescherm ze eventueel bij strenge vorst.

Maak een feest van je kamerplanten

Heb je geen plek voor een kerstboom, of wil je geen kerstboom? Dan kun je natuurlijk ook gewoon je kamerplanten versieren! Hartstikke leuk om te doen en je geniet er elke dag van. We geven je wat inspiratie en tips om het zodanig te doen dat je planten er zo min mogelijk last van hebben.

Ook leuk voor na de Kerst

Veel van je kamerplanten – zowel grote als kleine – laten zich prima omtoveren tot gezellige winterboom. Eentje met lampjes en leuke decoratie in een winters thema. Zo houd je de gezelligheid nog wat langer vast, ook na de feestdagen.

Verrassend materiaalgebruik

Helaas kan niet zomaar alles je kamerplant ingehangen worden. Zo loop je met ophanghaakjes het risico om je plant te verwonden en moet je ook oppassen met zwaardere decoraties. Je wilt natuurlijk niet dat je plant hierdoor gaat hangen en zijn mooie vorm verliest. Bij Steck kun je terecht voor geschikte versiering voor je kamerplant-transformatie. Wat te denken van de vilten decoratie van Felt So Good en Sjaal met een Verhaal? Of de fairtrade slingers en ballen van Colours of the Chars?

Geschikte kamerplanten

Om te bepalen welke van je planten geschikt zijn om een tweede functie te geven als kerstboom/winterboom, kun je het beste kijken naar soorten met een dikke(re) stam, stevige bladeren en veel vertakkingen. Symmetrische planten doen het daarbij vooral erg goed. Wij zijn groot fan van een palm, de kamerden en ficussen als kerstboom 2.0. Maar ook met een gatenplant, calathea of polyscias kun je prima uit de voeten.

Zorg goed voor je kamerplantenboom

Het is ook ‘s winters heel belangrijk om goed voor je – tot gezelligheidsplant omgetoverde – kamerplant te blijven zorgen. Zet hem niet in het donkerste hoekje van de kamer (‘want dat staat zo gezellig’), maar geef je planten in dit jaargetijde zo veel mogelijk licht. Dit helpt hen bij de fotosynthese, een essentieel proces om de plant in goede gezondheid te houden (en te laten groeien in het voorjaar). Anders tips voor het verzorgen van je kamerplanten in de winter vind je in deze blog.

Lookbook

Behoefte aan wat inspiratie voor je zelf aan de slag gaat? Hieronder vind je een paar voorbeelden van decoratie die je ook bij Steck vindt. Deel je creatie met #steckutrecht. Veel succes!

Hoe kies je de beste kunstkerstboom?

Een kunstkerstboom is minder belastend voor het milieu als je er héél lang mee doet*. En ze zien er steeds ‘echter’ uit. Maar hoe kies je nu een goede kunstboom? Ton Rijlaarsdam en Nadine van Veen van onze leverancier Edelman vertellen waarop je moet letten als je een boom kiest en hoe je deze zo lang mogelijk goed houdt.

Wanneer is een kunstkerstboom duurzamer dan een echte boom?
Nadine: ‘Er zijn verschillende studies gedaan naar de ecologische voetafdruk van kunstbomen ten opzichte van die van echte bomen. Dat zijn moeilijke berekeningen, want je moet heel veel dingen meewegen: bij kunstbomen berekenen ze bijvoorbeeld de impact van het materiaal dat je gebruikt, de transportkosten, hoe lang de boom meegaat en hoe deze wordt afgebroken als ie aan het eind van zijn leven is. Bij een echte boom gaat het over de tijd dat een boom groeit, hoeveel water en (kunst)mest deze nodig heeft, transportkosten, etcetera. In een gedetailleerde vergelijkingsstudie van Thinkstep wordt ervan uitgegaan dat een kunstkerstboom langer dan 9 jaar gebruiken duurzamer is dan elk jaar een echte boom aanschaffen.’

