De voordelen van biologische zaden. Een interview met De Bolster  

Winter pompoen zaden van De Bolster in handen

Ken je de bio-zaden van De Bolster? Je vindt hun biologische zaden bij Steck. Maar wat zijn nou precies de voordelen van biologische zaden? Waarom zou je daarvoor kiezen? Annemarie Kruize van De Bolster vertelt er alles over. ‘We willen naar een toekomstbestendige landbouw, zodat de grond ook nog voor onze achterkleinkinderen bruikbaar is.’

Biologische zaden voor een gezonde planeet

De Bolster heeft een duidelijk doel. Annemarie: ‘We zouden allemaal anders met de bodem moeten omgaan. We moeten naar een andere manier van landbouw toe. Want met biologische landbouw zorgen we ervoor dat de grond waarop we telen, óók nog voor onze (achter)kleinkinderen bruikbaar is. Wij geloven écht dat biologisch de toekomst heeft. Die manier van voedselproductie is gezond voor de makers, de eters en de planeet. Om de beweging naar bio te stimuleren produceert De Bolster daarom 100% biologische zaden voor professionele tuinders en voor iedere moestuinier.’

Annemarie Kruize van De Bolster in Epe poseert voor een foto en legt de voordelen van biologische zaden uit

Impact op je eigen tuin én op grotere schaal 

Bio is beter voor de planeet en voor jezelf, maar hoe zit dat precies? Annemarie: ‘Als je biologisch werkt in je moestuin, dus zonder kunstmest en chemie, dan passen onbespoten zaden daar bij. Normaal worden chemische middelen gebruikt bij het produceren van zaden. Die moeten schimmels en onkruid tegengaan. Maar die chemische stoffen komen dan óók terecht in de omgeving van de zaadteelt. En in de zaden die je koopt. Als je in plaats daarvan biologische zaden plant, werk je aan gezondheid in je eigen moestuin. En op grotere schaal draag je zo ook bij aan de biodiversiteit.’

Kerstomaten aan een plant

Zorgvuldige selectie van zaden

De bio-zaden van De Bolster hebben nog meer voordelen. Annemarie: ‘Ze hebben een hoge kiemkracht en je krijgt ook precies wat je verwacht als je de zaadjes zaait. Dat komt doordat we zorgvuldig selecteren. De butternutpompoen bijvoorbeeld, splitst van nature uit in verschillende vormen en groottes. Maar klanten willen meestal geen pompoen in een afwijkende vorm. We controleren daarom nauwkeurig en selecteren alleen de butternuts die een goede afmeting en vorm hebben. Dus wat je wilt en bestelt, zit in het zakje.’

Medewerker van De Bolster demonstreert het zaadverwerkingsproces

Veredelen van nieuwe rassen

De Bolster veredelt ook nieuwe rassen. Veredelen is een manier om gewassen sterker, productiever én lekkerder te maken. Hoe dat veredelen werkt, legt Annemarie uit met voorbeelden.

‘Telers vertelden ons dat de opbrengst van hun pompoenen lager was dan die van hun uien en peen. We gingen ermee aan de slag en verhoogden via veredeling de opbrengst van de pompoenen. Ook ontwikkelen we nu een rucola die resistent is tegen meeldauw, een schimmelziekte. Verder werken we aan een paprika waarvan de onderstam de hoeveelheid aaltjes in de bodem vermindert. Ook veredelen we nu nieuwe tomaten die onder alle weersomstandigheden buiten kunnen blijven en resistent zijn tegen de schimmelziekte Phytophthora.’

Medewerker van De Bolster staat met met een snoeitang te werken in een kas met tomatenplanten, waarin nieuwe tomatensoorten veredeld worden

Het verschil tussen zaadvast en hybride rassen

Van bijna alle gewassen bestaan zaadvaste én hybride rassen. Staat op het zakje ‘F1’, dan is het hybride. Staat er niks op, dan is het zaadvast. 

Wat is het verschil precies? Annemarie: ‘Als je de zaadjes die in een zaadvaste tomaat zitten plant, komt daar precies dezelfde tomaat uit. Maar bij een hybride ras werkt dat anders. Er is dan als het ware een vaderlijn en een moederlijn gecombineerd of gekruist. De vaderlijn brengt bijvoorbeeld meer opbrengst op en de moederlijn zorgt voor een betere smaak.’ 

‘Die combinatie van de ‘vader’ en ‘moeder’ zorgt voor de ‘baby’. Dit is het zaadje dat je plant in je tuin. Die heeft dus de eigenschappen van de ‘vader’ én de ‘moeder’. Het voordeel van hybriderassen is dat ze uniformer, sterker en productiever zijn, in vergelijking met zaadvaste rassen. Maar als je vervolgens die plant gaat reproduceren, kan het zijn dat de nakomeling daarvan alléén de groeikracht erft. Of juist alléén de smaak. Je krijgt dus meer variatie. Dat komt omdat je elke keer de vader én de moeder nodig hebt om alle eigenschappen bij elkaar te krijgen. Dus, wil je eigen zaad kunnen oogsten, kies dan voor zaadvast.’ 

Elk zaadje op de beste plek ter wereld   

De Bolster teelt zaden op verschillende plekken in de wereld. Annemarie: ‘Voor elk ras zoeken we de plek waar de zaden het best groeien. De plek met het beste klimaat en de beste grond. Sommige zaden laten zich goed produceren in Nederland, bij andere soorten gaat dat beter in het warmere Italië.’

‘We hebben ook een biologische boerderij in Moldavië. Daar telen we tomaten, erwten en kruiden, zoals salie en citroenmelisse. Het warme klimaat daar is ideaal om zaden te produceren. Ook houdt de bodem in die streek water goed vast, waardoor een plant zich blijft voeden. Je hoeft dan maar weinig water te geven. En dat is handig, want als je water geeft, verhoogt de kans op schimmels. En omdat het onze eigen boerderij is, is de lijn korter en hebben we meer zicht op wat er gebeurt. Daardoor kunnen we nog beter aan de kwaliteit werken. We vinden het ook fijn dat we aan werkgelegenheid kunnen bijdragen.’

