5 bijzondere weetjes over het seksleven van planten

Planten hebben een seksleven. Dat realiseer je je niet als je door je tuin loopt, maar in de natuur is love letterlijk in the air. Omdat planten niet naar elkaar toe kunnen lopen om elkaar te bevruchten, vertonen ze allerlei slimme trucjes om tóch te kunnen voortplanten. De wind of vliegende privékoeriers spelen hierbij een belangrijke rol. Hieronder lees je 5 bijzondere weetjes over het seksleven van planten. 

1. Bloemen zijn de geslachtsdelen van een plant

Sommige planten bestuiven elkaar via de wind (hallo hooikoorts), maar de meeste soorten gebruiken hun geslachtsdelen hiervoor: hun bloemen! Meer dan 90% van alle bloeiende planten is tweeslachtig. Dat betekent dat ze zowel mannelijke als vrouwelijke voortplantingsorganen hebben. Beide vind je in de bloemen van de plant: de meeldraden zijn de mannelijke delen. Die produceren stuifmeel. Dat stuifmeel moet terechtkomen op het vrouwelijke deel van de bloem: de stamper. De stamper leidt het stuifmeel naar het vruchtbeginsel. Als dit goed gaat, dan ontstaan er nieuwe zaadjes, die op hun manier weer verspreid worden. Bijvoorbeeld doordat ze in fruit zitten, dat door dieren wordt gegeten en elders weer wordt uitgepoept.

2. Planten doen zo min mogelijk aan incest

Wetenschappers dachten heel lang dat planten aan zelfbestuiving deden, omdat hun voortplantingsorganen zo lekker dicht bij elkaar zitten. Maar eind achttiende eeuw ontdekte de Duitse veldbioloog Christian Conrad Sprengel dat planten gebruikmaken van insecten om hun stuifmeel juist bij andere planten van dezelfde soort te krijgen. De zaailingen die zich ontwikkelden uit deze kruisbestuiving, waren veel sterker dan de zaailingen die uit zelfbestuiving ontstonden. Sprengels ontdekking werd lang genegeerd en kreeg pas navolging toen Charles Darwin er een halve eeuw later meer onderzoek naar ging doen. Zelfbestuiving, of incest, komt wel voor, maar planten sturen zelf voornamelijk aan op kruisbestuiving.

3. Op elke bloem past een bepaald type bestuiver

Darwin ontdekte ook dat niet alle bloemen dezelfde insecten (of andere dieren) aantrekken. Elke plant heeft haar eigen kleur, geur, vorm en plaatsing van de bloemen die past bij een bepaald soort liefdeskoerier. Waar de ene bloem speciaal ontwikkeld is voor het aantrekken van dag- of nachtvlinders, is de ander juist bedoeld voor bijen of hommels. Vingerhoedskruid is bijvoorbeeld zo gemaakt om bijen aan te trekken. En bepaalde cactussoorten die ’s nachts bloeien, verspreiden een speciale geur om vleermuizen te lokken. De belangrijkste bestuivers zijn bijen en hommels, maar ook dag- of nachtvlinders, wespen, vliegen, kolibries en vleermuizen worden ingezet voor het seksleven van planten.

4. Nectar is het ultieme liefdeselixer van planten

Een van de belangrijkste verleidingstechnieken van een plant is het gebruik van nectar. Insecten zijn er dol op, dus komen ze met alle liefde een bezoek brengen aan de plant in kwestie. De nectar zit meestal ergens onder in de bloem verstopt, zodat bestuivers zich langs de meeldraden moeten wurmen. Al wurmend krijgen ze tegelijkertijd wat stuifmeel op zich. Als ze naar een andere bloem vliegen voor nog meer nectar laten ze intussen ongemerkt wat verkregen stuifmeel achter op het bovenste deel van de stamper (de stempel) en bevruchten ze op deze manier de plant.  

5. Planten halen de gekste capriolen uit voor een menage a trois

Het verleiden van bestuivers is dus een zeer belangrijk onderdeel van het seksleven van planten. Ze trekken werkelijk alles uit de kast om hun stuifmeel mee te geven aan een passende liefdesboodschapper. De Trichoseros (een orchidee) heeft bijvoorbeeld bloemen die lijken op een hitsig bijenvrouwtje. Een mannetjesbij die hiermee probeert te paren, krijgt een dot stuifmeel op zijn kop, en vliegt daarna verder, op zoek naar een vrouwtje dat wél wil paren. Als hij zich daarna nog een keer door een nepbijenbloem laat verleiden, laat ie het stuifmeel achter op de stamper van deze bloem.

Er zijn zelfs bloemen die net doen alsof ze nectar te bieden hebben, terwijl dat in werkelijkheid niet zo is. Een voorbeeld hiervan is de groene antilope-orchidee, die bijen in de maling neemt en vervolgens verandert van uiterlijk, zodat de bijen er gerust nog een keer in trappen. Dit is superslim van deze plant, want op deze manier hoeft ze geen nectar te produceren – wat nogal veel energie kost – terwijl ze wel bevrucht wordt. 

Niet alleen nectar wordt ingezet als lokkertje. Er zijn bijvoorbeeld ook planten die bromvliegen aantrekken voor de bestuiving. Dat doen deze planten met zogenaamde aasbloemen. Deze zien eruit als rottend vlees en stinken ook zo. Bromvliegen leggen hier hun eitjes in, omdat ze denken dat hun kroost dan iets te eten heeft als de eitjes uitkomen. Helaas voor de bromvliegen is dit een valse belofte. De maden die uit de eitjes komen sterven een hongerdood, maar intussen hebben hun ouders maar wel mooi de bloemen bestoven. 1-0 voor de plant.

De lustige lente

Zo zijn er nog veel meer voorbeelden te vinden van planten die de meest ingenieuze constructies hebben ontwikkeld om bestuivers aan te trekken en hun seksleven te stimuleren. Denk hier maar eens over na als je door je eigen tuin struint, nu de lustige lente volop in gang is.

Bij Steck kun je terecht in de Pluktuin van de GlitterGladiool. Vanaf juli kun je hier bloemen plukken om je eigen bosje – eh – geslachtsdelen samen te stellen.

Bronnen voor deze blog (ook leuk om verder in te lezen!)
Botanische revolutie, de plantenleer van Charles Darwin – Norbert Peeters (2016)

Een wereld vol planten – James Brown & Martin Jenkins (2019)

Slimme bloemen – Klokhuis (2017)