Het gaat er dus vooral om dat je een kunstboom zo lang mogelijk gebruikt. Als je dit belangrijk vindt, waar moet je dan op letten als je een kunstboom koopt?
Ton: ‘Als je wilt dat een boom lang meegaat, dan moet je een boom kopen zonder verlichting. Die verlichting is het meest kwetsbare van een boom. Vaak zie je dat als deze kapot gaat, dat mensen dan de hele boom weggooien. Dat is heel erg zonde. Je kunt beter de verlichting apart kopen van de boom. Verder kun je kijken naar hoe de bomen in elkaar gezet zijn. Als ze uit losse takken bestaan, dan kun je zo’n losse tak gemakkelijk vervangen als je er een kwijt bent of als deze beschadigd is. Dat kan niet bij een boom die uit één stuk is gemaakt. Tenslotte maakt het ook uit van wat voor materiaal een boom is gemaakt.’

Van wat voor soort materialen zijn de bomen gemaakt die jullie leveren?
Ton: ‘Onze bekendste bomen zijn de Triumph Trees: die zijn grotendeels gemaakt van Polyethyleen. Dat is minder belastend voor het milieu dan PVC én ze zien er natuurlijker uit, omdat we polyethyleen in een mal kunnen gieten. Hierdoor kunnen we boomtakken uit de natuur precies namaken. Onze andere bomen, de Black Box-bomen, zijn gemaakt van PVC, Polyethyleen, of een combinatie daarvan. Ze zijn diverser in levensduur en kwaliteit, goedkoper en sneller op te zetten. Ze gaan minder lang mee dan de Triumph Trees.’
Nadine: ‘Op de Triumph Trees zit een garantie van 10 jaar. Omdat een kunstboom volgens de Thinkstepstudie na 9 jaar een kleinere ecologische voetafdruk heeft dan jaarlijks een levende boom in huis halen, is een Triumph Tree een veilige keuze als je het hebt over milieu-impact.’

Waarom zijn er nog geen kunstbomen van gerecycled plastic?
Nadine: ‘Daar zijn we wel mee bezig, maar het is lastig, omdat de kwaliteit van gerecycled plastic vaak onduidelijk is. Je weet niet goed weet waar het vandaan komt.’
Ton: ‘Het heeft ook met brandveiligheid te maken. Al onze bomen zijn brandwerend, en daarvoor moet je aan hoge kwaliteitseisen voldoen. Met gerecycled plastic kan dat helaas nog niet.’ 

versierde kunstkerstboom, grote kunstkerstboom in de verte

Hoe hou je je kunstkerstboom mooi?
Nadine: ‘Het allerbelangrijkst is dat je hem goed opbergt. Doe hem netjes terug in de doos en zorg dat ie niet geplet wordt. Bewaar hem op een donkere en droge plek.’

Als een kunstkerstboom aan het eind van zijn levensduur is, wat kun je er dan het beste mee doen, vanuit milieuoogpunt?
Nadine: ‘Als een boom echt helemaal stuk is, dan zit er helaas niets anders op dan hem naar de stort te brengen. Er is jammer genoeg nog geen aparte verwerkingsstroom voor kunstbomen. We onderzoeken nu of er niet toch een manier is om de bomen te recyclen. Een kunstboom gaat echt heel lang mee. Als je erop uitgekeken raakt, geef hem dan aan iemand anders, verkoop hem op Marktplaats of lever hem af bij een kringloopwinkel. Hoe langer hij gebruikt wordt, des te beter.’

Edelman startte in 1898 als boomkwekerij in Reeuwijk en is uitgegroeid tot een belangrijke internationale leverancier van decoratieve producten, waaronder kunstkerstbomen en andere kerstartikelen, die je bij Steck kunt vinden. De kerstbomen van Edelman worden gemaakt in fabrieken met een BSCI en/of SEDEX-keurmerk. Hiermee worden de arbeidsomstandigheden van de medewerkers gecontroleerd en zo nodig verbeterd. 

* Edelman gaat in dit interview uit van een studie van Thinkstep waarin is uitgezocht dat een kunstboom na 9 jaar gebruik minder milieu-impact heeft dan een echte boom. In verschillende studies worden verschillende periodes aangehouden. Zie hiervoor bijvoorbeeld het artikel op de duurzaamheidsblog Het Kan Wel.