Advies voor beginnende tuiniers

Eerder kon je al lezen over zaaien voor beginners. Welke adviezen heeft Annemarie voor beginnende tuiniers? ‘Lees je in en begin met goede zaden. Dat scheelt echt in groeikracht. Lees op het zakje wanneer je moet zaaien, maar kijk ook naar de weersverwachting. Zaai bijvoorbeeld niet als het koud en nat is, want dan is de kans groot dat er niks opkomt. Begin met makkelijke gewassen als tuinbonen, wortels, sla, radijs, pompoen en courgette. En bouw het dan verder op. Het kan ook op je balkon. Plant dan wel in grote potten en geef zorgvuldig water.’ 

‘En de belangrijkste tip: geniet niet alleen van het oogsten, maar ook van de weg ernaartoe, als je het zaadje ziet kiemen.’

Kun je niet wachten om straks te kunnen zaaien? En wil je je vast inlezen in wat je vanaf het begin de lente kunt zaaien in je tuin of op je balkon? We zetten 10 groenten en kruiden voor je op een rij.

Het zaadverwerkingsproces van De Bolster in Epe in beeld, met verschillende machines
Zaadverwerking in Epe

5 verzorgingstips voor kantoorplanten

Een houten bureau in een kantoor, met daarop veel kamerplanten en werkspullen zoals een laptop en een telefoon.

Staan de planten in je kantoortuin er maar zielig bij? Een verlepte pannenkoekplant op je bureau en een verdronken ficus in de vensterbank. Of een monstera met bruine randen in de hoek van de kantoortuin. Ai, kun je dat nog wel een ‘kantoortuin’ noemen? Lees deze 5 verzorgingstips voor kantoorplanten en je groen ziet er straks weer fris uit.

1. Kies de juiste plek voor je kantoorplanten

Om je kantoorplanten goed te verzorgen is het belangrijk op welke plek kantoorplanten in de ruimte staan. In een werkomgeving ontbreekt soms voldoende daglicht voor planten die een grote lichtbehoefte hebben. En licht is voor planten essentieel voor fotosynthese. Verder kunnen sommige planten ook letterlijk beter tegen een stootje dan andere. Welke planten zet je waar?

Op iets zonnige plaatsen, maar niet in de volle zon, doen de ficus, bonte dracaena’s, arecapalm, dieffenbachia, clusia en Strelitzia nicolai het goed. Op plekken met volle zon vinden de euphorbia, yucca, sansevieria en vele soorten cactussen en vetplanten het prima toeven. Wist je dat hoe dichter je de sansevieria bij het raam zet, hoe meer tekening op de bladeren komt? Voor plekken met weinig licht zijn er genoeg kamerplanten die goed gedijen in donkere hoeken.

Staat de plant op een plek waar mensen vaak langslopen? Kies dan een stevige plant met sterke en grote bladeren. De clusia en sansevieria kunnen bijvoorbeeld goed tegen een stootje, ook letterlijk.

Op een kantoor staat een krulvaren in een schaduwrijk hoekje

2. Maak iemand chef plant

Laat één persoon voor de kantoorplanten verzorgen. Zo voorkom je dat iedereen de planten water geeft en dat ze langzaam verdrinken. Of dat juist niemand de planten verzorgt. Dan krijg je het haast nog voor elkaar om een cactus te laten uitdrogen.

Kantoorplanten tafel op kamerplanten afdeling van tuincentrum Steck in Utrecht Overvecht

3. Geef je kantoorplanten op het goede moment de juiste hoeveelheid water 

Voor de verzorging van je kantoorplanten is water essentieel. Wanneer je water geeft en hoeveel, verschilt per soort kamerplant. Én per seizoen. In de lente en zomer geef je in het algemeen wat vaker water dan in de herfst en winter. Als het lukt, geef de planten dan regenwater, daar zit minder kalk en magnesium in dan in kraanwater. Maar welk water je ook geeft, zorg dat het op kamertemperatuur is. 

Niet alleen van een gietbeurt maar ook van een sproeibeurt met lauwwarm water knappen de meeste planten op. Je houdt hiermee de vochtigheid op peil en je sproeit het stof van de bladeren. Hierdoor nemen ze zonlicht makkelijker op, wat belangrijk is voor hun groei. Lukt een sproeibeurt niet? Haal het stof dan zo nu en dan met een zachte doek van de bladeren .  

Bang dat je per ongeluk toch te veel water geeft? Zet de planten in een pot met een gat erin en een schoteltje eronder. Zo vloeit het eventuele teveel aan water af. Als de plant te nat staat, dan kunnen de wortels gaan rotten. Hydrokorrels of potscherven onder in de pot helpen ook om dit te voorkomen.

Kamerplant wordt besproeid met een plantenspuit in tuincentrum Steck in Utrecht Overvecht

4. Geef je kantoorplanten voeding

Voor alle kamerplanten geldt: geef van maart tot oktober wat plantenvoeding. Volg hierbij de aanwijzingen op het pak. Met vloeibare voeding vertroetel je ze om de twee weken. Als je langwerkende voeding wilt geven, doe dit dan maar één keer per groeiseizoen.

5. Zorg voor een goede pot en verse potgrond

De grootte van een pot en voldoende voedingsstoffen in de potgrond zijn belangrijk om een kamerplant gezond en mooi te houden. De kweekpot waarin je een plant koopt, is meestal iets te klein. Zet de plant in een pot waarvan de diameter 15% tot 25% groter is dan de kweekpot. Dan heeft de plant weer ruimte voor zijn wortels. Onderwerp je plant af en toe aan een inspectie. Is de plant erg gegroeid? Duwen de wortels de grond omhoog? Of wordt de grond wel erg snel droog? Dan is ‘ie toe aan een grotere pot en verse aarde.

Geniet!

Je hoeft de kantoorplanten echt niet per se een naam te geven of tegen ze te praten. Het mág wel, al kijken sommige collega’s je dan misschien verrast aan. Maar geef je planten wat aandacht en liefde, dan merk je dat meteen: planten op kantoor doen veel voor je terug. Dat ontdekte Wageningen University & Research in hun onderzoek naar de effecten van planten op de werkvloer en in zorginstellingen. Zo zorgen planten op het werk zelfs voor een positievere gemoedstoestand én minder ziekteverzuim! 

Hoeveel redenen heb je nog meer nodig om van je kantoor een groene oase te maken? We kozen 5 oersterke kantoorplanten uit, je vindt ze bij elkaar in de Kamerkas. 

5 dingen die je nog niet wist over Valentijnsdag

Het feest van de liefde is in aantocht! Op 14 februari kun je (anoniem) wat extra liefde geven aan degene van wie je houdt. De meesten van jullie kennen Valentijnsdag als een uit Amerika overgewaaide, ietwat commerciële, traditie, maar er zit nog veel meer achter. Lees hieronder de 5 dingen over Valentijnsdag die je – waarschijnlijk – nog niet wist.

1. De oorsprong ligt bij een onthoofde Romeinse priester (denkt men)

Er zijn verschillende theorieën over de oorsprong van Valentijn, maar volgens de meeste bronnen gaat deze traditie terug naar de tijd van de oude Romeinen in de derde eeuw na Christus. Een priester genaamd Valentinus stond bekend om zijn goede daden voor zieken, ouderen en armen. Daarnaast trouwde hij in het geheim jonge stellen. Iets wat keizer Claudius II had verboden, omdat volgens hem ongehuwde mannen betere soldaten waren. Daarom onthoofde keizer Claudius II de priester Valentinus op 14 februari 270 na Christus. Valentinus werd later heilig verklaard door de kerk. Zij maakte 14 februari een feestdag. In die tijd was het niet gebruikelijk om je liefde uit te drukken, alleen op 14 februari werd een uitzondering gemaakt. Op deze dag mocht men een geliefde verrassen met een cadeau of brief.

De Hoya Kerri is een van de vele planten die de vorm van de liefde draagt: het hart.

2. Dat we vaak rozen geven komt door de godin Aphrodite

Je kunt van alles cadeau doen aan je geliefde, maar een bos bloemen staat nog altijd op nummer één. En dan met name de traditiegetrouwe rode roos, die in het westen symbool staat voor liefde, passie en romantiek. Dat komt doordat de roos bij de Oude Grieken een symbool van Aphrodite was, de godin van de liefde. (Aphrodite werd door de Romeinen Venus genoemd). De legende hierachter: Op een dag wordt haar geliefde Adonis doorboord door de slagtand van een zwijn tijdens de jacht. Ze haast zich naar haar stervende lief en baant zich een weg door het kreupelhout en doornstruiken. Ze haalt zichzelf open aan de scherpe doorns en takken en haar bloed kleurt daardoor de witte rozen rood.

3. Rode tulpen staan óók symbool voor de liefde

De rode roos is niet de enige bloem die de liefde symboliseert. In de Victoriaanse tijd werden vele soorten bloemen gebruikt om een intieme boodschap over te brengen. De betekenis van de bloemen werd gehaald uit mythes en legendes. Zo staat onze nationale trots, de tulp, ook symbool voor de perfecte liefde. Dit komt van een Ottomaanse legende waarin een prins verliefd wordt op een meisje. Op het moment dat hij hoort dat zijn liefde vermoord is, stort hij zich met zijn paard een ravijn in. Zijn bloeddruppels vormen een ontelbare hoeveelheid rode tulpen, een verwijzing naar zijn oneindige liefde voor haar.

4. De hartjes die we tekenen lijken niet op het menselijke hart (en dat komt misschien wel door een plant!)

Onze hartslag verraadt hoe we ons voelen. Hierdoor dacht men vroeger dat onze gevoelens in ons hart ontstonden. Inmiddels weten we dat onze hersenen een grotere rol spelen, maar de symboliek van het hart is gebleven. De manier waarop we een hart tekenen, lijkt alleen niet op het menselijke orgaan. Voor de symbolische vorm zijn verschillende verklaringen. Zo zou het vrouwelijk lichaam een inspiratiebron zijn of ze dachten in de middeleeuwen dat een hart er écht zo uitzag. Een andere verklaring is een uitgestorven plant genaamd Silphium, die bekendstond om zijn multi inzetbaarheid op medisch gebied. De zaadjes van deze plant hadden de vorm van hartjes en daarom werd de plant ook gelinkt aan de liefde.

De Ceropegia Woodii kent vele namen en één daarvan is ‘strings of hearts’. Dit dankt dit plantje aan haar hartvormige bladeren.

5. Deze hartvormige planten zijn heel geschikt als Valentijnscadeau

Planten die de vorm dragen van de liefde, zijn er genoeg. Zowel de Hoya Kerri (hartjesplant) en Anthurium als de Ceropegia Woodii (string of hearts) delen deze vorm met de uitgestorven plant Silphium. Al deze planten hebben een hartvormige blad en staan daarmee symbool voor de liefde. Met deze planten kun jij deze Valentijnsdag jouw geliefde verrassen. Bij Steck krijg je er nu ook nog eens 15% korting op!

Tuinkalender februari (ook voor balkon)

Tuinier Mark doet tuinklussen in de sneeuw, in de Voedseltuin Overvecht bij Steck in Utrecht

Welke tuinklussen en balkonklussen doe je in februari? Elke maand krijg je tips van de groene experts bij Steck. Deze keer neemt Mark Verhoef je mee op moestuinreis. Hij is coördinator bij de Voedseltuin. Wat doet hij deze maand in de voedseltuin, samen met zijn vrijwilligers? En welke gouden (of eigenlijk: groene) tips heeft hij voor de moestuinier?

‘Als je goed oplet, zie je in februari al knopjes aan bomen en struiken. De natuur is in volle gang. Ook jij kunt aan de bak. Februari is de grote work-outmaand, je kunt je sportschoolabonnement wel even stopzetten.’

Breng het bodemleven van de moestuin op orde  

Mark: ‘Het belangrijkste voor mij in februari? Het bodemleven van de moestuin op orde brengen. Dat houdt in dat je de bodem gezond maakt en het bodemleven voedt met biologische of zelfgemaakte compost. Maar eigenlijk doen de vrijwilligers en ik dit het hele jaar door, want de bodem is de basis van alles. We verspreiden de compost over het land en spitten de bodem lichtjes om. Zo vermengt de compost goed met de bestaande grond.’  

Zelfgemaakte compost in handen van tuinier in de sneeuw in de Voedseltuin Overvecht bij Steck in Utrecht

Voorzaaien peulvruchten

In februari kun je ook het een en ander voorzaaien, vertelt Mark. ‘Gaandeweg februari kun je peulen, tuinbonen en kapucijners voorzaaien. Laat de zaden van de peulvruchten een nacht van tevoren weken in water. Dan ontkiemen ze makkelijker. Zaai de zaden in potjes en dek die af, want vogels vinden de zaden heerlijk. Muizen en woelratten ook, dus zet de potten hoog neer, op een tafel bijvoorbeeld. Of zet ze op je balkon. De plantjes krijgen nu wortels. In maart tot april stop je ze in de grond. In de Voedseltuin zaaien we ongeveer 30 planten per meter.’

Peulvruchten en kruiden op je balkon

Ook op je balkon kun je in februari aan de slag. Thijm, rozemarijn en salie doen het nu prima op je balkon. En alles wat je in potten voorzaait, kun je op je balkon zetten. Later dit jaar zet je ze in de volle grond. Liefhebber van peulen en kapucijners? Deze planten kunnen na het voorzaaien op je balkon blijven staan als je dat wilt. Laat de planten wel ergens tegenop groeien, ze moeten zich kunnen vastgrijpen. Gebruik hiervoor kippengaas, plastic gaas of span touwtjes kruislings aan een wand.

Inzaaien in de volle grond

Ook in de volle grond kun je je tuinhandschoenen uit de mouwen steken. Mark: ‘Half tot eind februari, als de compost erop ligt, zaai ik spinazie. Dat is voor mij traditie: spinazie is altijd het eerste dat ik in de volle grond zaai. Het geeft mij een lentegevoel. Voordat je zaait, zorg je ervoor dat je de grond vlak en mooi hebt aangeharkt.’ 

Zaadjes worden geplant in de grond

‘In de Voedseltuin maken we bedden van 1.20 meter breed met daarin 7-8 rijen spinaziezaadjes. Plant ze ongeveer om de 1-3 cm. Belangrijk is om net zoveel aarde bovenop de zaden te strooien als de zaden dik zijn. Als je er te veel aarde op zou doen, dan komt het plantje niet op. Met een beetje mazzel is het in april zonnig, en heb je eind april spinazie.’

Snoei kleine fruitstruiken

Haal in februari ook maar je snoeischaar tevoorschijn. ‘Als je struiken en bomen snoeit, zorg je ervoor dat ze verjongen. En meer vrucht geven,’ vertelt Mark. ‘Eind februari kun je kleine fruitstruiken, zoals rode en zwarte bessen en kruisbessen vaak al snoeien. Dan snoei je net voordat de struiken gaan groeien en de sapstromen op gang komen. Zou je dat later doen, dan vloeit de sapstroom uit de snijwonden. En dat wil je niet. Let wel op, snoei alleen als het niet te hard vriest.’

Oogsten

In februari valt er ook nog wat te oogsten in de Voedseltuin. Mark: ‘We oogsten nu nog winterpostelein, veldsla, bloemkool en spruiten bijvoorbeeld. En van de snijbieten komt in februari het eerste groen omhoog. Nog even en we oogsten verse snijbieten.’

Marks’ tuinklussen in februari op een rij

  1. Zorg voor de basis: maak het bodemleven van de moestuin gezond.
  2. Zaai peulvruchten in potjes voor. 
  3. Zet sterke kruiden en peulvruchten op je balkon.
  4. Zaai spinazie in de volle grond. 
  5. Geef kleine fruitstruiken een snoeibeurt.
  6. Oogst de laatste wintergroenten en de eerste snijbieten.
  7. Geniet van je work-out!
Tuinier Mark doet tuinklussen in de sneeuw, in de Voedseltuin Overvecht bij Steck in Utrecht

Meewerken in de Voedseltuin?

Lijkt het je leuk om mee te werken in een van de drie Voedseltuinen in Overvecht? Om te tuinieren en buurtbewoners te ontmoeten? Dat kan! Voedseltuin Overvecht is altijd op zoek naar vrijwilligers. Stuur een bericht naar info@voedseltuinovervecht.nl.

Waarom kamerplanten? 5 voordelen van groen in huis

een mooie caladium, kamerplant

Er zijn zo veel mooie planten op de wereld! Een deel daarvan doet het goed in je huiskamer. Planten zijn niet alleen mooi, ze hebben ook veel andere bijzondere eigenschappen waar je je voordeel mee doet. Lees hier waarom het een goed idee is om kamerplanten in huis te halen.

1. Planten maken je blij

Dat (zo goed als) iedereen blij wordt van planten, is aangeboren. Biophilia heet dat. Een groene omgeving, daar worden we blij van. De variatie in patronen vinden we aantrekkelijk, in de natuur, en ook in ons eigen huis. Diepgroen, wijnrood, gespikkeld of gestreept: met hun prachtige bladeren, stengels en stelen geven planten je huis net dat extra’s. Door je planten te combineren met een mooie pot laat je je persoonlijkheid spreken. Je kunt alle kanten op.

2. Planten dragen bij aan gezonde lucht

Planten maken zuurstof, essentieel voor alle levende wezens op aarde. Dat doen ze ook nog eens op basis van een gas waar wij niks aan hebben: CO2. Kan het nog geweldiger? Ja! Planten kunnen ook nog eens schadelijke stoffen uit de lucht halen, ontdekte NASA. Planten zuiveren onder andere benzeen of formaldehyde uit de lucht, stoffen die bijvoorbeeld uit de lijm van meubilair kunnen ontsnappen.

Toegegeven, om de lucht in je huis te zuiveren heb je behoorlijk veel planten nodig, blijkt uit onderzoek van de Keuringsdienst van waarde. Het ventileren van je huis heeft meer effect op de luchtkwaliteit in je huis. Veel planten én je raam dagelijks even openzetten is een mooie combinatie.


3. Planten laten je verwonderen 

Je hebt een tijdje je planten niet goed bekeken, en wat blijkt? Je plant is opeens twee keer zo groot geworden, is tegen de muur op gaan klimmen of heeft een prachtig nieuw blad gemaakt. Verrassing!

Ook als je planten schijnbaar stil lijken te staan, kan het goed zijn dat er in de pot van alles gebeurt, zoals de aanmaak van nieuwe wortels. Planten zijn levende wezens die continu in beweging zijn. In de winter doen de meeste planten het wat rustiger aan. Zodra de dagen weer langer worden, zie je dat planten ook langzaam weer wakker worden. Opeens zit er een knop aan je orchidee of een nieuwe scheut aan je gatenplant.

Sommige planten kun je zelfs zien bewegen. Planten als de Marantha (bidplant), Calathea en Oxalis klappen ‘s nachts hun blaadjes op en klappen ze overdag weer open. Bekijk dit filmpje maar eens.

4. Planten leren je van alles over de natuur

Planten zijn een weerspiegeling van hun natuurlijke habitat. Haal je een plant in huis, dan komt ook de natuurlijke habitat van die plant mee. Zo zijn de scherpe stekels van de cactus bedoeld om zijn waardevolle wateropslag te beschermen tegen dorstige dieren in een droge woestijn. En kunnen behaarde blaadjes van planten een teken zijn dat ze in het wild op winderige plekken groeien. De haartjes vormen een barrière waardoor water minder snel uit het blad verdampt.

En ken je de gaten in het blad van de gatenplant Monstera Deliciosa? In een dichtbegroeid oerwoud waar het vochtig en warm is, is er een constante strijd tussen planten om genoeg licht op te vangen. De gaten van de Monstera zijn er waarschijnlijk zodat de plant optimaal licht kan opvangen zónder daarvoor een groter bladoppervlak te hoeven maken (wat veel energie kost en kwetsbaar is). 

5. Planten kun je delen

Van de meeste planten kun je er makkelijk meer maken door het nemen van stekjes, of het opdelen van de plant. Op die manier kun je je favoriete plant ruilen of weggeven. Zo maak je ook een ander blij, zonder dat je je hele plant weggeeft. En daarna groeit ‘ie gewoon weer door!

De graslelie is bij uitstek geschikt om te delen: ze maken super snel nieuwe stekjes, zijn makkelijk te verzorgen én groeien als een tierelier.

Benieuwd welke plant het beste bij jou past? Kom langs bij Steck voor uitgebreid plantenadvies. In onze Kamerkas vind je heel veel mooie, bijzondere kamerplanten.

Rouwvliegjes bestrijden

Iedereen met planten in huis krijgt er weleens mee te maken: van die vervelende, kleine vliegjes rond je planten. Ze lijken op fruitvliegjes, maar dan kleiner. Als je niet oplet, worden het er al snel een heleboel! Wat te doen? Hieronder vind je een aantal tips om rouwvliegjes te bestrijden.

Wat is een rouwvliegje?

Een rouwvliegje lijkt dan wel op een vlieg, maar het is eigenlijk een mug. Een mini-mug. Die niet steekt. En hij houdt ook al niet van vliegen. Daarom zie je ze vaak een beetje rondlummelen ergens. Ze wandelen wat en dan vliegen ze een kort stukje. Ze komen niet specifiek op fruitafval af. Vaak zitten ze op of rond je plant. Als je water geeft, vliegen ze op. De officiële naam van deze beestjes is varenrouwmug en ze zijn heel goed in zich voortplanten. Ze leggen wel 200 eitjes per keer. De larven voeden zich voornamelijk met dood organisch materiaal. Over het algemeen hebben gezonde planten daar niet veel last van, behalve als ze nog jong zijn. Maar al die vliegjes in je huis (en in je gezicht) zijn niet bepaald prettig. Bestrijden dus, die rouwvliegjes!

Rouwvliegjes voorkomen

Vaak komen rouwvliegjes of hun larven je huis binnen via nieuwe planten die al geïnfecteerd zijn of via verse potgrond. Aangezien je dit op het eerste oog meestal niet ziet, kun je het niet altijd voorkomen dat de vliegjes ook jouw huis aandoen. Als je vliegjes ontdekt bij een bepaalde plant is het slim om deze plant zo snel mogelijk te isoleren. Rouwvliegjes verspreiden zich maar al te graag over meerdere planten(potten). 

Een vliegje op het blad van een ‘vetblad’ (Pinguicula)

Niet te veel water

Rouwvliegjes leggen hun eitjes in vochtige aarde. Hoe natter je potgrond, des te aantrekkelijker deze is voor rouwvliegjes. Let er dus op dat je je planten niet te veel water geeft. Dat is ook niet goed voor je plant, want daardoor kunnen de wortels gaan rotten. Als je je plant per ongeluk te veel water hebt gegeven, giet er dan zo veel mogelijk water uit (voor zover mogelijk) en laat de aarde uitdrogen. Kijk hoe ver je kunt gaan, zonder dat je plant er te veel last van heeft. De ene plant kan hier beter tegen dan de ander.

Aarde (deels) vervangen

Bij een ernstige infectie kun je ervoor kiezen om de aarde te vervangen door nieuwe potgrond. Wees voorzichtig met de wortels en spoel ze goed af. Let op: deze optie is nogal stressvol voor je plant en de kans dat je larven mist, is aanzienlijk. Omdat de larven in de bovenste laag potgrond zitten, kun je ook de bovenste vijf centimeter aarde tijdelijk vervangen door een laag zand. Doordat zand zo fijn is, komt er geen zuurstof doorheen. Hierdoor sterven de larven af. Bovendien zitten er geen voedingsstoffen in, waardoor het niet aantrekkelijk is voor rouwvliegjes. Haal het zand na een paar weken weer weg, want anders krijgt je plant te weinig zuurstof. Een laag zand is een goede manier om rouwvliegjes te bestrijden.

Aaltjes

De meest beproefde, natuurlijke methode voor het bestrijden van rouwvliegjes is het inzetten van aaltjes. Dit zijn minuscule rondwormen, die de larven van de rouwvliegjes binnendringen en infecteren met een bacterie. De larven gaan hierdoor dood. De aaltjes koop je in een zakje en meng je met je gietwater. Als de aaltjes geen larven meer kunnen vinden, dan gaan ze zelf ook dood. Je plant merkt verder niets van dit proces. In onze winkel vind je formulieren om verse aaltjes te bestellen.

Pinguicula’s inzetten

Aaltjes maken korte metten met de larven, maar intussen vliegen de volwassen rouwvliegjes nog rond. Die kun je bijvoorbeeld vangen door een Pinguicula (of: vetblad) bij de geïnfecteerde plant te zetten. Op de bladeren van deze vleesetende plant zitten kleine, klevende dauwdruppels die lekker ruiken voor insecten. Kleine insecten als de rouwvlieg blijven plakken aan het blad en worden uiteindelijk ‘geconsumeerd’ door de plant. Pinguicula’s krijgen prachtige paarse bloemetjes, waardoor ze niet alleen nuttig maar ook nog eens heel charmant zijn. Pinguicula’s zijn in het voorjaar en in de zomer te koop bij Steck.

Pinguicula in bloei

Plakstrips

Wil je geen pinguicula in huis halen, maar wil je wel graag dat de volwassen rouwvliegjes ergens op blijven plakken? Dan zijn er ook handige plakstrips die je in je planten kan hangen of in de aarde kan steken. Zodra het vliegje daarop landt, plakt ie vast aan de strip (zoals je kan zien op de foto bovenaan deze pagina). Ook deze plakstrips vind je bij Steck.

Gezonde planten

Het beste algemene advies om plantenplagen te voorkomen is om je planten zo gezond mogelijk te houden. Zet ze op de juiste plek, geef ze voldoende water en voeding. Sterke planten zijn beter bestand tegen plagen. En áls ze geïnfecteerd worden, dan kunnen ze beter weerstand bieden. 

Plantchallenge 2024

Doe je dit jaar mee aan de Plantchallenge van Steck? Kies een plant uit je collectie die je dit jaar extra gaat vertroetelen. Dat kan een kneusje zijn dat je wil opknappen, je lievelingsplant of een stekje dat je zo goed mogelijk wil laten groeien. Onze plantendokter voorziet je graag van tips! Kijk hier voor meer informatie over de plantchallenge.

5 Oersterke planten die het goed doen op kantoor

Dracaena palm als kamerplant op een kantoor in Utrecht

Zelfs het saaiste kantoor met systeemplafond en grijze vloerbedekking tover je met planten om in een groene oase. Dat vergadert toch een stuk lekkerder. Maar wat zijn geschikte kantoorplanten? Je leest het in deze blog.

1. Clusia 

De clusia of varkensboom met haar stevige, glanzende ovale bladeren kan veel hebben. Ideaal voor op de werkplek dus. Ze stelt weinig eisen aan de standplaats en kan goed tegen weinig licht en droge lucht. De plant groeit snel. Ook fijn: ze hoeft niet vaak met ziekteverlof: als je haar goed verzorgt, heeft ze nauwelijks last van ongedierte of ziektes. 

Verzorgingstip: wanneer geef je de clusia water? Steek je vinger in de aarde en geef water als de grond droog aanvoelt. In de lente en zomer vindt deze plant het fijn als de grond licht vochtig is. In de winter mag de grond wel een klein beetje uitdrogen, dan heeft ze minder water nodig.

Clusia op de kamerplantenafdeling van tuincentrum Steck in Utrecht Overvecht

2. Monstera

Ook de monstera, of gatenplant, is een populaire plant voor op kantoor. Logisch, want ze is weelderig en sterk. Wil je in een ruimte wat afscherming creëren? Een forse, volle monstera kan hier goed voor zorgen. Met haar luchtwortels en grote bladeren geeft ze je werkplek óók wat jungle vibes. De plant gedijt goed op zowel lichtere als donkere plekken, maar zet ‘r niet in de volle zon. Droge lucht op kantoor? Kan ze ook prima hebben. 

Verzorgingstip: in de lente en zomer houd je de grond licht vochtig. In de herfst en winter geef je de monstera pas weer water als de grond is opgedroogd.

Monstera Deliciosa op de kamerplantenafdeling van tuincentrum Steck in Utrecht Overvecht

3. Strelitzia nicolaï

Deze oersterke plant, ook wel paradijsvogelplant genoemd, mag op je kantoor eigenlijk niet ontbreken. In ‘t wild krijgt ze zwart witte bloemen, maar op kantoor (of in huis) meestal niet. Toch is deze strelitzia nicolaï een echte blikvanger. Ze wordt gelukkig van vochtige lucht. Maar met haar stevige, harde bladeren en dikke steel is ze ook opgewassen tegen drogere lucht. Ze voelt zich goed op een lichte plek, maar niet in de volle zon. En omdat ze zo sterk is, kan ze wel tegen een stootje. Ook letterlijk. Handig als ze op een plek staat waar je vaak langsloopt.  

Verzorgingstip: de strelitzia nicolaï heeft weinig water nodig. Geef water als de potgrond bijna is uitgedroogd. ‘s Zomers is dat een keer per week, ‘s winters een keer per twee weken. Besproei de bladeren af en toe met de plantenspuit met wat water. Zo houd je de vochtigheid op peil.

Stelitzia Nicolai op de kamerplantenafdeling van tuincentrum Steck in Utrecht Overvecht

4. Sansevieria

Ook de sansevieria of vrouwentong is megasterk en makkelijk. Ideaal voor luie plantenverzorgers. Ze heeft weinig water of voeding nodig. En ze kan goed tegen droge lucht op kantoor. Verder kan deze kamerplant overal staan, zelfs in de volle zon. Het is dan ook een woestijnplant. Wist je dat hoe dichterbij ze bij het raam staat, hoe meer tekening op de bladeren komt?  

Verzorgingstip: geef de sansevieria pas water als de aarde in de pot droog is. Zo voorkom je wortelrot. In de lente en zomer geef je één keer in de twee weken water. In de herfst en winter is één keer per 3 weken voldoende.

Sansevieria kamerplant in tuincentrum Steck in Utrecht

5. Kentiapalm

Nog zo’n kantoorkanjer: de kentiapalm (Howea Forsteriana). Deze palm kan best een beetje in ‘t donker staan. Op een plekkie in de (half)schaduw voelt ze zich prima thuis. Ze kan met weinig water toe. En is ze daarnaast niet gewoon erg mooi?     

Verzorgingstip: Zorg voor een licht vochtige grond. In de zomer geef je om de vijf dagen een klein scheutje water. In de winter geef je minder, ongeveer om de tien dagen. Bruine randen rondom het blad? Die knip je weg. Zijn de bladeren helemaal bruin? Dan krijgt de palm te veel of te weinig water. En worden de bladeren geel, dan staat de kentia waarschijnlijk op een te lichte plek. 

Kentia palm kamerplant in tuincentrum Steck in Utrecht

Wie wordt de plantenbaas?

Tenslotte een gouden tip: laat één persoon voor de planten zorgen. Vergeet ‘t zoeken naar degene met de ‘groenste vingers’. Laat gewoon iemand die planten liefde en aandacht wil geven de chef van de kantoorplanten zijn. Zo voorkom je dat iederéén de planten water geeft en dat ze langzaam verdrinken. Of dat juist niemand de planten verzorgt. Dan krijg je het haast voor elkaar om een cactus te laten uitdrogen. 

Bij Steck vind je deze vijf kantoorplanten gezellig bij elkaar op een tafel. Samen met een oude typemachine, voor een knipoog naar het kantoor in vroeger tijden. Natuurlijk is er ook volop keuze in andere soorten kamerplanten. Loop je in de winkel en wil je meer weten over welke planten geschikt zijn op je werkplek en hoe je ze verzorgt? Vraag het onze medewerkers, ze helpen graag.

Tuinkalender: deze tuinklussen doe je in januari

Aardbeienplant met vorst bedekt in de winter

Hallo 2024! We luiden het nieuwe jaar in met een nieuwe rubriek: vanaf nu lees je iedere maand welke tuin- of balkonklussen je kunt doen. Onze groene experts Frans, Boudewijn (van Kwekerij Stekkers), Noraly (van pluktuin Glitter Gladiool) en Mark (van De Voedseltuin) delen afwisselend hun tuintips met je. Welke tuinklussen doen zij die maand? In januari trapt Frans de rubriek af. 

Medewerker van tuincentrum Steck in Utrecht Overvecht op de tuinplantenafdeling

‘Laat de tuin in januari grotendeels met rust. Geniet van de eerste sneeuwklokjes en de geur van de toverhazelaar. Nu is het tijd om plannen te maken voor komend seizoen.’

Het is hartje winter en de tuin is grotendeels in winterslaap. Het is goed om de tuin nog even met rust te laten. Wil je toch je handen uit de mouwen steken? Frans vertelt welke tuinklussen je in januari kunt doen.

Schoonmaken

Frans: ‘Misschien liggen er her en der wat afgeschoten rotjes in je tuin. Weg ermee! En bedekken bergen bladeren je gazon? Haal ze van het gras. Als de grassprieten bevroren zijn, loop er dan niet over, anders breken ze. Veeg ook je paadje schoon. Maar maak je tuin niet té netjes. Voor egels en andere dieren is het beter als je de tuin een beetje rommelig houdt. Ze kunnen dan schuilen en voedsel, zoals insecten, vinden in het ‘tuinafval’. Veeg bladeren en takjes daarom op een hoop in een hoekje van je tuin. Vul als het nodig is de schoongemaakte voegen tussen de tegels of stenen aan met speciaal voegenzand.’

egel in de winter

‘Ook is januari een goede tijd om je bloempotten met eenjarigen leeg- en schoon- te maken. Dan zijn ze straks klaar om te vullen met bloembollen.’

‘In januari kun je ook je tuingereedschap en tuinmeubels aan een inspectie onderwerpen. Is alles nog heel? Voer eventuele reparaties uit.’

Voorzaaien

‘Wil je in de zomer genieten van pepers en paprika’s? Als je ze nu voorzaait in potjes, kun je ze vanaf juli eten. Ze hebben warmte nodig om te groeien, dus zet de potjes op een warme vensterbank. Vanaf mei zet je de kleine peper- en paprikaplantjes in een grotere pot in de tuin en groeien ze daar verder.’ 

Zaaien in de grond

Wel of niet snoeien?

‘Hoewel je soms hoort dat je fruitbomen, bladverliezende struiken en sierbomen in januari kunt snoeien, vind ik dit tricky. Grote kans dat de sapstromen alweer op gang gekomen zijn en dat het vocht dan uit de plant stroomt als je snoeit. De boom bloedt dan als het ware dood. Ik doe alleen zomersnoei en dat bevalt fantastisch.’ 

Kersenboom wordt gesnoeid bij tuincentrum Steck in Utrecht Overvecht

Frans’ tuinklussen in januari op een rij

  1. Maak schoon! Maak je paadje en plantenbakken schoon.
  2. Veeg bladeren en takjes op een hoop: een lekkere schuilplek voor egels.
  3. Check tuinmeubels en tuingereedschap. Is alles nog heel? Voer eventuele reparaties uit.
  4. Zaai pepers en paprika’s voor.
  5. Maar vooral: geniet van de tuin in rust en maak plannen voor volgend seizoen!

5 tips voor de verzorging van varens (als kamerplant)

krulvaren tussen andere kamerplanten

Is jouw huis een half oerwoud, omdat je zo veel planten in huis hebt? Dan heb je er vast een paar varens tussen staan. Krulvarens, moedervarens, nestvarens of welke varens dan ook: Ze geven net dat extra tintje bosgevoel mee aan je urban jungle. Van nature groeien ze in bosrijke en vochtige omgevingen over de hele wereld. Er zijn meer dan 10.000 soorten en ze behoren tot de oudste plantgroepen op aarde. Maar hoe verzorg je deze sierlijke planten in je huis? Lees hieronder 5 tips!

1. Zet je varen niet in de zon

Varens groeien in het wild in de onderlaag van dichtbeboste gebieden of regenwouden. Op plekken waar de zon niet zo goed bij kan. Plaats je varen in huis daarom ook op een plekje met indirect zonlicht of in de halfschaduw. Bijvoorbeeld op 3-4 meter van een zuidelijk raam of dichter bij een westelijk of oostelijk raam. Ze verdragen absoluut geen direct zonlicht.

Blauwvaren in pot, voor een groene muur
Blauwvaren (Phlebodium aureum) – Deze blauwgroene krachtpatser kan in de zomer buiten staan.

2. Vermijd een plek op de verwarming

De ideale kamertemperatuur voor de meeste varens ligt tussen de 15 °C overdag en 12 °C ‘s nachts. Dat is wat moeilijk na te bootsen in je huis. Gelukkig doen varens het ook in iets warmere omgevingen. Let er wel op dat ze niet te dicht bij de verwarming staan. En als het vriest, haal ze dan weg bij het raam.

Hertshoornvaren in pot
Hertshoornvaren (Platycerium bifurcatum) – Groeit in het wild op bomen. Het blad lijkt wel een gewei!

3. Zorg voor een goede luchtvochtigheid

Net als de meeste tropische planten houden varens van een hoge luchtvochtigheid. Tijdens de drogere wintermaanden is het aan te raden om ze regelmatig te besproeien. Gebruik bij voorkeur regenwater of ontkalkt water. Planten in groepjes dicht bij elkaar plaatsen helpt ook om de luchtvochtigheid rond de planten te verbeteren. Nog beter is het om bakjes water op de verwarming te zetten of een luchtbevochtiger aan te schaffen. Op die manier verbeter je de luchtvochtigheid in je hele kamer. Dat is ook prettig voor jezelf! De luchtvochtigheid meet je met een hygrometer: een waarde tussen 40% en 60% is prima voor de meeste planten.

Moedervarens in het wild
Moedervaren (Asplenium parvati) – De elegantste van het stel, met een delicate bladstructuur.

4. Houd de grond licht vochtig

Op een licht vochtige grond gedijen varens het best. Gemiddeld is twee keer per week water geven in de zomer en één keer per week in de winter voldoende. Het is belangrijk om het water rechtstreeks op de aarde te gieten, aan de zijkant van de pot. Liever niet in het hart van de varen, want dat kan rotting veroorzaken. De grond moet licht vochtig blijven, maar niet te nat. Overmatig water moet uit de pot kunnen lopen, dus zorg voor een gat onder in de (binnen)pot.

nestvaren voor een grijze muur
Nestvaren (Asplenium nidus) – Met zijn lange leerachtige blad ideaal als badkamerplant.

5. Geef voeding in de lente en de zomer

Varens zijn niet veeleisend als het op voeding aankomt. Geef ze in de lente en de zomer één keer in de twee maanden wat kamerplantenvoeding voor groene planten. Volg hierbij de aanwijzingen op het pak. Geef niet te veel, want daar kan de plant van beschadigen. Bruine of uitgedroogde bladeren kunnen een teken zijn van overbemesting. Hou je plant dus goed in de gaten!

Krulvaren
Krulvaren (Nephrolepis exaltata) – Vrolijke Frans. De lange, sierlijke bladeren zijn net een verentooi.

Bij Steck vind je allerlei soorten varens op de speciale varentafel in de Kamerkas. Ook de varens op de foto’s hierboven. Kom gerust een keer kijken.

Kerstboom inleveren of laten ophalen in Utrecht

Nordmann kerstboom bij tuincentrum Steck

De feestdagen zijn achter de rug. Wat nu met je kerstboom? In dit artikel lees je hoe, waar en wanneer je je kerstboom inlevert of laat ophalen.

Inzamelpunten kerstbomen

De gemeente Utrecht haalt van 3 tot en met 28 januari kerstbomen op bij 36 inzamelpunten, verspreid over de hele stad. De inzamelpunten herken je aan de opvallende banners. Op deze pagina vind je een lijst met het voor jou dichtstbijzijnde inzamelpunt.

Kerstboom op laten halen

Van 8 tot en met 19 januari haalt de gemeente Utrecht je kerstboom ook op inzameldagen op. Op deze dagen worden de kerstbomen apart van het andere afval opgehaald. Je kerstboom zet je dan op de ophaaldag vóór 8.00 uur ‘s ochtends buiten. Dit kan op de plek waar je je gewone afval ook neerzet. De precieze inzameldagen voor jouw adres vind je via Mijn Afvalwijzer of de gratis Afvalwijzer-app.

Duurzame kerstboom

Als je een kerstboom van Duurzame Kerstbomen bij Steck hebt afgehaald, lever je deze ook weer bij Steck in. Dat kan van 2 tot en met 8 januari.

Verantwoorde verwerking van je kerstboom

De gemeente verwerkt de ingezamelde kerstbomen tot compost. Zo worden de bomen toch op een relatief duurzame manier verwerkt. Wil je meer weten over hoe je volgend jaar nog duurzamer een boom in huis neemt? In ons blog vind je 5 tips voor een duurzame kerstboom!